Afschrift van een brief van minister Ollongren (BZK) aan een burger die een voorstel deed om sociaal isolement en woningnood te verminderen.
Op 10 september jl. heeft u een mail naar de Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken van de Tweede Kamer gestuurd met daarin een brief die u op 23 augustus jl. naar mij hebt gestuurd. Helaas heeft uw brief van 23 augustus mij nooit bereikt. Via de eerdergenoemde commissie heb ik deze alsnog ontvangen. Vanuit het ministerie is vervolgens contact met u opgenomen. Het spijt mij zeer dat u hierna lang heeft moeten wachten op deze brief.
In uw brief van 23 augustus adviseert u mij om bestaande woningen meervoudig te gebruiken. Samen met de woningcorporaties zou het ministerie aan de hand van het aantal m2 van een woning moeten bepalen hoeveel mensen er in een woning mogen wonen. Als meerdere mensen in één woning gaan wonen wordt volgens u de woningnood verminderd en zal het sociaal isolement van een aantal kwetsbare mensen afnemen. U stelt dat bewoning van een woning door meerdere personen door de huidige wet- en regelgeving wordt bemoeilijkt en stelt voor deze aan te passen.
Uw boodschap om samenwonen van mensen meer mogelijk te maken en om zo eenzaamheid tegen te gaan, sluit onder meer aan bij de Actielijn Wonen en Zorg die in juni 2016 door de minister van VWS en mij aan de Tweede Kamer is gezonden. Wij constateren daarin dat ouderen een behoefte lijken te hebben aan woonvormen met andere ouderen of huishoudens, waar voorzieningen in de buurt te zijn. We zetten een aantal acties in gang om realisatie van dergelijke woonvormen te stimuleren.
Tijdens het telefonisch contact met een medewerker van het ministerie, heeft u uw brief toegelicht. U gaf en daarbij aan dat door de kostendelersnorm in de participatiewet en door lokale regelingen mensen financieel worden gekort als zij samenwonen. Hiermee wordt een drempel opgeworpen om samen te wonen, zeker voor mensen in de bijstand. U gaf aan de gedachte erachter te begrijpen, maar stelde dat de handhavingskosten hiervan hoog zijn en bovendien schaarse woningen onnodig bewoond worden.
Allereerst wil ik opmerken dat er ook een regeling bestaat die stimuleert dat huiseigenaren andere mensen in huis nemen. Het gaat hier om de kamerverhuurvrijstelling. Met deze vrijstelling kan een woningeigenaar een deel van zijn woning verhuren. De huuropbrengsten zijn tot een bedrag van maximaal 5.367 euro (peiljaar 2019) fiscaal vrijgesteld. De verhuurde kamer mag geen zelfstandige woning zijn, moet langdurig worden verhuurd en moet onderdeel uitmaken van de eigen woning van de verhuurder. Zowel de huurder als de verhuurder moeten op het adres van de woning zijn ingeschreven in de basisregistratie personen.
Ik ben het eens met uw opmerking dat in de huidige wet- en regelgeving samenwonen in een aantal soorten belastingen, toeslagen en uitkeringen anders wordt benaderd dan het wonen van een alleenstaande. De reden hiervoor is dat samenwonen door het delen van kosten vaak voordeliger is. U noemt de kostendelersnorm in de bijstand als één van de regelingen die het samenwonen belemmert. De bijstand is een vangnet met als doel om te voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan. De hoogte van de noodzakelijke bestaanskosten hangt mede af van de mate waarin degenen die hoofdverblijf in eenzelfde woning hebben kosten met elkaar kunnen delen. Daar houdt de kostendelersnorm rekening mee. Hetzelfde principe geldt voor de korting op de Algemene Ouderdomswet (AOW) voor gehuwden en samenwonenden.
Overigens hebben gemeenten de mogelijkheid om in bepaalde gevallen maatwerk te verlenen. Er gelden namelijk enkele uitzonderingen op de kostendelersnorm. Zo tellen jongeren tot 21 jaar en studenten niet mee voor de kostendelersnorm. Ook volledige zakelijke relaties zoals (onder)-huurders en kostgangers blijven voor de kostendelersnorm buiten beschouwing. Tevens geldt dat personen van 21 jaar en ouder, die tijdelijk inwonen bij een bijstandsgerechtigde, niet hoeven mee te tellen voor de kostendelersnorm. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om mensen in een crisissituatie, daklozen of mensen die dakloos dreigen te raken. Daarnaast kunnen er individuele situaties zijn waarin het wenselijk is om individueel maatwerk te verleen met betrekking tot de hoogte van de uitkering. Gemeenten kunnen dan op basis van de individuele situatie van de bijstandsgerechtigde van 18 jaar en ouder de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen afstemmen op de mogelijkheden en middelen van diegene.
Een andere mogelijkheid om meer mensen in een woning te huisvesten is om de woning te splitsen of te verkameren. Met het oog op de lokale woningnood kan woningsplitsing- of verkamering een oplossing zijn om meer mensen te huisvesten. Het is aan gemeenten om hier beleid op te voeren en al dan niet eisen aan te stellen. Gemeenten kunnen met het oog op de leefbaarheid van de buurt namelijk regels aan woningsplitsing verbinden. Zo zijn er bijvoorbeeld gemeenten waar veel studenten wonen die van huiseigenaren die een woning op willen delen in meerdere kamers een vergunning vragen. Op deze manier kan, met het oog op de leefbaarheid van de straat en/of wijk het aantal kamers worden gemaximeerd.
Samen met mijn collegas blijf ik nadenken over maatregelen om zowel sociale contacten te faciliteren als het aanbod op de woningmarkt te vergroten. Ideeën van betrokken burgers als u helpen bij de gedachtevorming en waardeer ik zeer.