Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Gemeente Nieuwegein: zie de monitor Omgevingswet als kans

Met inmiddels alweer de derde rapportage van de monitoring Omgevingswet en Wkb op stapel, grijpen we dit moment aan voor een gesprek met de gemeente Nieuwegein.

VNG 8 december 2024

Blog

Blog

Wij als VNG vinden het belangrijk om in kaart te brengen in hoeverre de Omgevingswet de verbeterdoelen behaalt. Dit doen we elk kwartaal middels een enquête: de monitor Omgevingswet en Wkb. Met de uitkomst verschaffen we verantwoordingsinformatie richting het rijk, maar krijgen we ook landelijke inzichten om u te kunnen ondersteunen waar dat nodig is. 

We spreken Jasper Blom, beleidsadviseur Toezicht, veiligheid en leefbaarheid, en Guus Welter, kwaliteitsmanager Omgevingswet, bij Gemeente Nieuwegein. Beide heren breken graag – en met een gezonde kritische blik – een lans voor de monitor. 

Blik onder de motorkap

Veel gemeenten kregen eind 2023 een groot aantal aanvragen binnen, op de valreep onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Hiermee stelden burgers en bedrijven de confrontatie met de nieuwe Omgevingswet nog even uit. Dit was bij Gemeente Nieuwegein niet anders. Welter vertelt: “Het wegwerken van deze piek heeft ons tot ver in 2024 beziggehouden. Maar inmiddels ben ik enorm geïnteresseerd in hoe één en ander loopt onder de Omgevingswet. De afgelopen tijd druppelden er steeds vaker bouwmeldingen binnen en dit zullen er als het goed is alleen maar meer worden.”  

En zo niet, dan kan dit volgens Welter meerdere dingen betekenen. “De initiatiefnemer snapt de procedure niet goed, of de melding is op de verkeerde plek beland, of deze ligt wel op de goede plek maar er wordt intern niets mee gedaan, of er gaat iets mis in het landelijk DSO. Hoe dan ook: we moeten er wat mee. Zowel wij zelf, als de VNG en het rijk. Dus het is heel goed om dit in kaart te hebben. Ik zie de monitor dan ook als een motorkap die opengaat, waardoor je echt even goed zicht krijgt op je systemen en werkprocessen – iets dat je als gemeente sowieso regelmatig zou moeten doen. De monitor dwingt je om diep de organisatie in te gaan; van vergunningen verlenen, tot planvorming, tot toezicht en handhaving tot je omgevingsvisie. Iets dat alleen maar belangrijker wordt nu we meer onder de nieuwe wet gaan werken.” 

Hulp bij inkleuren nieuwe taken

Blom haakt hierop in: “In dit stadium zijn er nog niet zoveel Wkb-meldingen, dus die zijn nog prima allemaal in te zien. Het is goed om met de monitor inzichtelijk te krijgen wat er goed en minder goed loopt, en wat daar vervolgens mee gebeurt. We zien vanuit het DSO nogal eens een schot hagel binnenkomen. Initiatiefnemers blijken soms maar wat aan te klikken als ze iets niet begrijpen. En dan zitten wij met meldingen die incompleet of onjuist zijn, waarop wij actie moeten ondernemen. De VNG en ‘Den Haag’ moeten dit soort signalen wel doorkrijgen. En het kan voor onszelf reden zijn om een en ander te wijzigingen in ons interne proces, of iets aan te passen in de communicatieve sfeer.” 

Ook is de gemeente er nog niet helemaal uit hoe ze precies de veranderende taken wil inkleuren. Blom vervolgt: “Onder de Wkb is het toezicht geprivatiseerd, gemeenten doen op dat vlak in feite een stap terug. Waar normaal een bouwinspecteur van de gemeente controleert, is nu de markt aan zet met kwaliteitsborgers. Hoe groot die stap terug gaat zijn, is aan iedere gemeente zelf. Zet je een enorme pas achteruit en vertrouw je de markt compleet, of blijf je er bovenop zitten en doe je in feite dubbel werk? Wij zijn er zelf nog niet helemaal uit hoe wij onze veranderende taken inkleuren – de monitor geeft hier beeld en richting bij.” 

Concreet bonnetje

Een ander argument pro-monitor heeft te maken met de al dan niet stijgende kosten door invoering van de Omgevingswet. Welter legt uit: “Uiteindelijk heeft alles wat niet goed gaat consequenties qua capaciteit en geld. Dus de verwachting is dat gemeenten te maken zullen krijgen met extra kosten, maar zoiets moeten we wel hard kunnen maken. En de monitor helpt daarmee een begin te maken.” 

Blom vervolgt: “Als we straks bijvoorbeeld zien dat, ik noem maar wat, 80% van de meldingen incompleet blijkt te zijn, dan krijgt een administratieve collega het logischerwijs drukker, wat capaciteit en geld kost. En heb je vraagtekens bij de werkwijze van een kwaliteitsborger en stuur je er een bouwinsecteur op af, dan heeft ook dat financiële impact. Net als de inzet van bijvoorbeeld een handhavingsjurist als dat nodig blijkt te zijn. Als alle gemeenten dit soort zaken via de monitor bijhouden, dan kan er echt een concreet bonnnetje naar Den Haag en help je de VNG met de onderbouwing van een eventuele financiële tegemoetkoming. Dus ik kan het niet vaak genoeg zeggen: vul die monitor in! En gebruik ook de open velden als je bepaalde input elders niet kwijt kunt.” 

Als alle gemeenten hun eventuele extra kosten via de monitor bijhouden, dan kan er echt een concreet bonnetje naar Den Haag en help je de VNG met de onderbouwing van een eventuele financiële tegemoetkoming

Benchmark: start van de discussie

De monitor bevat ook een benchmarktool, zodat gemeenten hun ingevulde gegevens kunnen vergelijken met gemeenten van soortgelijke grootte. Blom: “Dit is prettig, maar ik zie het vooral als sfeerbeeld. Er is namelijk geen eenduidige manier van invullen van de monitor, iedere gemeente interpreteert vragen op haar eigen manier, wat vergelijken lastig maakt.”  

“Neem bijvoorbeeld de vraag ‘heb je een omgevingsvisie vastgesteld?’, vervolgt Welter. “Wij hebben dit jaar bij elk kwartaal ‘nee’ ingevuld. Maar dit betekent niet dat wij geen omgevingsvisie hébben. Wij hebben hem alleen al in 2023 vastgesteld. Dus tja, een andere gemeente kiest in dit geval misschien wel voor ‘ja’, want de visie is wél vastgesteld, alleen niet in dat specifieke kwartaal. De vragenlijst is dus multi-interpretabel. Wat niet raar is, maar wel iets waar je je van bewust moet zijn. Bestuurders of directeuren kunnen niet aan de hand van de benchmark zeggen dat je beter of slechter functioneert dan andere gemeenten. Maar de benchmark is wel goed om de discussie met elkaar aan te gaan. Waar komen die verschillen vandaan? Zijn vragen anders geïnterpreteerd of is er meer aan de hand?” 

Tweeledig inzicht

Wat betreft Welter moet je het vereenvoudigen van werkwijzen zien als groeitraject. En dat geldt ook voor de Omgevingswet. “De wet heeft nog even tijd nodig, zal ik maar zeggen. Maar ik geloof absoluut dat de Omgevingswet en de Wkb iets positiefs opleveren. Beweging is altijd goed, want het laat mensen nadenken over waar ze mee bezig zijn en dat levert altijd iets op, al is het maar meer samenwerking. Daarnaast ben ik ook echt fan van eenvoudiger en meer integraal bezig zijn, wat natuurlijk ook het doel van de wet is.”  

Blom vult aan dat het momenteel nog even kan voelen als een tijdelijke stap achteruit. “Het is nu nog niet eenvoudig beter, maar complex anders. Er is veel opgeknipt: een initiatiefnemer krijgt te maken met allerlei losse meldingen, zoals rondom slopen, rondom stikstof, et cetera. Dit is foutgevoelig.” Tegelijkertijd vragen beide heren zich hardop af of er wel echt meer fout gaat doordat mensen hun weg nog moeten vinden in nieuwigheden, zoals de splitising tussen technische en ruimtelijke acitviteiten. Of gaat er niet per sé meer fout, maar zijn de foutjes nu meer zichtbaar? Welter veruidelijkt: “Hiermee bedoelen we dat bepaalde wetgeving er allang was, maar voorheen makkelijk over het hoofd kon worden gezien, bewust of onbewust. Nu in het Omgevingsloket alle wetgeving gebundeld is, komen missers op dat vlak opeens naar boven. Denk aan de flora- en faunawet waar voorheen weinig mensen zich aan hielden. Maar als iemand nu een simpel bouwmarktschuurtje in zijn betegelde achtertuin wil zetten, dan móet er een BSI (beschermde diersoorten indicator) ingevuld worden en is er vaak aanvullend onderzoek nodig, wat het zowel complex als foutgevoelig maakt. Fouten die nu dus meer zichtbaar worden.” 

Advies voor de monitor

Hoewel beide heren nog maar eens benadrukken positief te zijn over de monitor, schromen ze niet een paar suggesties te delen. Welter: “Momenteel voeren cijfers en data de boventoon. Ik zou het een goed idee vinden als de monitor wordt aangevuld met gesprekken met gemeenten, met interviews dus. Dan krijg je alle issues pas écht goed in beeld.”  

Ook is Welter voorstander van minder subvragen. “Dat maakt het invullen iets eenvoudiger. Want neem bijvoorbeeld de vraag over ‘wijzigingen in capaciteit ten opzichte van vorig jaar’; die kunnen de meeste gemeenten waarschijnlijk vrij rap beantwoorden. Maar de subvragen gaan een stuk dieper en maken het invullen lastig. Wat ook een drempel vormt voor gemeenten om de monitor überhaupt in te vullen. En wellicht zijn die specificaties helemaal niet nodig richting het rijk. Je kunt er ook voor kiezen om de monitor wat te vereenvoudigen en bepaalde extra kwalitatieve info uit te vragen door middel van interviews.”  

Tot slot twijfelen beide heren er niet aan dat de monitor volgend jaar een beter beeld gaat geven. Welter: “Dan zijn die extra aanvragen onder de oude wetgeving in alle gemeenten weggewerkt en minder als stoorzender aanwezig. Dit jaar is een overgangsjaar en daarom toch wat minder representatief. Ik weet zeker dat we volgend jaar met z’n allen betere conclusies kunnen trekken.” 

Meer informatie

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.