Dr. Cees-Jan Pen, programmaleider Onderzoek Economie & Innovatie bij Nicis Institute, schreef een column over winkelleegstand in Nederland. Hij vraagt zich af welk soort steden we willen creëren: vitale steden of kloonsteden?

Dr. Cees-Jan Pen, programmaleider Onderzoek Economie & Innovatie bij Nicis Institute, schreef een column over winkelleegstand in Nederland. Hij vraagt zich af welk soort steden we willen creëren: vitale steden of kloonsteden?
Door Cees-Jan Pen, Programmaleider Onderzoek Economie & Innovatie Nicis Institute
Ik houd niet van somberheid en probleemdenken. Normaal denk ik in termen van kansen en uitdagingen. In het geval van de winkelsituatie kan ik er niet omheen; dit is een probleem en dit moet op de politieke agenda. Gelukkig hielp het VPRO-programma De Slag om Nederland de winkelproblematiek onder de aandacht te brengen. Steden dreigen zielloos te worden, binnensteden verschralen, de officiële en zeker verborgen winkelleegstand (door inefficiënt gebruik van vastgoed) neemt toe. Door Cor Molenaar van de Erasmus Universiteit wordt zelfs gesproken over het einde van het winkelen. Speciaalzaken verdwijnen, de middenstand heeft het moeilijk en door dominante winkelketens dreigen steden steeds eenvormiger te worden. Enkele vitale (binnen)steden blijven over en de rest dreigt het predicaat kloonsteden te krijgen. Wat een gezelligheid.
Het Nederlandse winkeloppervlak: goed voor 50 miljoen mensen?
Er is een fors overaanbod aan winkellocaties. De Slag om Nederland heeft het over een aanbod van winkels in Nederland waarmee 50 miljoen mensen kunnen worden bediend. In combinatie met de matige economische vooruitzichten zal de verschraling van steden, zonder ingrijpend schrappen van plannen en transformeren van winkellocaties, sterk toenemen. In 2010 sloten vijf- tot tienduizend winkels hun deuren en belandden er beduidend meer middenstanders in de rode cijfers. De omzet van speciaalzaken daalde in 2010 met bijna 5 procent. De toekomst ziet er somber uit. Bakkers, groentezaken, slagers en ambachtelijke bedrijvigheid worden beschermde stedelijke attracties. Natuurlijk speelt de webwinkelende meneer bol.com een rol en lijkt de consument te gaan voor ketens en supers. Dit is maar één kant van de medaille.
Oneerlijke concurrentie: race to the bottom
Kopen consumenten alles bij de grote winkelketens omdat het eenvoudig is? Of omdat het simpelweg goedkoper is? Door de zelfgecreëerde, maar door gemeenten vaak ondersteunde, relatieve monopoliepositie van de winkelketens kunnen zij hun producten goedkoper aanbieden. Daarnaast blijven zij langer open in de avonden en op koopzondagen. Dit betekent voor de meeste middenstanders een race to the bottom. Overheden moeten zich bewust zijn van deze vorm van oneerlijke concurrentie.
Middenstand in de vorm van horeca, patat en belwinkels
Zelfs krachtige binnensteden hebben te maken met een ware overlevingsstrijd van de middenstand. De enige middenstand bestaat binnenkort uit horeca, patatzaken en belwinkels. Nederlandse steden dreigen fantasielozer te worden en te veramerikaniseren. Op papier worden begrippen als diversiteit, duurzaamheid (CO² neutraal), authenticiteit en vooral creativiteit omarmd. In de praktijk gaat de bouwwoede van grote ketens, vastgoedbedrijven, projectontwikkelaars en beleggers door. Het gevaar dreigt dat in Nederlandse steden, net als is gebeurd in Amerikaanse, Aziatische en ook Franse steden, het meeste vertier straks te vinden is in stedelijke malls, en shopping- en outlet centra buiten de stad. En dat terwijl de middenstand steden juist bruisend, dynamisch, interessant voor bezoekers, maar vooral creatief maakt. Hoe verhoudt dit zich tot de profilering van veel steden als creatieve stad, kennisstad en cultuurstad? De tijd van lege citymarketing campagnes was toch voorbij?
Het Tesco effect
Blijkbaar leren we niets van het buitenland. Daar is al veel onderzoek gedaan naar de negatieve effecten van winkel en werkgebieden aan de rand van de stad. Charles Landry (schrijver en stadsplanoloog) concludeert dat deze ontwikkelingen: oude steden uiteen doen vallen (.)het levensbloed aan steden onttrekken, leiden tot een afname in lokale middenstand en stimuleerden het proces, waarbij ketens het stadsbeeld bepalen (The Art of Citymaking, Charles Landry, 2007: 129 ). Hij typeert dit als het Tesco-effect van lokale overheden. Zodra een Tesco (internationale hypermarktketen, red.) opent, zie je dat lokale winkels worden gesloten. In Frankrijk en Polen is ter belemmering van de voortgaande leegloop van steden een speciale wet ingesteld rondom ontwikkelingen groter dan 300m². In het Verenigd Koninkrijk worden vergelijkbaar met afspraken rond sociale woningbouw nu afspraken gemaakt over het percentage lokale winkels en worden belastingvoordelen gegeven aan de middenstand. In Parijs moet het pand van een bakker, groenteman of slager een vergelijkbare functie houden. Zo wordt voorkomen dat een stad een standaardproduct wordt.
Kleur bekennen!
Het tempo van de verschraling neemt toe. In het Verenigd Koningrijk wordt na kloonstad al gesproken over ´ghost towns´ en de Verenigde Staten spreken over 'dead malls'. Nederlandse steden moeten nu kleur bekennen. Plannen schrappen, planoptimisme vervangen door schaarste, echt regionaal afstemmen en het MKB veel centraler stellen. Gebruik de ervaringen uit het buitenland en vertaal deze naar concrete acties. Gelukkig heeft Tilburg de mall afgeblazen. Waarom geen concrete afspraken met ontwikkelaars, beleggers en corporaties maken over het percentage middenstand? Zo behoud je de diversiteit van binnensteden. Niet voor niets vind je gezelligheid en de beste en leukste winkelstraten vooral in gebieden waar ruimte is voor de middenstand.
Dr. Cees-Jan Pen
Programmaleider Onderzoek
Nicis Institute
U kunt reageren via de website van Nicis