Tijdens drie bezoeken constateerde de toezichthouder dat het bijgebouw op het perceel van appellante vermoedelijk zelfstandig bewoond zou kunnen worden. Dit baseerde de toezichthouder op het feit dat het bijgebouw sanitaire voorzieningen, een keuken, een brievenbus en een eigen huisnummer-aanduiding bevatte.
Om te voorkomen dat appellant de regels van het bestemmingsplan zou gaan overtreden, en dus het bijgebouw als woonruimte te gebruiken, legde het college van burgemeester en wethouders een preventieve last onder dwangsom op. De rechtbank oordeelde in beroep dat het college deze preventieve last onder dwangsom mocht opleggen. De Afdeling oordeelde uiteindelijk dat het enkele feit dat tijdens de verbouwing van het bijgebouw de indeling van dit bijgebouw mogelijk voor zelfstandige bewoning zal worden ingericht, niet voldoende is om uit te sluiten dat het bijgebouw wel in overeenstemming met de regels van het bestemmingsplan zal worden gebruikt. ECLI:NL:RVS:2024:4060
Overtreding van geringe aard/ernst is afhankelijk van regels bestemmingsplan en niet van vergunningvrij bouwen
Naar het oordeel van de Afdeling is de overschrijding van de maximale bouwhoogte met 0,6 m respectievelijk 1,6 m, gelet op de omvang van die overschrijding, geen overtreding van geringe aard of ernst. Daarbij merkt de Afdeling op dat, anders dan het college heeft gedaan, de omvang van de overschrijding niet bezien moet worden ten opzichte van de in artikel 2, onderdeel 12, van bijlage II van het Bor genoemde maximale bouwhoogte van vergunningvrije erfafscheidingen (daar is in bepaalde gevallen een maximale bouwhoogte van 2 m opgenomen). In plaats daarvan moet de omvang van de overschrijding bezien worden ten opzichte van de norm die overtreden is. ECLI:NL:RVS:2024:4266
Voedselbos is conform de bestemming agrarisch
Het bestemmingsplan bepaalt dat deze gronden bestemd zijn voor agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische bodemexploitatie. Volgens bezwaarmaker betekent exploitatie in Van Dale Groot woordenboek winst maken wat de vergunninghouder niet beoogd te doen en dus strijdig is. Volgens de Afdeling staat winst maken niet letterlijk in de planregels zodat het telen van gewassen al voldoende is. ECLI:NL:RVS:2024:4276
Afwijkende bouwregels in bestemmingsplan moeten goed gemotiveerd worden
In een bestemmingsplan zijn voor recreatiewoningen afwijkende bouwregels opgenomen ten opzichte van andere vakantieparken. De Afdeling overweegt dat een ruimtelijke afweging over het opnemen van een uitzondering op bouwregels in de planregels moet zijn gebaseerd op een deugdelijke ruimtelijke motivering. Dat de raad geen ruimtelijke bezwaren heeft om tegemoet te komen aan het verzoek is daarvoor niet voldoende. Het is aan de raad om inzichtelijk te maken waarom een uitzondering voor Vakantiepark Bonte Vlucht in dit geval uit ruimtelijk oogpunt nodig wordt geacht. De Afdeling is in dit geval niet overtuigd van de door de raad aangedragen ruimtelijke argumenten voor de uitzondering. Dit maakt dat het bestemmingsplan naar het oordeel van de Afdeling in zoverre onzorgvuldig is voorbereid en het vaststellingsbesluit ondeugdelijk is gemotiveerd. ECLI:NL:RVS:2024:4278
Toch procesbelang voormalige eigenaar omdat hij de woning heeft verkocht vanwege de overlast van het bedrijf
De voormalige eigenaar van een woning blijft een procesbelang houden tegen een verleende omgevingsvergunning en handhavingsverzoeken omdat hij van mening is dat hij voor een veel lager bedrag heeft moeten verkopen. ECLI:NL:RVS:2024:4264
Geen spoedeisend belang voorlopige voorziening vaststelling bestemmingsplan omdat omgevingsvergunningaanvragen pas later worden ingediend
Omdat de initiatiefnemer heeft verklaard dat er op korte termijn geen aanvraag voor omgevingsvergunning ingediend wordt ontbreekt het spoedeisend belang. ECLI:NL:RVS:2024:4256