Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

De noodzakelijkheid van 13b Opiumwet-sluitingen

"De laatste decennia is de strijd tegen drugscriminaliteit flink opgevoerd. Naast de traditioneel strafrechtelijke aanpak, komt er steeds meer aandacht voor bestuursrechtelijk optreden. Het sluiten van drugspanden door de burgemeester op grond van art. 13b Opiumwet is daar een belangrijk voorbeeld van. Op grond van art. 13b Opiumwet, ook wel de Wet Damocles genoemd, is de burgemeester bevoegd om bestuursdwang toe te passen indien in of bij woningen of lokalen harddrugs en/of softdrugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt, dan wel daartoe aanwezig zijn. In de praktijk leidt de uitoefening van de bestuursdwangbevoegdheid vaak tot het fysiek sluiten van een woning of lokaal."

14 januari 2019

Deze wet is in het leven geroepen om illegale verkooppunten tegen te gaan. De regering heeft tijdens de parlementaire behandeling dan ook aangegeven dat de enkele aanwezigheid van drugs onvoldoende is om over te gaan tot sluiting (Kamerstukken II 2005/06, 30515, 6, p. 2). Inmiddels is het echter vaste rechtspraak dat de burgemeester mag overgaan tot uitoefening van bestuursdwang indien meer dan 0,5 gram harddrugs, 5 gram softdrugs of meer dan 5 hennepplanten worden aangetroffen (zie o.a. ABRvS 14 maart 2018,

ECLI:NL:RVS:2018:738

). Het is aan de betrokkene om te bewijzen dat de aangetroffen drugs niet bestemd zijn voor handel, maar voor eigen gebruik.

Dat de burgemeester bevoegd is om op te treden op grond van art. 13b Opiumwet, betekent niet automatisch dat de burgemeester ook in redelijkheid zijn Damoclesbeleid heeft mogen toepassen. Op grond van art. 4:84 Awb is de burgemeester verplicht om van een beleidsregel af te wijken als de gevolgen voor belanghebbenden wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Om dat te beoordelen moeten alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen (zie ABRvS 26 oktober 2016,

ECLI:NL:RVS:2016:2840

, AB 2016/447, m.nt. H.E. Bröring, JG 2017/18, m.nt. M. Vols & L.M. Bruijn). Denk hierbij aan huurrechtelijk gevolgen van de sluiting, de gevolgen voor inwonende kinderen, gezondheidsproblematiek, financiële gevolgen en tegenwoordig ook maatregelen die verhuurders hebben getroffen om opiumwetovertredingen te voorkomen (zie bijv. ABRvS 2 juli 2018,

ECLI:NL:RVS:2018:2241

).

Als er geen sprake is van loop naar het pand door leveranciers of kopers is dit eveneens een omstandigheid die als bijzonder kan worden aangemerkt in de zin van art. 4:84 Awb. In een uitspraak op 29 november 2017 (

ECLI:NL:RVS:2017:3251

) oordeelde de Afdeling dat de afwezigheid van loop naar het pand ervoor zorgt dat zij de burgemeester niet kan volgen in de redenering dat geen sprake is van een punitieve sanctie. Betrokkene in deze zaak was aangehouden vanwege handel en bezit van softdrugs. Bij aanhouding bleek zij 24,5 gram hennep te bezitten. Haar bijrijder had 11 XTC-pillen bij zich. Aansluitend is de woning van betrokken onderzocht. Daar is 7,8 gram hennep aangetroffen, inclusief lege gripzakjes en ander verpakkingsmateriaal. Op basis van deze omstandigheden heeft de burgemeester besloten om de woning voor de duur van drie maanden te sluiten.

Betrokkene heeft verklaard te handelen in softdrugs, maar niet vanuit haar woning. Zij verpakt de hennep enkel thuis en bezorgt de drugs bij klanten na telefonische bestelling. Er is geen sprake van bekendheid van het pand als drugspand of loop naar het pand van kopers of leveranciers. Volgens de Afdeling had de burgemeester in zijn besluitvorming moeten meewegen dat levering en verkoop niet plaatsvonden bij de woning. Zonder nadere motivering over de noodzakelijkheid van de sluiting kon de Afdeling niet tot de conclusie komen dat de burgemeester in redelijkheid tot sluiting heeft kunnen overgegaan en dat geen sprake is van een punitieve sanctie.

In een nieuw besluit op bezwaar heeft de burgemeester de noodzakelijkheid van de sluiting gemotiveerd door te wijzen op het verleden van betrokkene (ABRvS 24 oktober 2018,

ECLI:NL:RVS:2018:3482

). Zij zou zich langdurig en structureel bezighouden met de handel in drugs, waardoor kan worden aangenomen dat zij bekendheid geniet bij kopers en verkopers. De woning van betrokkene is daarnaast al een keer eerder gesloten op grond van art. 13b Opiumwet. Het verpakken van de drugs in de woning, samen met de bekendheid van de betrokkene als dealer maakt dat sluiting volgens de burgemeester noodzakelijk is. Dat er geen sprake is van een punitieve sanctie motiveert de burgemeester door aan te geven dat de sluiting enkel tot doel heeft de overtreding te beëindigen en herhaling daarvan te voorkomen. Volgens de Afdeling heeft hij hiermee voldoende gemotiveerd dat sluiting van de woning noodzakelijk is en dat van een punitieve sanctie geen sprake is.

Dit doet bij mij ernstig de wenkbrauwen fronsen. Het is vaste jurisprudentie dat art. 13b Opiumwet niet alleen van toepassing is indien in een pand drugs aanwezig is om vanuit daar te worden verkocht, maar ook indien drugs aanwezig zijn om elders te worden verkocht. Deze aanwezigheid geeft een titel voor het toepassen van

bestuursdwang,

maar betekent niet dat de burgemeester ook in redelijkheid tot

sluiting

kan overgaan. Het toepassen van bestuursdwang wordt gezien als een herstelsanctie en strekt ertoe de overtreding (lees: drugshandel) te beëindigen en herhaling te voorkomen. In deze zaak vindt de handel echter niet plaats in of bij de woning; betrokkene gaat bij de klanten langs na telefonische bestelling. Sluiting van de woning strekt dus niet tot het beëindigen en voorkomen van drugshandel.

Dit gebrek aan rechtvaardiging van de herstelsanctie is een bijzondere omstandigheid in de zin van art. 4:84 Awb, waardoor de burgemeester had moeten afwijken van zijn Damoclesbeleid. De burgemeester had in dit geval kunnen volstaan met een minder zware maatregel zoals een last onder dwangsom of een waarschuwing. Door sluiting van panden die niet in verband staan met drugshandel te rechtvaardigen, raakt de Afdeling verder verwijderd van de oorspronkelijke bedoeling van de wet: sluiting van illegale verkooppunten.

Artikel delen