Denkt u nu nog wel eens: 'Die Wkb, dat moet ik nog maar zien…'? Hajé van Egmond kan zich dat voorstellen gezien de roerige geschiedenis van die wet. Maar we moeten er nu toch echt aan geloven, zo schrijft hij in dit blog.
Eigenlijk is het idee zo eenvoudig: zorg er nu eens voor dat de bouw zelf zorgt voor het voldoen aan de regels, zonder dat je eerst alles vooraf aan de gemeente moet voorleggen. Het gaat immers om het eindresultaat en niet om het bouwplan. Dus per 1 januari 2024 (ja echt!) wordt het verplicht om voor een van de bouwwerkzaamheden een kwaliteitsborger in te schakelen. Ik heb hieronder eens kort uitgeschreven hoe die wet nu eigenlijk tot stand is gekomen.
Eind vorige eeuw bedacht het OverlegPlatform Bouwregelgeving dat het hoog tijd werd om wat de doen aan de kwaliteit van bouwaanvragen (en dus van de bouw zelf). Die aanvraag moest beter en wat meer gaan lijken op dat wat we uiteindelijk ook gaan bouwen. Om dat te bereiken werd de Gecertificeerd Bouwbesluittoets bedacht (de voorloper van de huidige BRL 5019, onder meer gebruikt in het KiK).
In 2002 kreeg ik, net een aantal jaar werkend voor het ministerie van VROM, de vraag of ik wilde meewerken aan pilots met de gecertificeerde Bouwbesluittoets. In de periode 2002 – 2005 kregen twintig adviesbureaus en vijf gemeenten ieder vijf bouwplannen ter beoordeling voorgelegd. De plannen moesten worden beoordeeld via de nieuw ontwikkelde systematiek van de BRL 5019.
De rapportage van de beoordeling zou dan samen met de ontwerptekeningen en berekeningen de aanvraag van de omgevingsvergunning worden. Een gemeente zou een dergelijk getoetst plan direct mogen goedkeuren, zonder inhoudelijke beoordeling. Speciaal voor de pilots werden de gegevens van al gerealiseerd bouwplannen aangepast en voorzien van tien meer of minder voor de hand liggende fouten. De pilots waren een groot succes: de deelnemers vonden ieder ruim meer dan de tien fouten die we in de plannen hadden aangebracht …
In 2007 schreef de toenmalige minister van Wonen, Wijken en Integratie, Ella Vogelaar, over de pilots: ‘Binnenkort kan worden gestart met het in kaart brengen van de wijze waarop certificering kan worden verankerd in de Woningwet. […] Voorjaar 2008 wordt aan uw Kamer gerapporteerd over de mogelijke wijze van wettelijke implementatie. Na akkoord zal het wetsvoorstel hiertoe worden aangeboden aan de Tweede Kamer.’
Dat wetsvoorstel is er nooit gekomen.
In 2011 was kwaliteitsborging opeens weer terug als onderdeel van de afspraak in het regeerakkoord Rutte 1 dat de adviezen van de Commissie Dekker uit 2008 zouden worden uitgevoerd. Minister Donner schreef aan de Tweede Kamer: ‘Ik werk aan een wettelijk kader, waarbinnen verschillende private kwaliteitsborgingsinstrumenten een rol kunnen krijgen in het publieke domein. […] Na de zomer 2012 zal een wetsvoorstel met een nadere uitwerking van het bovenstaande bij de Tweede Kamer worden ingediend met een verwachte inwerkingtreding in 2014.’
Met het verdwijnen van Rutte 1 verdween ook de kwaliteitsborging van het politieke toneel.
Het was minister Stef Blok die de handschoen weer oppakte en uiteindelijk in april 2016 met een wetsvoorstel kwaliteitsborging kwam. Blok had inmiddels wel een wijziging in de plannen doorgevoerd. Het ging niet langer alleen om extern privaat toezicht maar ook over de positie van de consument: ‘Dit wetsvoorstel strekt tot verbetering van de bouwkwaliteit door verbetering van de privaatrechtelijke positie van de particuliere en de zakelijke bouwconsument en door de introductie van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor bouwwerken.’
Ik zal de rest kort houden (als u al toe hier gekomen bent) en alle brieven zijn op de site van iBK na te lezen. De Wkb is aangenomen in de Tweede Kamer in 2017. De Eerste Kamer ging nog niet akkoord en het duurde tot 2019 tot ook zij voor de wet stemden. Inmiddels lag ook het Besluit kwaliteitsborging bij de Eerste en Tweede Kamer ter informatie voor. De Tweede Kamer ging na een korte briefwisseling akkoord met de regels voor kwaliteitsborgers en meldingen en dus zou de Wkb per 1 januari 2020 in werking kunnen treden. De Eerste Kamer had echter nog een aantal vragen (en nu nog steeds).
Al snel was duidelijk dat de Wkb later in werking zou treden: 1 januari 2021. Inmiddels was een koppeling met de Omgevingswet gelegd en als gevolg van uitstel van die wet werd 2021 weer 2022. Ook dat bleek niet haalbaar en dus werd besluit een jaar uit te stellen tot 2023. November 2022 werd besloten nog 6 maanden extra te nemen tot juli 2023 en inmiddels weten ze zeker dat het 1 januari 2024 wordt. Echt zeker!
Wellicht kunnen we er iets van leren: we zijn zo hard bezig geweest met discussiëren over die wet dat we een beetje vergeten zijn om te oefenen. Niet dat we geen proefprojecten hebben gedraaid: we hebben er ruim 800 gedaan en daar veel van geleerd. Die 800 projecten zijn echter door een beperkte groep aannemers, gemeenten en kwaliteitsborgers gedaan. Dus na ruim 20 jaar debatteren hebben we nu nog 6 maanden over om aan de andere manier van werken te wennen. Ik hoop dat we die maanden nuttig besteden.
Dus: oefenen! Start een project, volg een (e-)cursus, neem deel aan webinars en trainingen. Vraag hulp, vraag een financiële bijdrage, zoek een kwaliteitsborger en lees je in ...
Succes!
Update: demissionair-minister Hugo de Jonge heeft toegezegd dat het publiekrechtelijke deel van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) per 1 januari 2024 alleen voor nieuwbouw geldt, en niet eerder dan 1 januari 2025 voor verbouwingen. Uiterlijk 1 juli 2024 wordt over die datum besloten. Het privaatrechtelijke deel van de Wkb geldt wel per 1 januari 2024 voor alle bouwwerken.