De afgelopen periode hebben de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de rechtbank Oost-Brabant diverse uitspraken gedaan over emissiearme huisvestingsystemen. Uit deze uitspraken blijkt dat er twijfels bestaan over de emissiefactor voor melkvee en de toepassing daarvan bij jongvee.
Daarnaast is er op 14 oktober jl. door de WUR een rapport openbaar gemaakt: “Verbetering van effectiviteit emissiearme huisvestingsysteem in de praktijk”. Hierin worden enerzijds vragen gesteld bij de erkenning van de Rav-systematiek, maar ook handvatten aangereikt om dit op korte termijn wel werkbaar te maken. Bovenstaande leidt tot onzekerheid bij (melk)veehouders.
Elies Lemkes-Straver: “Wij geloven in innovatie als het gaat om emissies van stallen voor een gezonde leefomgeving. Uiteraard hebben we wel zekerheid nodig dat de huisvestingsystemen ook doen wat ze beloven. Het is zeer wel mogelijk dat ze dat doen, maar dat kan op dit moment onvoldoende worden onderbouwd volgens de Raad van State. Het ministerie van LNV zal duidelijkheid moeten geven of de Rav-systematiek voldoende zekerheid geeft bij de vergunningverlening in het kader van de Wet natuurbescherming. Tot dan maken we een pas op de plaats voor de vergunningverlening van alle huisvestingsystemen voor melkveehouderijen.”
Wnb-vergunningplicht bij wijzigingen veehouderijen met melkrundvee en vrouwelijk jongvee met emissiearme huisvestingsystemen
Emissiearme huisvestingsystemen zijn vergunningplichtig in het kader van de Wet natuurbescherming, zoals genoemd in de rechterlijke uitspraken. Dus ook situaties die eerder, op basis van intern salderen, als vergunningvrij werden beschouwd. Deze vergunningen kunnen nu niet zonder meer worden verleend op basis van de Rav. Vergunningverlening voor deze huisvestingsystemen is alleen nog mogelijk via een passende beoordeling. Hoe deze passende beoordeling eruit moet zien en hoe deze getoetst moet worden is op dit moment nog onbekend. Dit betekent ook dat het niet mogelijk is in deze gevallen een verklaring van geen bedenkingen (VVGB) af te geven voor een gemeentelijke omgevingsvergunning met natuuraspect.
Vergunningverlening van de Wnb bij veehouderijen met melkrundvee en vrouwelijk jongvee met emissiearme huisvestingsysteem wordt gepauzeerd
Het blijft voor de melkveehouderij mogelijk om een Wnb-aanvraag in te dienen voor huisvestingsystemen. De aanvragen kunnen echter op dit moment niet inhoudelijk worden beoordeeld. Daarom worden de procedures van Wnb-aanvragen na ontvangst opgeschort tot toetsing weer mogelijk is.
NB - Het blijft dus altijd mogelijk én wenselijk in deze gevallen een (pro-forma) Wnb-aanvraag in te dienen. Daarvan ontvangt de aanvrager een bevestiging.
Onherroepelijke Wnb-vergunningen bij veehouderijen met melkrundvee en vrouwelijk jongvee met emissiearme huisvestingsystemen
Melkveehouders met een onherroepelijke vergunningen voor emissiereducerende huisvestingsystemen behouden deze.
Overige Wnb-vergunningaanvragen
De onzekerheden rondom stikstof, de jurisprudentie en wijzigingen in Aerius hebben effecten op bijna alle Wnb-vergunningverleningstrajecten. Ook andere procedures dan hiervoor genoemde kunnen hierdoor vertraging oplopen.