Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

De informatieplicht energiebesparing nader uitgelegd: per 1 juli 2019 moet hieraan zijn voldaan

"Het Activiteitenbesluit milieubeheer (het “Abm”) bevat voor bepaalde inrichtingen de plicht om ener­gie­besparende maatregelen te treffen die zich binnen vijf jaar terug ver­die­nen. Naast deze energie­be­­sparingsplicht geldt voor hen, met ingang van dit jaar, ook een informatieplicht energiebesparing."

13 juni 2019

Nieuws

Voor die inrichtingen dient te worden gerapporteerd over de (daadwerkelijk) getrof­fen energiebe­spa­rende maat­­re­gelen. Als zon rapportage niet vóór 1 juli 2019 is in­gediend via het eLoket van de Rijks­dienst voor Ondernemend Nederland, dreigt er mogelijk handhaving van deze informatie­plicht.

Voor wie geldt de informatieplicht energiebesparing?

Voor de inrichtingen die aan de energiebesparingsplicht dienen te voldoen, geldt ook de informatie­plicht ener­giebesparing. Deze plicht geldt aldus voor alle niet (omge­vings)ver­­­gunningplichtige inrich­tin­gen. Een en ander is specifiek geregeld in

artikel 2.15

van het Abm.

De inrichtingen met een energieverbruik kleiner dan 50.000 kWh elektri­ci­teit en minder dan 25.000 m³ gas zijn van de informatieplicht energiebesparing uitgezonderd, alsook (onder meer) de inrichting-­­ en (zoals grote energiecentrales) die via de onderneming waartoe zij behoren deelnemen aan het Eu­ropese emissiehandelssysteem.

Wat houdt de informatieplicht energiebesparing in?

Voor betreffende inrichtingen moet worden gerapporteerd over alle uit hoofde van de energie­be­­spa­rings­plicht getroffen maatregelen. Deze informatie moet uiterlijk 1 juli 2019 zijn ingediend (op enkele latere ter­mij­nen voor bepaal­de in­richtingen na). De plicht daartoe herhaalt zich iedere vier jaar.

Op deze repeterende deadline, die eveneens blijkt uit artikel 2.15 van het Abm, wordt toegezien door het be­voegd gezag, veelal de omgevingsdienst (maar soms ook de gemeenten of provincies).

Aan de hand van de rapportage kan worden vastgesteld of voor de betreffende inrichting daadwer­ke­lijk voldaan is aan de energiebe­sparingsplicht alsook de informatieplicht energiebesparing zelf. Indien er niet wordt gerapporteerd, kan het bevoegd gezag handhaven door dwangsommen op te leggen.

Wie dient de informatieplicht energiebesparing na te leven?

De informatieplicht energiebesparing is in het Abm opgelegd aan de drijver van de inrichting. Wie uit­­eindelijk welke maatregelen dient te nemen kan afhankelijk zijn van de organisatorische si­tua­tie en de onderlinge zeggenschap tussen de eigenaar en de gebruikers van een (bedrijfsverzamel)gebouw.

Naar omstandigheden kan een (bedrijfsverzamel)gebouw bestaan uit meerdere inrichtingen en dient ie­dere drijver/gebruiker, en niet zozeer de eigenaar/verhuurder van dat gebouw, apart te voldoen aan de energiebesparingsplicht. Een en ander blijkt veelal uit het bepaalde in de huurovereenkomst.

Hierin zijn mogelijk privaatrechtelijke (on)mogelijkheden over de mate van zeg­genschap van de ei­ge­naar en gebruiker geformuleerd. Veelal is de eigenaar verantwoordelijk voor het treffen van ge­bouw­gebonden maatregelen en de gebruiker voor maatregelen gerelateerd aan zijn organisatie­voering.

Maar al het groot onderhoud kan ook bij de gebruiker zijn neergelegd, zoals bij een zogeheten triple net huurover­eenkomst. Voor nieuw te sluiten huurovereenkomsten is het van belang om heldere af­spraken te maken over de informatieplicht energiebesparing.

Hetzelfde geldt overigens voor de C-labelverplich­ting uit artikel 5.11 van het Bouwbesluit 2012, op basis waarvan een kantoor groter dan 100 m2 per 1 januari 2023 minimaal een energielabel C moet hebben.

De C-labelverplichting voor kantoren en de energiebesparingsplicht kunnen beide van toe­pas­sing zijn en door verschillende instanties worden gehandhaafd. Dat een ge­bouw­eigenaar voldoet aan de ene wet sluit niet uit dat op basis van de andere wet nog aanvullende maatregelen nodig zijn.

Door: Marc Houweling en Tijn Slegers