Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Hubs zijn er voor iedereen

Mobiliteitshubs klinken misschien technisch, maar in de praktijk gaan ze over mensen. En die mensen? Die verschillen per wijk. In deze vierde blog in de reeks De ruimte ligt op straat zoomen we in op de kracht van participatie. Want één ‘ideale hub’ voor heel Nederland? Die bestaat niet. Wat werkt, hangt sterk af van wie er woont, hoe de buurt eruitziet en wat mensen nodig hebben. Onze collega Erik van der Veen deelt lessen uit de praktijk over hoe je bewoners écht betrekt bij het ontwerp van een hub.

24 July 2025

Lees hier deel 1

Lees hier deel 2

Lees hier deel 3

Uit onderzoeken leren we veel over hoe mensen een hub willen gebruiken. Maar wie doen er eigenlijk mee aan dat onderzoek? Vaak zijn het juist de hoogopgeleide, welgestelde deelnemers die zich laten horen. Bewoners in een sociale huurwoning blijven echter ondervertegenwoordigd (Pharos, 2022). En dat is een probleem. Want deze groep loopt juist extra risico op vervoersarmoede. Als je hubs ontwerpt met publiek geld, dan moeten ze voor iedereen werken. Dus ook – en juist – voor mensen die minder snel meedoen in een enquête. 

Participatietrajecten kunnen hierin het verschil maken. Door letterlijk in gesprek te gaan - in begrijpelijke taal, op een vertrouwde plek. En vooral: door goed te luisteren naar wat mensen belangrijk vinden.

Eén wijk, één aanpak 

Elke wijk is anders, en dus ook elke hub. De kracht van een hub zit ‘m in hoe goed deze aansluit bij de mensen die er wonen en reizen. Of ze de hub gaan gebruiken, hangt vaak af van wat er te vinden is: deelauto’s, een fietsenstalling, een koffiekar of een veilige plek. Wat maakt het aantrekkelijk om de privéauto te laten staan? 

Figuur: praatplaat How to hub.

Volgens Erik van der Veen begint het allemaal bij het gesprek: “Participatie is meer dan het organiseren van een informatieavond. Je kunt bewoners niet vroeg genoeg betrekken. Begin bij de opgave, niet bij de oplossing. Laat mensen meedenken, ideeën aandragen. Dan maak je plannen beter én enthousiasmeer je mensen vanaf het begin.”

De praatplaat als gespreksstarter

Een hub is meer dan een mobiliteitspunt: het is een plek waar ruimtegebruik, technologie en gemeenschap samenkomen. Samen met de TU Eindhoven ontwikkelde AT Osborne een praatplaat waarmee beleidsmakers het gesprek met bewoners kunnen voeren. Want het doel, het gewenste gedrag en de doelgroep? Die verschillen per plek. 

Erik zegt het treffend: “Als je met mensen in gesprek gaat, heb je het niet over ‘burgers’. Die doe je op een broodje. Het gaat om omwonenden, studenten, reizigers, ondernemers, recreanten. Allemaal met hun eigen kijk en belangen.”

Te vroeg? Te laat? De participatieparadox

Goede participatie vraagt om lef, creativiteit en doorzettingsvermogen. Erik legt het mooi uit: “De participatieparadox bestaat écht. Begin je vroeg, dan vragen mensen: wat gaan jullie doen? Dat weet je dan nog niet. Begin je laat, dan zeggen ze: waarom hoorden wij dit nu pas? De oplossing? Dus ga het gewoon doen: vroeg betrekken, goed uitleggen en breed ophalen.”

Voorbeelden uit de praktijk

Voor de MIRT-verkenning Oude Lijn in Leiden hebben we een gebruikerspanel samengesteld. Vijftig inwoners, zorgvuldig gekozen, deden mee aan participatieavonden. En ja: daar stond een vergoeding tegenover. Dat helpt om meer mensen te bereiken. Erik: “Of: ga gewoon op pad. Bij het opstellen van de Mobiliteitsvisie 2050 door de Metropoolregio Rotterdam Den Haag zijn we in de regio met reizigers in gesprek gegaan – op de kinderboerderij, in de bus, bij het sportveld. Je spreekt mensen die je anders mist.”

Artikel delen