De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft een conclusie gevraagd aan staatsraad advocaat-generaal Tonny Nijmeijer. Het gaat om de vraag hoe de bestuursrechter artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht moet toepassen bij opvolgende bestemmingsplannen en bij opvolgende besluiten om een omgevingsplan te wijzigen. Artikel 6:19 bepaalt dat het bezwaar of beroep van rechtswege ook betrekking heeft op een besluit waarbij het eerdere bestreden besluit wordt ingetrokken, gewijzigd of vervangen.
Aanleiding voor het vragen van de conclusie is een rechtszaak over het bestemmingsplan ‘Renesse’ van de gemeente Schouwen-Duiveland. In januari 2022 stelde de gemeenteraad dit plan vast om recreatieve verhuur van woningen te beperken. Voor bepaalde woningen werd recreatieve verhuur alleen nog via een uitsterfregeling mogelijk gemaakt. Tegen dit plan werd beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Ruim een jaar later besloot de gemeenteraad de uitsterfregeling op meer woningen van toepassing te verklaren. De gemeenteraad stelde het bestemmingsplan Renesse daarom opnieuw, gewijzigd vast. Ook hiertegen werd beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Gelet op artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt het opnieuw vastgestelde bestemmingsplan automatisch deel uit van de al lopende procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak over het eerdere bestemmingsplan.
‘Opvolgende’ bestemmingsplannen komen veel voor onder de oude Wet ruimtelijke ordening, maar de wijze waarop zulke opvolgende plannen worden vastgesteld, wisselt. Dat kan tot complicaties leiden bij de toepassing van artikel 6:19 van de Awb. Bij opvolgende besluiten tot wijziging van een omgevingsplan op grond van de nieuwe Omgevingswet doen zich bij de toepassing van artikel 6.19 van de Awb vergelijkbare, maar ook andere complicaties voor.
Daarom vraagt de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak staatsraad advocaat-generaal Nijmeijer in zijn conclusie in te gaan op de vraag of:
er aanleiding is om de rechtspraak over de toepassing van artikel 6:19 van de Awb in bestemmingsplanzaken onder de Wet ruimtelijke ordening (op onderdelen) aan te passen.
en of er aanleiding bestaat om de toepassing van artikel 6:19 van de Awb te veranderen in zaken die gaan over de wijziging van een omgevingsplan op grond van de Omgevingswet.
Wat is een conclusie en wat is het nut ervan?
Een conclusie is een juridisch advies aan de Afdeling bestuursrechtspraak en draagt bij aan de rechtsontwikkeling. Een staatsraad advocaat-generaal kan in een conclusie een rechtsvraag in een bredere maatschappelijke, juridische en internationale context plaatsen, de stand van de rechtspraak evalueren en aanbevelingen doen om bestaande rechtspraak te nuanceren of bij te stellen. De mogelijkheid voor de bestuursrechter om een conclusie te vragen bestaat sinds 2013 en wordt door de Afdeling bestuursrechtspraak sindsdien regelmatig gebruikt. Een overzicht van alle conclusies is opgenomen in een overzicht op de website van de Raad van State.
De Afdeling bestuursrechtspraak behandelt deze zaak met nummer 202203062/1 op dinsdag 26 maart 2024 op een rechtszitting. Na de zitting heeft de staatsraad advocaat-generaal zes weken de tijd om een conclusie te nemen. Partijen die bij deze zaak zijn betrokken, krijgen vervolgens de gelegenheid om daarop schriftelijk te reageren. Daarna zal de Afdeling bestuursrechtspraak uitspraak doen in deze zaak. Wilt u op de hoogte blijven wanneer de Afdeling bestuursrechtspraak te zijner tijd uitspraak doet in deze zaak? Meldt u dan aan voor de e-mailservice.