Tijdens het Tweeminutendebat Omgevingswet op 5 april zijn diverse moties over de Omgevingswet ingediend. Gisteren is hierover gestemd. Het lid Minhas (VVD) verzocht de regering o.a. de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet en aanverwante wet- en regelgeving definitief te bepalen op 1 januari 2023.
GAPS_Via Getty Images
Minister De Jonge kondigde op 24 februari in een brief aan dat 1 januari 2023 als nieuwe gewenste datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet uit de bus was gekomen. In deze brief geeft hij aan dat we de Omgevingswet nodig hebben om de ruimtelijke opgaven waar Nederland voor staat op een goede manier aan te gaan. Hij benadrukt dat er nog veel werk aan de winkel is en dat de dienstverlening aan burgers en bedrijven niet in het gedrang mag komen. Toch achtte hij het noodzakelijk de datum vast te stellen op 1 januari 2023, zodat bevoegde gezagen enerzijds nog voldoende tijd hebben om met bijvoorbeeld het DSO te oefenen en anderzijds een duidelijke stip op de horizon hebben om naartoe te kunnen werken.
De bezwaren van o.a. softwareleveranciers ten spijt, bleek tijdens het Commissiedebat op 15 maart dat De Jonge bij zijn standpunt bleef: ''Dit is gewoon de invoeringsdatum, we gaan niet meer uitstellen, ik ga ook geen go/no-go momenten inrichten of wat dan ook. Dit is gewoon de datum en die gaan we doen.''
Ondanks de duidelijke taal van de minister werd er gisteren toch nog over het definitief vaststellen van de datum van inwerkingtreding gestemd. De motie luidde als volgt:
''Overwegende dat de wet- en regelgeving van het nieuwe stelsel van het omgevingsrecht is afgerond; overwegende dat het stelsel van de Omgevingswet geharmoniseerde instrumenten bevat voor een samenhangende aanpak van de fysieke leefomgeving, waaronder urgente maatschappelijke opgaven zoals de woningbouwplannen en energietransitie; overwegende dat de vaststelling van de inwerkingtredingsdatum de betrokken partijen duidelijkheid geeft bij de voorbereiding van het nieuwe omgevingsstelsel, zodat zij zich er volledig op kunnen richten en de laatste noodzakelijke voorzieningen kunnen treffen; overwegende dat de voorziene datum van inwerkingtreding 1 januari 2023, met de in de interbestuurlijke hoofdroute 2022 opgenomen mijlpalen, voldoende tijd en ruimte biedt voor het testen, oefenen en inregelen van de DSO-LV en de implementatie door de betrokken overheden; van mening dat de tijd die resteert tot 1 januari 2023 voor betrokken overheden voldoende moet zijn voor het afronden van de implementatie van het nieuwe stelsel; verzoekt de regering de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet en aanverwante wet- en regelgeving definitief te bepalen op 1 januari 2023.''
De leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21 en Groep Van Haga hebben voor deze motie gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, BBB, de PVV en FVD hebben tegen gestemd. De motie is aangenomen.
Op LinkedIn merkt Henk Gierveld terecht het volgende op: ''In zijn brief van 24 februari schrijft De Jonge te streven naar publicatie van het KB in april. Publicatie van het KB in april is niet meer mogelijk. En dat betekent dat de door een ieder gewenste duidelijkheid op zijn vroegst in mei of juni van 2022 komt en wel na de stemming in de EK over de verwachte motie tegen de datum van 1 januari 2023'' (1).
Een volgende motie, van de leden Minhas (VVD) en Goudzwaard (JA21), werd eveneens aangenomen. Zij verzochten de regering om ''Ten behoeve van de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2023 met de bestuurlijke partners goede kennis en kunde bij de omgevingsdiensten te bevorderen om adequaat uitvoering te kunnen geven aan de basistaken onder de Omgevingswet en hiervoor voldoende financiële middelen te reserveren vanuit het invoeringsbudget voor de Omgevingswet.''
De motie van het lid Beckerman (SP) werd verworpen. Zij verzocht de regering om ''niet uit te sluiten de invoering van de Omgevingswet uit te stellen.'' Als reden hiervoor gaf ze dat het niet duidelijk is of alle gemeenten en andere overheden op 1 januari 2023 klaar zullen zijn voor de invoering van de Omgevingswet.
Tenslotte werd de motie van de leden Geurts (CDA) en Boulakjar (D66) aangenomen. In hun motie was het volgende te lezen: ''Overwegende dat voor een goede start het kunnen werken met het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) voor gebruikers, waaronder burgers, bedrijven en overheden, van belang is; overwegende dat de behoefte om (meer) met het DSO te kunnen oefenen bij mkb-bedrijven en hun branches groot is; verzoekt de regering in samenspraak met ondernemersorganisaties het aantal pilots met het DSO voor mkb-bedrijven op te schalen en uit te breiden naar zo veel mogelijk sectoren, om zo veel mogelijk ondernemingen in staat te stellen tijdig met het DSO te kunnen oefenen; verzoekt de regering de Kamer in de maandrapportages Aansluiten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet over de resultaten van deze pilots te informeren.''
Motie van het lid Minhas over de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet definitief vastgesteld
Motie van het lid Beckerman over uitstel van de invoering van de Omgevingswet niet uitsluiten
Motie van de leden Geurts en Boulakjar over pilots met het DSO voor mkb-bedrijven
Henk Gierveld, 'Tweede Kamer akkoord met inwerkingtreding van de Omgevingswet met ingang van 1 1 2023', https://www.linkedin.com/feed/update/urn:li:activity:6919685242416979969/