Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Als Zuid-Holland woonplannen niet als de wiedeweerga wijzigt, zet De Jonge zwaar geschut in: de aanwijzing

De provincie Zuid-Holland moet uiterlijk 30 mei actie ondernemen voor het aanpassen van de omgevingsverordening. Demissionair minister Hugo de Jonge van BZK eist dat zijn wensen over bouwlocaties en de bouw van sociale huur worden ingewilligd. Als dat niet gebeurt, neemt hij zelf de teugels in handen met een aanwijzing. Dat is uitzonderlijk zwaar geschut. De manier waarop de minister het nu dreigt in te zetten is een unicum.

29 mei 2024

Woningbouw in de Zuidplaspolder in Zuid-Holland. Foto: André Muller / Getty Images

Hoeveel procent sociale huur moeten gemeenten bouwen en hoeveel grote woningbouwlocaties buiten de bestaande stad moeten erbij komen? Over die vragen botsen de provincie Zuid-Holland en minister Hugo de Jonge van BZK sinds eind januari.

De minister stelt de provincie nu een ultimatum. Schik naar mijn visie, of raak de regie kwijt, is zijn boodschap in een brief van 23 mei aan de provincie. Als Zuid-Holland de eisen niet inwilligt, komt hij met een aanwijzing. Dat is zwaar geschut uit zijn arsenaal om decentrale overheden in het gareel te krijgen, een zelden ingezet paardenmiddel.


Het gebakkelei tussen Zuid-Holland en De Jonge begon toen gedeputeerde ruimte en wonen Anne Koning in het AD plannen deelde om sommige gemeenten te dwingen tot 40 procent sociale huur bij nieuwbouw. Dat schoot de minister direct in het verkeerde keelgat: stel geen strengere eisen dan de 30 procent uit de voorgestelde Wet regie volkshuisvesting, daarmee saboteer je businesscases, was van begin af aan zijn lijn.

Dan de locaties: nieuwe grote buitenstedelijke uitleglocaties waren volgens de provincie uit den boze, stond in het ‘ruimtelijk voorstel’ van de provincie. De enige uitzonderingen waren de Gnephoekpolder en Sliedrecht-Noord. Wederom reden voor zorgen voor de minister. “Het beperken van bouwmogelijkheden in buitenstedelijk gebied vind ik in deze tijd van woningnood ongewenst”, schreef hij in maart aan de provincie. Hij wees daarbij ook op de beperkte plancapaciteit in Zuid-Holland. Het Rijk streeft naar een planoverschot van 130 procent, maar de provincie haalt de 100 niet eens.

Nadat de minister zijn zorgen meermaals kenbaar had gemaakt – zowel achter de schermen in gesprek met het provinciebestuur als in openbaar gepubliceerde brieven, was Zuid-Holland bereid om hem met compromissen tegemoet te komen. Wij willen meer bouwen en best zoeken naar meer grote buitenstedelijke locaties met een soort uitruilconstructie, zijn bereid om de plancapaciteit uit te breiden naar 130 procent, en staan open voor een gesprek over andere middelen om een evenredige verdeling van sociale huur over de gemeenten te realiseren, liet de provincie begin mei weten per brief aan de minister.

Minister is er klaar mee

Maar het is nog niet genoeg, vindt De Jonge. In zijn recentste brief geeft hij de provincie een heldere opdracht: de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland moet de Provinciale Staten schriftelijk voorstellen om zijn aanpassingen aan te brengen in de omgevingsverordening, meldt hij. Dit moet het provinciebestuur uiterlijk 30 mei doen.

Specifiek wil De Jonge dat de provincie de eis van 40 procent sociale huur bij nieuwbouw in sommige gemeenten niet opneemt in de vast te stellen omgevingsverordening. Hij herhaalt daarbij eerder aangedragen argumenten: het percentage zou niet realistisch zijn, projecten financieel in de wind zetten, en de bouw van woningen voor middeninkomens dwarsbomen. Op de oproep van de provincie tot dialoog over het benodigde instrument voor een evenredige verdeling van sociale huur over gemeenten, reageert de minister dat de Wet regie volkshuisvesting dit zal regelen. Afwijkende provinciale regels zijn volgens hem dus ongewenst en onnodig.

Dan de nieuwe grote uitleglocaties: De Jonge blijft erbij dat Zuid-Holland daar meer werk van moet maken. Het voorstel van de provincie om onbenutte grote locaties uit te ruilen voor nieuwe noemt hij zinvol, maar hij stelt ook dat deze aanpak niet tot meer plancapaciteit leidt. De provincie moet de lijst met grote locaties in de omgevingsverordening dus uitbreiden, vindt de minister. De zoektocht naar die locaties moet nog voor de zomer beginnen.

Uniek gebruik van aanwijzing

Als deze stappen niet worden gezet, volgt een aanwijzing, schrijft De Jonge in zijn brief. Met zo’n aanwijzing trekt een minister de besluitvorming van een lagere overheid naar zich toe. Verscheidene experts ruimtelijke ordening bevestigen aan PONT | Omgeving dat de aanwijzing waarmee De Jonge dreigt uitzonderlijk zwaar geschut is. Het is een laatste noodgreep die een minister tot zijn beschikking heeft, die tegen de grenzen schuurt van het principe ‘decentraal, tenzij’.

In de recente geschiedenis werd er op deze manier geen gebruik gemaakt van aanwijzingen, noch door De Jonge, noch door zijn voorgangers bij de ministeries VROM en BZK. Niet eerder had een minister de intentie om de regie op de samenstelling van de woonvoorraad van een provincie direct over te nemen. Op het gebied woningbouwlocaties was recent wel regelmatig sprake van potentiële aanwijzingen, maar dit betrof losse locaties in plaats van het provinciebrede beleid.

In 2020 verzocht de Tweede Kamer toenmalig BZK-minister Kajsa Ollongren tot een aanwijzing voor woningbouw in de Utrechtse Rijnenburgpolder, maar zij ging daar niet in mee. Bij andere potentiële grote woningbouwlocaties als de Gnephoekpolder, Valkenhorst en de Zuidplaspolder werd door De Jonge en zijn voorgangers gehint naar aanwijzingen, maar tot het daadwerkelijk gedwongen overdragen van de teugels kwam het nooit. Enkel de suggestie van een aanwijzing was in deze casussen al genoeg om lagere overheden in het gareel te krijgen.

Ook nu laat De Jonge de lagere overheid Zuid-Holland eigenlijk weinig keus. Schik ‘vrijwillig’ naar zijn wensen, of hij hakt alsnog zijn eigen knopen door. “Ik zie het als mijn verantwoordelijkheid om daar waar bestuurlijk overleg niet tot een oplossing leidt, de impasse te doorbreken”, licht hij zijn bereidheid tot de aanwijzing toe. “De reden is dat hier een nationaal belang aan de orde is.”

De woordvoerder van minister De Jonge was niet bereikbaar voor vragen van PONT | Omgeving. De woordvoerder van gedeputeerde Koning van Zuid-Holland laat weten dat de provincie eerst reageert op de minister.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.