Wat vinden eindgebruikers nu eigenlijk zelf belangrijk als het gaat om duurzaamheid in hun woonomgeving? Vinden zij isolatie het belangrijkste? Of het voor de deur kunnen laden van hun elektrische vervoermiddel. Daar is nog helemaal niet zo veel over bekend. Daarom zijn we dit zelf gaan onderzoeken.
Voor ons is het vanzelfsprekend dat gebiedsontwikkeling duurzaam is. We bedenken samen met gemeenten en ontwikkelaars welke mix van ambities, normen en maatregelen het best past.
Het valt ons op dat de eindgebruiker in discussies over ambities, normen en maatregelen onderbelicht raakt. En dat terwijl maatregelen moeten aansluiten bij de mensen die in het gebied gaan wonen, werken of recreëren. Wij houden dat belang graag scherp in de gaten.
Wat vindt de eindgebruiker belangrijk in zijn of haar woonomgeving? Daarover is nog weinig bekend, daarom zijn we het gaan onderzoeken.
Samen met onderzoeksbureau MarketResponse hebben wij ruim 500 Nederlanders gevraagd hoe zij duurzaamheidsthema’s en duurzaamheidsmaatregelen waarderen bij een verhuizing naar een nieuwe woonomgeving.
Ruim 80% van de respondenten vindt het belangrijk om in een omgeving te wonen die bijdraagt aan duurzaamheid. 70% van de respondenten denkt ook dat de inrichting van de fysieke leefomgeving een positief effect kan hebben op duurzaamheid in de woonomgeving. In die zin vraagt de woonconsument dus ook dat de betrokken gebiedsontwikkelaars hier werk van te maken.
Van de duurzaamheidsthema’s worden gezondheid en duurzame energie het meest gewaardeerd, gevolgd door circulariteit en klimaatadaptatie & biodiversiteit. Duurzame mobiliteit heeft de laagste prioriteit. Deze prioritering van thema’s geldt voor alle leeftijdsgroepen (leeftijd, opleiding en gezinsgrootte) en woonsituaties (koop/huur en stad/land).
Om een beeld te krijgen van de waardering van specifieke maatregelen hebben we respondenten per thema een aantal voorbeeldmaatregelen voorgelegd. De waardering per maatregel levert een interessant beeld op van prioritering.
Wat daarbij opvalt is dat maatregelen gericht op de energietransitie het hoog scoren. Bijna 90% van de respondenten vindt het goed isoleren van de woning de belangrijkste maatregel, gevolgd door energiezuinige straatverlichting. Ook zonnepanelen op het dak van de woning wordt gezien als belangrijke maatregel (74%).
Ruim 80% van de Nederlandse bevolking vindt het daarnaast belangrijk dat winkels en voorzieningen op loopafstand zijn, wat bijdraagt aan duurzame mobiliteit in de stad.
Ook groen wordt gewaardeerd in de wijk, zowel vanuit het oogpunt van biodiversiteit als gezondheid. In het eerste geval gaat het om de aanwezigheid van planten en bomen. In het tweede geval gaat het meer om de aanwezigheid van een park, grasveld of speelweide.
Wat verder opvalt is dat ruim 70% van de eindgebruiker maatregelen die bijdragen aan klimaatadaptatie als belangrijk ziet. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het opvangen van regenwater in de tuin, het hergebruik van regenwater, het toepassen van halfopen bestrating en het voorkomen van wateroverlast door het verhogen van de minimale vloerhoogte.
In de top 20 van meest populaire maatregelen komt slechts één maatregel binnen het thema circulariteit voor. Deze heeft betrekking op het gemak van afvalverwerking. Voor veel maatregelen lijkt sprake van koudwatervrees.
Het onderzoek naar de duurzame leefomgeving geeft inzicht in wat de woonconsument het belangrijkste vindt. Uiteraard is niet elke eindgebruiker hetzelfde. We hebben daarom ook gekeken naar verschillende doelgroepen.
Wat blijkt is dat de samenstelling van het huishouden en of men in een stad of dorp woont weinig effect heeft op de prioritering van de duurzaamheidmaatregelen.
De verschillen zijn het scherpst als je differentieert op leeftijd. Zo valt op dat jongvolwassen (18-34 jaar) aanzienlijk positiever staan tegenover deelmobiliteit dan ouderen (34 jaar).
Dit geldt ook voor andere maatregelen die over delen gaan, bijvoorbeeld een gemeenschappelijke binnentuin/moestuin of het delen van gereedschap. Ook ten opzichte van andere maatregelen gericht op circulariteit staan jongvolwassen positiever dan ouderen.