Ondanks de wettelijke verplichting en de vermeende voordelen van het hebben van een omgevingsvisie, is het ook nog geen uitgemaakte zaak dat er in 2022 massaal omgevingsvisies worden opgesteld. Na de invoering van de Wro duurde het namelijk ook even voordat gemeenten ‘aan de structuurvisie gingen’.
Zo bleek uit onderzoek van de VROM-inspectie ‘Zicht op structuurvisies; Het gebruik van gemeentelijke structuurvisies’, VROM-inspectie, 10 januari 2011. Onderzoek KuiperCompagnons, mei 2013; daarbij zijn alle gemeenten meegerekend die een structuurvisie hebben. Dit is echter lang niet altijd een gemeentedekkende structuurvisie.
In de historie ligt mogelijk de verklaring waarom gemeenten meer ‘moeite’ hebben met visievorming dan provincies. Gemeenten hadden – anders dan de provincies – naast het structuurplan/de structuurvisie het bestemmingsplan en artikel 19 Wro. Daarmee hadden zij instrumenten waarmee zij ook heel goed ruimtelijke ordening konden vormgeven en zichzelf niet op beleid hoefden vast te leggen. Hoe dan ook, de structuurvisie is als gemeentelijk instrument onderschat. De hoop is dat gemeenten met de omgevingsvisie voortvarender aan de slag gaan. De eerste tekenen wijzen daar overigens wel op. Uit de ‘Voortgangsrapportage invoering Omgevingswet bij bevoegd gezag’ https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl/publish/pages/169828/voortgangsrapportage_invoering_omgevingswet_bij_bevoegd_gezag_q3_2019c.pdf.
Omgevingsdocumenten