Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Gefaseerde inwerkingtreding van de Omgevingswet (een gepasseerd station)

In zijn brief van 9 mei 2023 (33 118, FH) reageerde minister De Jonge op de opmerking/verzuchting van de Raad van State, opgenomen in het Jaarverslag 2022, of de Omgevingswet niet beter gefaseerd ingevoerd had moeten worden. Het antwoord van de minister is ronduit vreemd.

17 september 2023

Opinie

Opinie

De Jonge schreef namelijk dat het half of in delen invoeren van een nieuw stelsel voor het maken van integrale afwegingen niet wenselijk en mogelijk is, maar dat het overgangsrecht zal zorgen voor een zorgvuldige invoering, waardoor er sprake is van continuïteit en rechtszekerheid.

Mij lijkt dat door het in de wind slaan van het advies van de Afdeling advisering (No. W14.11.0341/IV) van 25 januari 2012 om vooral fasegewijs te gaan werken aan de opbouw van het nieuwe omgevingsrecht, er juist (ook) een veel te omvangrijk en onuitvoerbaar overgangsrecht is ontstaan.

Het was van meet af aan duidelijk dat de regering weinig waarde hechtte aan het advies van de Afdeling advisering. Dat zij geen enkel benul had van de omvang bleek al uit de brief van 28 juni 2011 (31953, nr. 40), waarin de MIenM schreef dat in het voorjaar van 2012 een voorstel voor de Omgevingswet bij de Tweede Kamer zou worden ingediend en dat zij voornemens was om de nieuwe wet in 2013 in werking te laten treden.

Om op 16 juni 2014 te schrijven dat het de bedoeling was dat ook de aanvullingen over bodem, geluid, grondeigendom en natuur op dezelfde dag in werking zouden treden als de Omgevingswet (33 962, nr. 3, p. 325).

Maar een aanpak in tranches heeft de regering zichzelf al in 2014 onmogelijk gemaakt door toen al aan te kondigen dat:

  1. alle richtlijnen opnieuw zouden worden geïmplementeerd,

  2. door in de Invoeringswet Omgevingswet allemaal wetten te noemen die eerst ingetrokken konden worden als ook de aanvullingswetten van kracht zouden zijn en

  3. met een geheel nieuw begrippenstelsel te komen, waardoor alleen al om die reden al die wetten moesten worden ingetrokken of gewijzigd.

Dat het Ow-gevaarte op 1 januari 2024 in de overheidshavens moet zijn afgemeerd en dan de lading moet zijn gelost, wordt bezwaarlijk. Op zulke grote containerschepen is onze binnenlandse infrastructuur niet berekend en als dat al lukt, zijn er onvoldoende stuwadoren om de karrenvrachten aan regelingen te lossen en in de kantoren te brengen.

De wal zal het schip keren, het is gedoemd is om op zee te blijven liggen. Lijkt me een prima ankerplaats, bij voorkeur buiten onze territoriale grenzen.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.