Een stacaravan kan bouwvergunningsvrij zijn, wanneer de stacaravan voldoet aan de regeltjes van het bestemmingsplan. Maar wanneer de stacaravan niet conform de bouwregels van het bestemmingsplan wordt geplaatst, dan is er alsnog sprake van een bouwvergunningplicht (artikel 3 bijlage II Bor).
Een stacaravan kan bouwvergunningsvrij zijn, wanneer de stacaravan voldoet aan de regeltjes van het bestemmingsplan. Maar wanneer de stacaravan niet conform de bouwregels van het bestemmingsplan wordt geplaatst, dan is er alsnog sprake van een bouwvergunningplicht (artikel 3 bijlage II Bor).
En wanneer die stacaravan zonder bouwvergunning is geplaatst, dan kun je in dat geval vaak 2 overtreders hierop aanspreken.
1. Eigenaar van de stacaravan
Enerzijds natuurlijk de eigenaar van de stacaravan. Dat spreekt voor zich.
Overigens hoeft dit niet per se degene te zijn die de stacaravan ook daadwerkelijk heeft geplaatst. Sinds 1 april 2007 is het immers ook verboden een illegaal vergunningplichtig bouwwerk te laten staan (toen geregeld in artikel 40, lid 1 onder b Woningwet. Nu geregeld in artikel 2.3a Wabo).
2. Exploitant/eigenaar van de camping
Anderzijds kun je in de meeste gevallen ook de exploitant van de camping aanmerken als overtreder. Je kunt er dan voor kiezen om een dwangsombeschikking naar deze exploitant te sturen.
Vaak is zon exploitant van een camping (mede-) eigenaar van het perceel waar de illegale stacaravan staat en heeft hij natuurlijk ook als exploitant het nodige in de melk te brokkelen.
De eigenaar van de (bouwvergunningplichtige) stacaravan is immers afhankelijk van de medewerking van de exploitant van de camping. En dus heeft deze exploitant het juridisch en feitelijk in zijn macht om de overtreding te beëindigen. Doet hij dat niet, dan handelt hij in strijd met
artikel 2.3a Wabo
.
Bron: Vz. ABRvS 31 januari 2012, 201111153/1/A1 en 201111153/2/A1