Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Energielabel nieuwbouw: wat nu?

Na de behandeling van het energielabel in de Tweede Kamer op 16 mei en na enkele gesprekken met ambtenaren op het ministerie, beginnen langzaam de contouren en implicaties van het ‘Blok’-label duidelijk te worden. Het is uiterst teleurstellend.

Lente-Akkoord 8 July 2013

Na de behandeling van het energielabel in de Tweede Kamer op 16 mei en na enkele gesprekken met ambtenaren op het ministerie, beginnen langzaam de contouren en implicaties van het Blok-label duidelijk te worden. Het is uiterst teleurstellend.

We krijgen in Nederland voor bestaande èn nieuwbouwwoningen een energielabel met een simpele bepalingsmethode. Dit is een bepalingsmethode met 12 kenmerken die consumenten zelf in kunnen vullen. Dit label loopt van G tot en met A. Voor energiezuiniger woningen dan A moeten meer kenmerken ingevuld worden. De methode moet hiervoor nog worden aangepast. De kenmerken zijn in de toekomst voor nieuwbouw algemeen beschikbaar, omdat die ook nodig zijn voor de EPC-berekening. Bewoners van nieuwbouwwoningen moeten zelf ook daarmee de bepalingsmethode kunnen invullen, zodat voor hen ook op die manier de labels A+ en A++ etc. beschikbaar komen. Op dezelfde wijze kan de ontwikkelaar van nieuwe woningen het label bepalen. Voor het verkrijgen van het A++ label etc. is het dus ook niet noodzakelijk dat opleverprotocollen gehanteerd worden. De minister gaat het hanteren van die protocollen ook zeker niet verplichten.

Naast het energielabel komt er één berekeningsmethode (de NEN 7120) (de uitgebreide methode) waarmee de energiekwaliteit van bestaande en nieuwbouw kan worden berekend. Hiertoe wordt het Nader Voorschrift voor de bestaande bouw per juni 2014 in de NEN 7120 ingevoerd. Die berekeningsmethode leidt tot een getal: een EPC voor nieuwbouw, een EI voor bestaande bouw. Dat getal is nodig als je bijvoorbeeld voor een woning een groenhypotheek oid wilt hebben. Met dat getal kan GEEN energielabel van G t/m A++++ bepaald worden. Noch voor de bestaande voorraad, noch voor de nieuwbouw. Dit getal kan (voor nieuwbouw) verkregen worden door de EPC-berekening uit te voeren. Op vrijwillige basis kan er een opnametoets bij oplevering plaatsvinden. Het is aan de opdrachtgevers, banken of klanten of zij om deze extra kwaliteitsborging gaan vragen.

Voor de partners van het Lente-akkoord is deze uitkomst zeer teleurstellend. Onze conclusie is dat het energielabel voor A++ en beter in deze vorm niet geschikt is om aan de klant de superieure nieuwbouwkwaliteit tot uitdrukking te brengen, omdat de kwaliteit van het energielabel niet geborgd is.

Het is uiterst teleurstellend dat de bouw- en ontwikkelwereld de afgelopen twee jaar hard heeft gewerkt aan de opzet en invoering van een opnameprotocol energieprestatie bij oplevering, en dat de minister nu, nadat de invoering tweemaal was uitgesteld, het hele stelsel op de kop gooit.

Het ministerie vindt dat we de consument met EPC-getallen van de uitgebreide methode moeten zien te verleiden, en is er niet van overtuigd dat dit niet kan lukken.

Daarmee zijn we terug bij af: deze onmogelijkheid was in januari 2011 nu juist de aanleiding voor de partners van het Lente-akkoord om het energielabel nieuwbouw te omarmen en te adopteren

Onze conclusie: wij zullen ons eigen plan moeten trekken.

Het gaat om twee zaken:

1-     hoe positioneren wij onze nieuwe superenergiezuinige woningen in de markt, terwijl we alleen een krakkemikkig label tot onze beschikking hebben en een cijfer dat de consument niets zegt. Hebben we daar een nieuw, privaat label voor nodig, zoiets als een nulopdemeter-label?

2-     Hoe zorgen we dat de consument aan kan op de energiekwaliteit van de nieuwbouw?

We dagen u uit om hier de komende zomerweken over na te denken. Reacties graag naar

cb@lente-akkoord.nl

.  Na de zomer beleggen we een brainstormsessie.

Door

LenteAkkoord

Artikel delen