“Sector moet dynamischer, slagvaardiger en meer vraaggericht worden”Twee belangrijke signalen brachten minister Spies van BZK ertoe om een Bouwteam te benoemen met als opdracht de woning- en utiliteitsbouw sterker uit de crisis tevoorschijn te laten komen. In de eerste plaats: het is tijd voor structurele verbeteringen. In de tweede plaats: de bouw hoort weliswaar niet tot de negen topsectoren zoals minister Verhagen die heeft benoemd. Maar de sector vertegenwoordigt wel 6,5% van het BNP en biedt werk aan 350.000 mensen. Alle reden dus om de bouw als één van die topsectoren te behandelen. Aldus Mark Frequin, directeur-generaal Wonen, Bouwen en Integratie van het ministerie.
Sector moet dynamischer, slagvaardiger en meer vraaggericht worden
Twee belangrijke signalen brachten minister Spies van BZK ertoe om een Bouwteam te benoemen met als opdracht de woning- en utiliteitsbouw sterker uit de crisis tevoorschijn te laten komen. In de eerste plaats: het is tijd voor structurele verbeteringen. In de tweede plaats: de bouw hoort weliswaar niet tot de negen topsectoren zoals minister Verhagen die heeft benoemd. Maar de sector vertegenwoordigt wel 6,5% van het BNP en biedt werk aan 350.000 mensen. Alle reden dus om de bouw als één van die topsectoren te behandelen. Aldus Mark Frequin, directeur-generaal Wonen, Bouwen en Integratie van het ministerie.
Het Bouwteam heeft de opdracht aanbevelingen op te stellen voor versterking en innovatie. Het team vertegenwoordigt de bouwsector in brede zin, met Joop van Oosten, oud-bestuursvoorzitter van de Koninklijke BAM, als voorzitter. Maar ook met mensen met een brede visie op de bouw, zoals Karin Laglas, decaan Bouwkunde aan de TUDelft, Marjet Rutten, adviseur marketing en communicatie in de bouw en Arjan Schakenbos, directeur van Vesteda. Daan van der Vorm, directeur van het gelijknamige bouwbedrijf, en Bert van Delden, van het ministerie van BZK, completeren het Bouwteam.
Zorgen over de sector
Frequin: De bouwsector is van groot belang voor onze economie. Tegelijkertijd gaat het er niet goed mee, met name in de woning- en utiliteitsbouw. Daar maken we ons zorgen over. Dat is niet alleen een gevolg van de crisis die we doormaken, maar ook van een aantal structurele kenmerken van de sector. Daarom vindt de minister, maar ook de sector zelf bij monde van Elco Brinkman, dat het tijd wordt voor een fundamentele aanpak. Een aanpak zoals we die ook hanteren voor topsectoren als de agrofood en de chemie. Kortom: de bouw is een sector die vraagt om een specifieke benadering en veel aandacht. En die krijgt hij nu. De voorbereidingen voor het Bouwteam waren al door minister Donner in gang gezet. Zijn opvolgster, minister Spies, heeft er verder geen gras over willen laten groeien, zodat al binnen zes weken na haar aantreden het team aan de slag kan. Ook de intensieve lobby van Bouwend Nederland heeft een rol gespeeld, aldus Frequin. We hebben al een langdurig en nauw contact hierover gehad. Samen zijn we tot de slotsom gekomen dat er iets fundamenteels moest gebeuren. Dat heeft er bij de ministers toe geleid dat ze hebben besloten tot een stevige aanpak, parallel aan het topsectorenbeleid.
In, met en door de sector
Er is, eveneens parallel aan het topsectorenbeleid, gekozen voor een klein team dat de Toekomstagenda Bouw gaat samenstellen. De opdracht is om de sector dynamischer, innovatiever en meer vraaggericht te maken. Dat laatste is ook de reden dat we de stem van de consument in de bouw nadrukkelijk naar voren willen brengen. Het is niet zo dat de bouw niet weet voor wie ze bouwen, maar er zouden wellicht wel wat meer impulsen kunnen worden ingebouwd om de sector op dat terrein te verbeteren. Wat is er in, met en door de sector mogelijk? Dat is vrij vertaald de opdracht die het Bouwteam heeft meegekregen. Het gaat daarbij om zaken als het verbeteren van het samenspel tussen partijen, de slagvaardigheid en logistieke samenwerking. En
vooral niet om het politieke debat rond de bouw, zoals de hypotheekrenteaftrek, vult Frequin nog aan. Een groot deel van de input moet in elk geval uit de sector zelf komen. Maar tegelijkertijd zullen de leden van het Bouwteam ook kritisch naar de sector kijken. Uitgangspunt is in elk geval zoeken naar nieuwe wegen om meer geld in de sector te kunnen verdienen. Juist dat verdienvermogen van de sector is dermate kritisch dat er slagen gemaakt moeten worden, willen bedrijven niet alleen overleven maar ook groeien. Dat geldt natuurlijk voor het grootbedrijf, maar evenzeer voor het midden- en kleinbedrijf. Het gaat dus niet alleen om het op papier zetten van nieuwe ideeën, maar ook om de manier waarop je die dan vervolgens daadwerkelijk tot stand kunt brengen. De Toekomstagenda Bouw moet een breed palet bieden aan ideeën om de sector sterker uit de crisis te laten komen.
Door Bouwend Nederland in het blad Podium nr 1, 26 janauri 2012
