Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Kamerbrief over landelijk Actieplan Studentenhuisvesting

Met dit schrijven bericht ik uw Kamer over de voortgang van het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting. Op 17 november 2011 is het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting (LAS) 2011- 2016 ondertekend door mijn ambtsvoorganger.

17 July 2014

// ////

Met dit schrijvenbericht ik uw Kamer over de voortgang van het Landelijk ActieplanStudentenhuisvesting. Op 17 november 2011 is het Landelijk ActieplanStudentenhuisvesting (LAS) 2011- 2016 ondertekend door mijn ambtsvoorganger

1)

. De doelstelling van dit actieplan is tweeledig, enerzijds hetrealiseren van extra studentenhuisvesting en anderzijds het bevorderen vanbetere en directere samenwerking tussen betrokken partijen om op lokaal niveauhet tekort te aan studentenhuisvesting te verminderen. Over de voortgang vanhet LAS en de actiepunten waarvoor het Rijk aan zet is, is uw Kamer in juni2013

2)

geïnformeerd. Met dit schrijven bericht ik uw Kamerover de voortgang sinds juni 2013.

Tevens is uw Kamer indecember 2013 schriftelijk geïnformeerd over de stand van zaken met betrekkingtot de toezeggingen die tijdens het AO Studentenhuisvesting in september 2013zijn gedaan

3

)

. In deze brief zal ik ook de verderevoortgang op de nog lopende toezeggingen toelichten.

Realisatie extraeenheden 2011 - 2016

Eén van dehoofddoelstellingen uit het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting is hetrealiseren van extra studentenhuisvesting. De sociale studentenhuisvesters,verenigd in Kences, hebben bij de ondertekening van het LAS toegezegd doornieuwbouw en transformatie te zorgen voor 16.000 extra eenheden studentenhuisvestingtot 2016. Ik ben verheugd uw Kamer te kunnen berichten dat sinds de start vanhet Actieplan in totaal 8.094 eenheden zijn opgeleverd. Vorig jaar juni warendat er nog 5.051, dat betekent dat er in het afgelopen jaar 3.043 eenheden zijnbijgebouwd en opgeleverd. Kences geeft aan dat de studentenhuisvestersmomenteel nog 3.813 andere eenheden in aanbouw hebben. Hiermee komt het totaleaantal eenheden dat verzekerd is van oplevering uit op 11.569. Verder hebben deKencesdeelnemers (in sommige gevallen in samenwerking met privateinvesteerders) nog 4.395 eenheden in voorbereiding. Daarmee komt het totaleaantal naar verwachting te realiseren eenheden tot 2016 op dit moment uit op16.302. Op de website

www.dekenniseconomie.nl

is de voortgang van de bouwprojecten te volgen. In de bijlage behorend bij dezeKamerbrief vindt u de cijfers specificeert naar stad. Geconcludeerd kan worden

dat de voortgang van de realisatie van de extraeenheden op schema ligt en het afgesproken aantal van 16.000 eenheden naarverwachting ruim behaald wordt.

In het LandelijkActieplan Studentenhuisvesting zijn uitsluitend afspraken met de deelnemers vanKences gemaakt over de te realiseren huisvesting. Naast de studentenhuisvesterszijn marktpartijen en de particuliere sector van groot belang in deontwikkeling en het aanbod van studenteneenheden, zij accommoderen ongeveer 75%van het aantal uitwonende studenten.

Transformatie van(kantoor) panden naar studentenhuisvesting

Het transformeren van(kantoor)panden naar studentenhuisvesting zie ik als een belangrijk middel omhet tekort aan studentenhuisvesting te verminderen. Om de transformatieaanpakte bevorderen heb ik in het voorjaar van 2012 samen met de VNG het ExpertteamKantoortransformatie opgericht. Dit expertteam ondersteunt gemeenten, eigenarenen overige betrokkenen bij het transformeren van leegstaande kantoren inwoonruimte. De goede-voorbeelden-databank van het Expertteam Transformatielaat zien dat er de laatste jaren in toenemende mate (kantoor)pandengetransformeerd worden tot studentenhuisvesting. Sinds 2012 zijn zowel doorcorporaties als door commerciële verhuurders - alleen al in Amsterdam,Rotterdam, Utrecht en Eindhoven meer dan 4.000 studenteneenheden gerealiseerddoor middel van transformatie. Voorbeelden van grote transformatieprojectenzijn Acta Amsterdam (460 eenheden), Studenthotel Amsterdam en Rotterdam (950eenheden), Campus Diemen Zuid (936 eenheden) en transformatie van het ProvinciehuisUtrecht (660 eenheden).

Rol ministerie van Binnenlandse Zaken enKoninkrijksrelaties

De rol van hetministerie van BZK binnen het LAS is tweeledig. Ten eerste heeft het ministerieeen stimulerende en faciliterende rol, maakt het kennisdeling mogelijk en zethet in op een goede samenwerking tussen gemeenten, studentenhuisvesters enonderwijsinstellingen. Ten tweede is mijn ministerie aan zet voor het wegnemenvan knelpunten in landelijke wet- en regelgeving die de ontwikkeling van nieuwestudenteneenheden in de weg staan. Met deze brief informeer ik uw Kameruitgebreider over de acties van het ministerie van BZK op deze tweegebieden.

Stimuleren enfaciliteren van samenwerking en kennisdeling

Landelijk Platform Studentenhuisvesting

HetLandelijk Platform Studentenhuisvesting is het afgelopen jaar viermaal bijeengekomen om met de landelijk betrokken partijen de realisatie van destudentenhuisvesting te bespreken en nieuwe initiatieven op te pakken. Tijdensdeze bijeenkomsten is gekeken hoe gezamenlijk gewerkt kan worden aan hetverbeteren van de randvoorwaarden voor het verminderen van het tekort aanstudentenhuisvesting. Tevens heeft het Platform verkend wat ontwikkelingen inbeleid en wet- en regelgeving betekenen voor studentenhuisvesting. Voorbeeldenhiervan zijn beleidsontwikkelingen vanuit BZK, zoals de hervorming van het WWSen tijdelijke huur, en kabinetsbrede beleidsontwikkelingen, zoals de invoeringvan het leenstelsel (OCW). In september 2013heeft een Bestuurlijk Overleg plaatsgevonden, waar ik met bestuurders vangedachte heb gewisseld over onder andere het WWS, rijksvastgoed, hetBouwbesluit en de bestendiging van beleid. In dit overleg is onder andereafgesproken dat het ministerie van BZK verkent of de minimale oppervlakte-eisvan 18m2 voor studentenwoningen in het Bouwbesluit verlaagd

kan worden. Daarnaast is afgesproken dat het ministeriein samenwerking met Kences beziet of passende wetgeving mogelijk is voor

shortstay

van internationale studenten.

Investeren in studentenhuisvesting

Naar aanleiding van investeringen van PGGM in Engelsestudentenhuisvesting heeft uw Kamer heeft mij aangegeven graag te zien datinstitutionele beleggers zich ook richten op Nederlandse studentenhuisvesting.December jl. heb ik uw Kamer toegezegd in samenwerking met PGGM een overleg teorganiseren om kennis te delen en te bespreken of studentenhuisvestinginteressant kan zijn voor de lange termijn institutionele belegger

4)

. Deze bijeenkomst heeft plaatsgevonden op 17 april jl., in de aanwezigheidvan vertegenwoordigers van universiteiten, hogescholen, gemeenten,investeerders (PGGM, Syntrus Achmea) en aanbieders van studentenhuisvesting(UPP Engeland, DUWO, SSH, International Campus, Kences, Student Hotel). Debijeenkomst heeft onder andere geresulteerd in verschillende bilateraleafspraken tussen de aanwezigen. In meijl. heeft International Campus AG in mijn bijzijn met studentenhuisvester DUWOeen intentieovereenkomst getekend over samenwerking. Hierbij investeert hetDuitse IC 150 mln in de ontwikkeling van 2.250 studentenwoningen in vijfstudentencomplexen, waarvan er vier in Amsterdam worden gebouwd. Andere recentevoorbeelden van investeringen in Nederlandse studentenhuisvesting zijn deinvestering van Syntrus Achmea van 100 mln in 1.200 studentenwoningen en derealisatie van de campus Diemen-Zuid met een investering van 70 mln doorSnippe, Van Wijnen en Chalet Group.

Gemeente Amsterdamgeeft aan dat samenwerking tussen private partijen en corporaties steedsbelangrijker is geworden. Van de nieuwe eenheden die in Amsterdam tot en met2013 zijn gerealiseerd, is een kwart tot stand gekomen in een samenwerkingsverbandwaarbij private partijen het initiatief nemen tot investeren en corporaties destudentenwoningen afnemen en beheren. De gemeente benadrukt dat ook voor de inontwikkeling zijnde plannen de inzet van private investeerders (in samenwerkingmet corporaties) nodig is.

Monitorstudentenhuisvesting

Om meer zicht tekrijgen op de precieze lokale en landelijke ontwikkelingen in vraag en aanbodvan studentenhuisvesting, heeft Kences met een bijdrage van BZK de MonitorStudentenhuisvesting ontwikkeld. Deze jaarlijkse monitor is in september 2013

5)

voor de tweede keer gepubliceerd. De jaarlijkse Referentieramingen vanhet ministerie van OCW liggen aan de basis van de cijfers in de monitor. De belangrijkste conclusie uit de LandelijkMonitor 2013 is dat verwacht wordt dat de spanning op de markt voorstudentenkamers de aankomende jaren licht afneemt. Hoewel er tot 2021 nog18.000 extra studentenkamers nodig zijn, is de jaarlijkse productie van nieuwekamers de komende jaren naar verwachting groter dan de stijging van het aantaluitwonende studenten. Dat betekent dat met de bouw van studenteneenhedenmomenteel het huidige tekort (deels) wordt ingelopen. Van belang is echter hettekort aan studentenhuisvesting op lokaal niveau te bezien, de verschillen perstudentenstad zijn groot en studentenhuisvesting is daarmee echt een lokaleopgave. De Monitor Studentenhuisvesting 2013 laat zien dat de spanning tussende vraag en het aanbod in de steden Utrecht (12%), Eindhoven (12%), Amsterdam(8%), Ede

(7%) en Nijmegen (7%) momenteel procentueel het grootstis

6)

.

De resultaten van deMonitor Studentenhuisvesting 2014 zal ik op 1 oktober 2014 in ontvangst nementijdens het Landelijk Congres Studentenhuisvesting dat Kences organiseert.

Onderzoek effectenleenstelsel

In samenwerking methet ministerie van OCW, de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en Kences heb ikin 2013 een onderzoek laten uitvoeren naar mogelijke effecten opstudentenhuisvesting van de voorgenomen invoering van een sociaal leenstelselen het eventueel afschaffen van het studentenreisproduct

7)

. Dit was een verdiepend onderzoek als vervolg op de MonitorStudentenhuisvesting 2013 met als doel de validiteit en betrouwbaarheid van demonitor te verbeteren.

Kences is voornemensom ook in de Monitor Studentenhuisvesting 2014 aandacht te besteden aan demogelijke effecten van de invoering van het studievoorschot op de vraag naarstudentenhuisvesting.

Herbestemmingrijksvastgoed

Tijdens hetBestuurlijk Overleg Studentenhuisvesting in september 2013 heb ik toegezegd insamenwerking met de Rijksgebouwendienst (sinds 1 juli Rijksvastgoedbedrijf) tebezien hoe transformatie van leegkomende rijksgebouwen een rol kan spelen bijterugdringen van het tekort aan studentenhuisvesting. Dit is verder besprokenmet het Landelijk Platform Studentenhuisvesting en in samenwerking met hetRijksvastgoedbedrijf wordt verkend of en hoe rijksvastgoed dat afgestotenwordt, kan worden ingezet ten behoeve van studentenhuisvesting in de vijfstudentensteden met de grootste spanningsindicator.

Brandveiligheid

Op 17 februari jl.heb ik Uw Kamer schriftelijk geïnformeerd over brandveiligheidstudentenhuisvesting en u het onderzoeksrapport Brandveiligheidstudentenhuisvesting 2013 van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)toegestuurd

8)

. Tijdens overleg van het Landelijk PlatformStudentenhuisvesting is dit onderwerp onder de aandacht van de deelnemersgebracht en besproken. Alle deelnemers onderkennen het belang vanbrandveiligheid in studentenhuisvesting. Kences en Vastgoedbelang geven aan hunleden met regelmaat op dit belang te wijzen en de LSVb heeft hen opgeroepen omgezamenlijk verder te denken hoe het thema brandveiligheid meer en beter onderde aandacht van studenten te brengen. Momenteel zijn deze partijen met elkaaringesprek en spannen zij zich in om tot gezamenlijke actie te komen.

Wegnemen vanknelpunten in wet- en regelgeving

Naast het stimulerenen faciliteren van samenwerking en kennisdeling zet het ministerie van BZK zichin voor het wegnemen van knelpunten in wet- en regelgeving. Hieronder vindt ueen overzicht van de wet- en regelgeving waar in het kader vanstudentenhuisvesting het afgelopen jaar stappen in zijn gezet.

Short stay enuitbreiding campuscontracten

Bij de ondertekening van het LAS is afgesproken dat hetministerie van BZK een nieuwe huurvorm voor internationale studenten onderzoektom

short stay

te faciliteren. Tevens is afgesproken dat het ministerievan BZK campuscontracten uitbreidt voor promovendi. Op 11 april jl. heb ik uwKamer geïnformeerd over voorgenomen wijzigingen in de regelgeving voor hettijdelijk huren van woonruimte

9)

. Bovengenoemde onderwerpen maken hiervanonderdeel uit. Over de aansluiting van het door mij voorgestelde nieuwehuurcontract voor bepaalde tijd (met een maximum van twee jaar) bij de wensenvan Kences en het hoger onderwijs ten aanzien van

shortstay

-huisvestingwordt momenteel overleg gevoerd met Kences. Ik ben voornemens de betreffenderegelgeving eind van dit jaar aan uw Kamer aan te bieden.

BAG

In oktober 2013 heeft het Bronhouders enAfnemersoverleg (BAG BAO) besloten dat onzelfstandige studentenkamers instudentenflats niet langer als verblijfsobject met eigen adres opgenomen wordenin de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Dit is besloten om eenconsistente en kwalitatieve registratie van adressen te bewerkstelligen. Voorde meeste gemeenten heeft dit geen effect omdat zij studentenflats al op dezewijze hebben afgebakend of omdat ze geen studentenflats hebben. Echter, in eenaantal gemeenten hebben studentenkamers in een studentenflat een apart adres,waardoor deze gemeenten nu de verblijfsobjecten dienen in te trekken en destudenten administratief moeten verhuizen. Het grootste deel van de betrokkenpartijen heeft begrip voor de keuze om toe te werken naar uniformering. Kences(brancheorganisatie voor studentenhuisvesting) geeft echter aan een aantalpraktische problemen te zien en vindt met name het verdwijnen van deregistratie van onzelfstandige verblijfsobjecten bezwaarlijk. Naar aanleidingvan deze signalen wordt in samenwerking met Kences een verkenning naar de(on)mogelijkheden van een permanent register voor onzelfstandige eenhedengestart. Deze verkenning zal eind 2014 zijn afgerond.

Schrappen bepalingdubbele bemiddelingskosten

Indecember heb ik uw Kamer schriftelijk geïnformeerd over het voornemen om dewettelijke uitzondering voor bemiddelaars van onzelfstandige eenheden (kamers)te schrappen, die het mogelijk maakt dat bemiddelaars bij zowel de verhuurderals huurder bemiddelingskosten in rekening brengen. Afgelopen maand is deconceptwetswijziging van het Burgerlijk Wetboek online ter consultatieaangeboden door het ministerie van Veiligheid en Justitie en het ministerie vanBinnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het Landelijk PlatformStudentenhuisvesting ondersteunt in algemene zin het voornemen deze dubbelebepaling te schrappen. Opmerkingen met betrekking tot de uitwerking van ditwetsvoorstel worden meegenomen in het proces van consultatie. Uw Kamer kan hetwetsvoorstel in het najaar tegemoet zien.

Woningwaarderingstelsel

In het overleg dat ikover het woningwaarderingsstelsel heb gevoerd, werd door Vastgoed Belang,belangenbehartiger van particuliere beleggers in vastgoed, gezegd dat zij graagmet Kences wilden verkennen of het de moeite waard is om een wijziging aan tebrengen voor onzelfstandige woonruimte.

Vastgoed Belang heeftdaarna het initiatief genomen om samen Kences, de LSVb,

Actiz en de Woonbond voorstellen hiervoor teontwikkelen. In de kamerbrief Integrale visie op de woningmarkt

10)

van 18 februari jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd datik vanuit de sector geen breed gedragen, gezamenlijk voorstel heb ontvangen. Ikheb uw Kamer op de hoogte gesteld dat ik om deze reden het bestaande WWS vooronzelfstandige eenheden wil handhaven. Bij een eventueel toekomstig voorstelvan partijen zal ik deze beoordelen op wenselijkheid en draagvlak.

Over de veranderingenin het woningwaarderingsstelsel voor zelfstandige woonruimte heb ik uw Kamerper brief geïnformeerd op 11 april 2014

11)

. Hetdaarin aangeven beleid heeft ook betrekking op studentenhuisvesting die alszelfstandige woning kan worden aangeduid. Er is sindsdien gesproken met devertegenwoordigers van (studenten) huurders en verhuurders en ik ben voornemensUw Kamer de nieuwe regelgeving in het najaar van 2014 toe te sturen.

Conclusie

Veel van deactiepunten die benoemd zijn in het LAS zijn opgepakt door de partijen die ditactieplan hebben ondertekend. Belangrijk is dat de realisatie van extrastudenteneenheden momenteel voorspoedig verloopt. Waar er in 2012 eenvertraging was in de bouw door onzekerheid rondom de verhuurderheffing, zijnhet afgelopen jaar 3.043 eenheden opgeleverd. Naar verwachting wordt het aantalte realiseren eenheden van 16.000 gehaald.Ook commerciële partijen, waaronder investeerders, zetten zich in voorde realisatie van studentenhuisvesting. Het stemt mij positief dattransformatieprojecten hier een belangrijk aandeel in hebben en dat sinds 2012door zowel corporaties als door commerciële verhuurders alleen al in Amsterdam,Rotterdam, Utrecht en Eindhoven op deze wijze meer dan 4.000 eenheden zijngerealiseerd.

Door de realisatievan nieuwe eenheden, en door ontwikkelingen in het aantal (uitwonende)studenten, is de te verwachten groei van het aantal studentenkamers momenteelin lichte mate groter dan de groei van het aantal uitwonende studenten en wordthet tekort aan huisvesting (deels) weggewerkt. Dit betekent dat het vraagstukrondom studentenhuisvesting steeds meer verschuift van een kwantitatiefvraagstuk naar een kwalitatief vraagstuk. Dit is een ontwikkeling waarover ikpositief ben en waarvan ik verwacht dat daarmee tevens meer balans komt in dewoningmarkt voor studenten.

De inzet van hetLandelijk Platform Studentenhuisvesting speelt hierbij een belangrijke rol.Doordat partijen elkaar op regelmatige basis op landelijk niveau treffen vindter kennisuitwisseling plaats en heeft de onderlinge samenwerking en afstemmingeen impuls gekregen. Het commitment van de ondertekenaars van het Actieplanheeft geresulteerd in een continue aandacht voor studentenhuisvesting.

Inzet komende periode

Een deel van detoezeggingen uit het LAS zijn inmiddels gerealiseerd of in een vergevorderdstadium van realisatie. Dat betekent echter niet dat de intensiteit vansamenwerking teruggeschroefd kan worden. De vraag naar studentenhuisvestingblijft nu en de komende jaren aanwezig. Daarbij is het

belangrijk om te constateren dat de lokale opgave sterkverschilt, waar in sommige steden sprake is van een stabiliserende markt is inandere steden de balans tussen vraag en aanbod nog lang niet in zicht. Themas als betaalbaarheid van wonen, hethuisvesten van internationale studenten en de toegevoegde waarde van studentenvoor de stad (op het terrein van economie en leefbaarheid) zijn van belang voorde kwantitatieve en kwalitatieve ontwikkeling van studentenhuisvesting en inbreder perspectief ook voor de ontwikkeling van de Nederlandse kenniseconomieen steden. Omdat studentenhuisvesting niet de verantwoordelijkheid is van éénpartij is het van belang dat alle betrokken partijen hun ambities en mogelijkhedenmet elkaar blijven delen.

Mijn inzet voor hetrealiseren van een kwalitatief en kwantitatief goed aanbod vanstudentenhuisvesting continueer ik. Nieuwe knelpunten in landelijke wet- enregelgeving die door het Landelijk Platform Studentenhuisvesting wordenbenoemd, pak ik op. Voorbeelden van knelpunten die het afgelopen jaar zijngesignaleerd en opgepakt, zijn het verdwijnen van de registratie vanonzelfstandige eenheden door de invoering van de BAG en de mogelijkheid om voorde verhuur van onzelfstandige eenheden bij zowel huurder als verhuurderbemiddelingskosten in rekening te brengen.

Graag blijf ik met departijen uit het veld in gesprek en samenwerken aan de het themastudentenhuisvesting. Om met de betrokken partijen invulling te geven aan hetgezamenlijk commitment op het realiseren van voldoende kwantitatieve enkwalitatieve studentenhuisvesting zal ondermeer het jaarlijks BestuurlijkOverleg worden georganiseerd.

De minister voorWonen en Rijksdienst,

drs. S.A. Blok

#

1 Tweede Kamer,vergaderjaar 2011 - 2012, 33 104, nr. 1

#

2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2012 2013, 33104, nr. 3

#

3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014, 33104, nr. 4

#

4

Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 - 2014, 33 104, nr. 6

#

5

Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2013, ABF Research

#

6

De spanningsindicator geeft het percentage studenten weer dat ookuitwonend wil zijn in de stad, ten opzichte van de studenten die er reedswonen.

#

7

De vraag naar studentenhuisvesting En het effect daarop van dekabinetsmaatregelen Hoger Onderwijs. ABF Research, maart 2014

#

8

Tweede Kamer, vergaderjaar 2012 2013, 2013-0000771771

#

9

Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014,27926 nr. 218

#

10

Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014, 32847 nr. 115

#

11

Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014, 32847 nr. 119

Download:

Artikel delen

KENNISPARTNER

Angélique Claassen

Angélique Claassen