Er zijn vertragingen opgetreden bij het bereiken van overeenstemming over het meerjarig financieel kader (MFK) van de EU voor 2021-2027 en het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) voor de periode na 2020. Daarom heeft de Europese Commissie een overgangsregeling voor het GLB in 2021 voorgesteld waarmee de verstrekking van financiële middelen aan EU-landbouwers en voor plattelandsontwikkeling kan worden voortgezet na het aflopen van het huidige beleid in 2020 en totdat een nieuw GLB van kracht wordt. Door deze vertragingen zal het potentieel ambitieuzer landbouwbeleid van de EU met ten minste een jaar worden uitgesteld, waarschuwt de Europese Rekenkamer in een nieuw advies. Deze extra tijd moet worden gebruikt om de in de Green Deal uiteengezette uitdagingen inzake klimaat en milieu aan te pakken, een solide governance van het toekomstige GLB te waarborgen en het prestatiekader ervan te versterken, aldus de controleurs.
De Commissie heeft voorgesteld het bestaande rechtskader te verlengen en het beleid te blijven financieren op basis van de bedragen die zij voor het MFK voor de periode na 2020 heeft voorgesteld. Deze voorgestelde overgangsverordening heeft tot doel zekerheid en continuïteit te bieden bij de verlening van steun en om de overgang van de huidige naar de volgende periode vlotter te laten verlopen. In de voorgestelde overgangsregels voor 2021 wordt ervan uitgegaan dat het nieuwe GLB, dat aanvankelijk op 1 januari 2021 van start zou gaan, een jaar vertraging zal oplopen. De controleurs hebben onderzocht of de voorgestelde regels juridisch duidelijk zijn en getuigen van voorzichtigheid op financieel gebied, en analyseerden de gevolgen ervan voor het GLB na 2020.
“De stand van de besprekingen tussen het Europees Parlement en de Raad wijst erop dat de toepassing van het nieuwe rechtskader en de strategische GLB-plannen vanaf 2022 een uitdaging zou kunnen vormen”, aldus João Figueiredo, het lid van de ERK dat verantwoordelijk is voor het advies. “De tussenliggende periode moet worden gebruikt om de door ons aan de orde gestelde kwesties aan te pakken, met name in verband met de uitdagingen inzake klimaat en milieu.”
