Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Atsma gaat niets doen aan asbest in bestaande openbare gebouwen en schuift verantwoordelijkheid af aan de eigenaren.

Op 24 april stelde Paulus Jansen Kamervragen over spuitasbest in bestaande gebouwen en over een lijst van 200 gevaarlijke panden. Deze lijst was bij Atsma in het algemeen overleg van 7 april 2011 niet bekend. Bij het beantwoorden van de vragen is de lijst wel bekend. De vragen en antwoorden:

14 June 2012

Op 24 april stelde Paulus Jansen

Kamervragen over spuitasbest

in bestaande gebouwen en over een lijst van 200 gevaarlijke panden. Deze lijst was bij Atsma in het algemeen overleg van 7 april 2011 niet bekend. Bij het beantwoorden van de vragen is de lijst wel bekend. De vragen en antwoorden:

de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Binnenhof 4

2513 AA DEN HAAG

Datum: 14 juni 2012
Betreft: Antwoorden op de Kamervragen van het lid Jansen (SP) (kenmerk 2012Z08816)

Geachte Voorzitter,

Hierbij bied ik u mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de antwoorden aan op de Kamervragen van het lid Jansen (SP) over een lijst van 200 gebouwen waarin op grote schaal spuitasbest is verwerkt (kenmerk 2012Z08816, ingezonden 24 april 2012)


Vraag 1

Herinnert u zich uw antwoorden op eerdere vragen

1)

over spuitasbest en een lijst van 200 meest risicovolle gebouwen die behandeld zijn met spuitasbest, waarbij u de grote risicos van spuitasbest onderstreept

2)

heeft, maar waarbij u tevens verklaarde dat u en niemand van ons deze lijst kende?

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Herinnert u zich de Rapportage inventariserend onderzoek spuitasbest

3)

van de Arbeidsinspectie (1997)

4)

, waaruit bleek dat in 100 van de 198 onderzochte gebouwen de spuitasbest nog aanwezig was, bij 39 door de Arbeidsinspectie beoordeelde situaties twintig keer de spuitasbest beschadigd was en in 28 gevallen de spuitasbest niet dan wel slechts gedeeltelijk was afgeschermd?

Antwoord 2

Ja. Genoemd rapport is naar aanleiding van uw vraag onder mijn aandacht gebracht.

Vraag 3

Zijn de volgende voornemens

5)

uit het rapport van de Arbeidsinspectie uitgevoerd? Zo ja, wat zijn de resultaten van deze acties? benaderen van de gebouweigenaren van gebouwen met goed afgeschermde spuitasbest ivm het treffen van aanvullende maatregelen om te voorkomen dat werkzaamheden in de buurt van afscheidingen plaats vinden of de afscherming kan worden aangeraakt of beschadigd; het opsporen van andere gebouwen (dan de 198 reeds bekende) waarin spuitasbest is toegepast; het volgen en tenminste eenmaal per twee jaar inspecteren van alle locaties waar spuitasbest aanwezig is

Indien de voornemens niet, of slechts gedeeltelijk zijn uitgevoerd: kan gemotiveerd worden waarom (gedeeltelijk) is afgeweken van de voorgenomen acties?

Antwoord 3

Het betreffende rapport dateert van 15 jaar geleden. De voornemens uit het rapport zijn opgenomen in de inspectieactiviteiten van de Arbeidsinspectie vanaf 1998. De betreffende acties zijn in de loop van 2001 afgerond. Uit de beschikbare verslagen van de Arbeidsinspectie blijkt dat gebouweigenaren zich bewust waren van mogelijk gevaarlijke situaties en maatregelen genomen hebben. Vanaf 2002 ligt de nadruk bij de Arbeidsinspectie voor asbest op inspectieprojecten gericht op saneringslocaties.

Vraag 4

In hoeveel van genoemde gebouwen is anno 2012 nog steeds spuitasbest aanwezig? Is het waar dat een aantal van deze gebouwen een grootschalige publieksfunctie heeft? Kan een lijst van deze gebouwen aan de Kamer worden overlegd?

Antwoord 4

Zie ook het antwoord op vraag 3.

Inmiddels is het asbestbeleid er op gericht dat gebouweigenaren volledig zelf de verantwoordelijkheid nemen voor de aanwezigheid van asbest in hun gebouwen.

Alle gebouwen van vóór 1994 moeten als asbestverdacht beschouwd worden. Er is niet overgegaan tot (al dan niet verplichte) inventarisatie van asbest in gebouwen in niet-sloopsituaties zodat de gevraagde lijst niet kan worden overgelegd van gebouwen met een grootschalige publieksfunctie waarin asbest aanwezig. Wel is op de website Atlasleefomgeving (https://www.atlasleefomgeving.nl/) te zien welke schoolgebouwen asbestverdacht zijn.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Joop Atsma

1)

Algemeen overleg van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu met de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu d.d. 7 april 2011, Kamerstuk 25834-66.

2)

Ik ben het zeker met de heer Jansen eens dat spuitasbest een groot risico vormt. Dat wordt door iedereen bevestigd, ook door de Gezondheidsraad. Ook hierbij geldt dat elke eigenaar, bouwer en gebruiker van een bouwwerk een wettelijke verantwoordelijkheid heeft voor de wijze waarop het desbetreffende bouwwerk moet worden beoordeeld op de veiligheid en de gevolgen daarvan voor de leefomgeving. (25834-66, p.25)

3)

Rapportage onderhands meegestuurd.

4)

Het onderzoek uit 1997 van de Arbeidsinspectie was een vervolg op het rapport Spuitasbest in gebouwen, een oriënterend onderzoek naar het voorkomen van asbest in de binnenlucht van gebouwen waarin gespoten asbest is verwerkt, J.Tempelman, Ing.J.den Boeft, F.van Gils, TNO rapport F-2150, mei 1985; de lijst met gebouwen uit dit onderzoek is onderhands meegestuurd met de schriftelijke vragen.

5)

Zie hoofdstuk 7 Follow-up uit het genoemde rapport van de Arbeidsinspectie

Artikel delen