Johan Remkes presenteerde op 5 oktober zijn rapport aan het kabinet voor het stikstofprobleem. In het advies staat onder andere een kortetermijnaanpak die uitgaat van het wegnemen van piekbelasters. Dat is goed voor de natuur want het geeft het verminderen van de stikstofdepositie een impuls. Het moet ook zorgen voor de langverwachte oplossing voor de PAS-melders. Hier hebben de provincies regelmatig aandacht voor gevraagd. Wat het effect op de gebiedsprocessen van deze ingreep is, kan per situatie verschillen. Dit is voor provincies wel van belang.
De provincies gingen de afgelopen tijd twee keer met Remkes in gesprek. Namens de gezamenlijke provincies zegt de voorzitter van stikstofcommissie Edward Stigter: “Dit voelt voor iedereen als een belangrijk rapport. Wij vinden het verstandig dat wij hiervan een goede en scherpe analyse maken. Wij komen later met een uitgebreidere reactie op het advies. Voor nu benadrukken we dat er een goede balans nodig is tussen die kortetermijnaanpak en ruimte geven aan de gebiedsprocessen op middel- en lange termijn. Het is aan het Rijk om te organiseren dat beide in samenhang worden aangepakt. Hierbij maakt het veel uit hoe je die kortetermijnaanpak vormgeeft.”
Er moet snel een duidelijk perspectief komen voor de landbouw. Provincies benadrukken dat het eigenlijk geen vertraging meer kan verdragen. Remkes onderstreept de noodzaak in zijn advies en wil dat het Rijk kijkt naar nieuwe verdienmodellen voor agrariërs. Hoe dit landbouwperspectief er precies uitziet, maakt het Rijk later bekend.
De provincies herkennen zich in de rol die Remkes beschrijft over de ruimtelijke aspecten. Provincies pakken die rol ook en werken dat goed uit samen met de sector.
Ook maatregelen voor de industrie, scheepvaart, verduurzaming van recreatie in de duingebieden horen bij een effectieve aanpak. Een versnellingsaanpak voor andere sectoren is dan ook zeer welkom. Dit sluit aan bij de gedachten uit het NPLG om te zoeken naar integrale oplossingen.
De provincies geven tot slot aan dat de omvang van de opgaven in het landelijk gebied zo groot is dat het werken aan oplossingen samenwerking vraagt van verschillende overheden. Dit is soms ingewikkeld en vraagt om wederkerige afspraken. Het rapport bevat voor de samenwerkende provincies voldoende aanknopingspunten om het gesprek over constructieve samenwerking met het Rijk verder uit te bouwen. De provincies stellen zich op als constructieve partners voor andere overheden inclusief het Rijk.
Wat wel kan: Uit de impasse en een aanzet voor perspectief (Johan Remkes)