Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Nienke Homan over de energietransitie in Groningen: ‘Het is belangrijk om dingen tastbaar te maken’

Vandaag is de deadline voor het inleveren van de bestuurlijk vastgestelde concept-RES. In de afgelopen maanden hebben dertig regio’s het document met hun plannen ingestuurd. Naar aanleiding hiervan interviewden we Nienke Homan, gedeputeerde in één van de regio’s: de provincie Groningen. Homan staat bekend als een bevlogen bestuurder die de uitdagingen van de energietransitie niet uit de weg gaat. ‘Dat kan helemaal niet of dat bestaat niet? Ik vind het mooi om te laten zien wat allemaal wél kan.’ We spraken met haar over de ambities van de provincie, kansen, uitdagingen en de onderwerpen die in Groningen het gesprek van de dag zijn.

1 oktober 2020

Interviews

Interviews

In het Nationale Klimaatakkoord van 2019 staat zwart-op-wit dat de CO2-uitstoot in Nederland in 2030 met 49 procent gedaald moet zijn ten opzichte van 1990. In 2050 moet het percentage met 95 procent gedaald zijn. Om dit te kunnen verwezenlijken is er afgesproken dat dertig regio’s in Nederland een Regionale Energiestrategie (RES) opstellen. Daarin worden de regionale uitwerkingen van de doelstellingen uit het Klimaatakkoord vastgelegd, allereerst gericht op het duurzaam opwekken van elektriciteit, maar daarnaast ook op de warmtetransitie. De RES-regio’s samen moeten in 2030 gezamenlijk 35 TWh elektriciteit produceren die is opgewekt uit zonne-energie en windenergie op land. Veel provincies hebben meer dan één RES-regio. In de Noordelijke provincies, waaronder Groningen, valt de RES-regio samen met het grondgebied van de provincie.

Groningen heeft de ambitie om koploper te zijn in de energietransitie van Nederland. In 2050 wil de provincie alleen nog gebruik maken van duurzame energie. Daarnaast zoekt zij naar ruimte voor wind- en zonneparken in de provincie en wordt fors ingezet op groene waterstof. Ook wil de provincie bedrijven en instellingen zuiniger later omgaan met energie. De uitgangspunten voor de RES zijn dat Groningen een realistische bijdrage wil gaan leveren aan de opwekking van duurzame energie, dat er zoveel mogelijk draagvlak moet komen voor de plannen – Groningers moeten ervan gaan profiteren – en dat de energieprojecten moeten bijdragen aan werkgelegenheid.

Groningen is niet de enige provincie die zegt voorop te willen gaan in de energietransitie. Verschillen de plannen en ambities echt van die van andere provincies?

‘Uiteindelijk werken we samen aan hetzelfde doel. Dat hebben we met het Klimaatakkoord ook allemaal ondersteund en onderschreven. In Groningen zijn we al lang bezig met grootschalige energie opwekking. Voor 2020 hadden we het ambitieuze doel 21 procent duurzame energie op te wekken. Dat hebben we ruimschoots gehaald. Locaties voor windenergie hebben we als provincie vastgelegd in onze omgevingsvisie. Aan gemeenten hebben we gevraagd om een zonnevisie te maken voor de eigen gemeente. Deze twee bouwstenen zijn van essentieel belang geweest voor onze Regionale Energiestrategie, waarvoor we vrij simpel alle plannen bij elkaar op hebben kunnen tellen. Met de zonnevisies en onze Omgevingsvisie kregen we een heel mooi overzicht van waar zonneparken en windmolens mogelijk zijn in de provincie.’

‘In Groningen zijn we al lang bezig met grootschalige duurzame opwekking. We lopen voor op onze doelen voor duurzame energie opwekking.’

Een groot gedeelte van de duurzame elektriciteit in Groningen wordt nu opgewekt door zonne-energie en windenergie. Op welke bronnen wordt er daarnaast ingezet?

‘Een groot deel van de duurzame energie in Nederland, en ook in Groningen, wordt opgewekt door biomassa. Wij zien dat echter als een tijdelijke oplossing, als een transitiebrandstof. Biomassa is uiteindelijk niet echt duurzaam. Dat betekent dat er meer energie uit zon en wind opgewekt moet worden. Er zijn ook testen gaande met bijvoorbeeld getijde-energie, maar dit zorgt nu nog maar voor een heel klein aandeel in de duurzame energieproductie. Misschien zijn dergelijke bronnen op termijn wel interessant, maar het zijn nu nog erg lage getallen.’

Het kabinet is bezig de optie van kernenergie te onderzoeken. Wat is uw visie op kernenergie?

‘Wij zijn tegen kernenergie en daarvoor hebben we meerdere redenen. Het is erg duur, wat ook de reden is dat er niet in geïnvesteerd wordt. Voor de helderheid: wij gaan er als provincie niet over, het is een Rijksaangelegenheid. Maar wij vinden in ieder geval dat wanneer je wilt investeren in duurzame energie, je iets moet doen wat echt duurzaam is en niet iets waarbij je over duizend jaar nog met veiligheidsperikelen zit. Daarbij is de Eemshaven dan een mogelijke locatie voor kernenergie in Nederland, maar moet ik er niet aan denken wat er kan gebeuren met zo’n locatie in aardbevingsgebied. Er ook weinig draagvlak voor. Natuurlijk zijn er altijd mensen die roepen dat ze wel voor kernenergie zijn en ik nodig ze altijd uit om langs te komen, maar ik heb er eigenlijk nog nooit een aan mijn bureau gehad. Als mensen te weten komen dat de locatie hier in Groningen is, dan wordt de wens ook vaak snel minder. Nog los van het feit of het überhaupt reëel is om het in aardbevingsgebied te starten. Ik betwijfel dat.’

‘Wij zijn als provincie tegen kernenergie en daarvoor hebben we meerdere redenen.’

Nederland gaat wel van het Groningse aardgas af.

‘Ja, veel sneller dan wat wij dachten, dus daar zijn we echt super blij mee. Het leidt helaas nog niet tot minder aardbevingen, omdat dat hele veld ontwricht is. Er zijn ook afgelopen zomer een paar forse aardbevingen geweest. In het verleden hebben we natuurlijk veel groei gekregen door de vondst van aardgas. Wat je nu ziet is dat, doordat wij ook heel snel een alternatief voor aardgas nodig hebben en ons nu richten op de groene waterstofeconomie, we daarmee ook weer een enorme voorsprong krijgen. En dat kunnen willen als provincie stimuleren.’

Niet alle partijen en inwoners van Groningen scharen zich achter de grote ambities van de provincie. Hoe gaan jullie daarmee om?

‘Daar is de energietransitie natuurlijk heel interessant in. Er is een verschil tussen op hoog politiek niveau praten over duurzame energie en het concreet willen bereiken. Ik word er daarom altijd blij van om het wat dichter bij huis te brengen. Neem het voorbeeld van een Tesla. Er zijn best wat mensen tegen de energietransitie, maar als ik met hen – vaak mannen – spreek dan blijken ze een Tesla helemaal geweldig te vinden. Als ik vervolgens vertel dat ze die gratis kunnen opladen met zonnepanelen die ze in een paar jaar hebben terugverdiend, en dat ze daarna gratis stroom hebben, worden ze allemaal blij. Ik ken er niet één die dan niet blij is. Er is vaak sprake van angst. Mensen kennen het vaak niet zo goed en die onbekendheid maakt dat ze nog niet investeren in duurzame energie. Je moet het dus zo snel mogelijk tastbaar en visueel maken. Daarom gaan we vaak met een bus vol inwoners op bezoek bij een duurzaam initiatief. ‘T Zandt is altijd een heel mooi voorbeeld. Daar hebben ze een zonnepark aangelegd dat bijna niet zichtbaar is in het landschap, van een afstandje ziet niemand het. Iedereen kan voor een euro lid worden en je krijgt vervolgens iedere maand korting op de energiebelasting. Nu is er niemand meer tegen daar.’

Toch zijn er verhalen over Groningers die vinden dat de parken het landschap verpesten.

‘Ja, die zijn er natuurlijk wel. ‘Het gaat dan vaak over parken waar mensen zelf het gevoel hebben er niet bij betrokken te zijn geweest. Het grote windpark bij Meeden is daar het grote voorbeeld van. Dat was een Rijkscoördinatieregeling. Daar hebben we van geleerd, zullen we maar zeggen. Zolang de mensen er maar zelf regie over hebben. Als je mensen vraagt: ‘maar waar dan wel?’, dan heb je direct een serieus gesprek. En dat is wel wat je ook met de rest probeert. De provincie staat altijd een beetje bekend als de grote broer die het wel regelt, maar als je gemeenten vraagt waar ze het dan zouden willen, dan hebben ze altijd wel een idee over waar het kan hoor.’

‘Participatie’ blijkt het toverwoord voor het betrekken – en meekrijgen – van de inwoners bij de RES. Homan legt uit dat het wel een verwarrend woord kan zijn, dat twee dingen kan betekenen: Bij ’procesparticipatie’ worden de voorwaarden bepaald. Dit begint met een initiatief, bijvoorbeeld van een projectontwikkelaar, dat vervolgens mogelijk gemaakt wordt. Er worden informatieavonden en een inspraakavond georganiseerd voor bijvoorbeeld de komst van een zonnepark. Dit wordt vastgelegd, waarna er inspraakavonden komen over de vraag wat de omgeving, in dit geval de inwoners van de gemeente, er voor terug wil. Het bedrag dat wordt bepaald, bijvoorbeeld 6.000 euro per megawatt, wordt als uitgangspunt vastgelegd. En dat bedrag is dan vervolgens het begin van het gesprek met mogelijke initiatiefnemers, zoals coöperaties of ontwikkelaars.’ Vervolgens ligt er de vraag hoeveel geld inwoners inleggen en krijgen, in hoeverre ze mede-eigenaar zijn. Deze vorm van participatie noemen ze bij de provincie ook wel ‘eigenaarschap’. Wanneer het een coöperatie betreft wordt dan gesproken over ‘volledig eigenaarschap’. Er zitten veel varianten in de uitkomsten van het proces met de lokale omgeving.

‘Ik denk dat ‘netcongestie’ in de energiewereld echt het grote onderwerp van de komende jaren wordt.’

De keerzijde van de toename in de duurzame elektriciteitsopwekking is dat lokale overheden aanlopen tegen de capaciteit van het elektriciteitsnet. Gaat dit op voor Groningen? Hoe vliegt u dat aan?

‘Groningen heeft veel zonne- en windenergie en er zijn dus ook enorme pieken in de energieproductie op het moment dat de zon schijnt en de wind waait. Vier jaar geleden werden de eerste grote zonneparken aangesloten. Toen hadden we ook voor het eerst last van zulke netcongestie. We konden al de energie gewoonweg niet kwijt. Hoe we daarmee omgaan? Het probleem van netbeheerders was vaak dat zij erg dachten in de oude situatie: ‘Wij transporteren stroom of gas. Punt.’ En daar komt bij dat met name zonneparken best heel snel - in een paar jaar - van plan tot aansluiting gerealiseerd worden. Sneller dan de netbeheerders capaciteit bij kunnen bouwen. Het Rijk was daar ook redelijk ouderwets in. Nu moeten we met zijn allen toe naar een nieuw systeem. Iedereen doet daar zijn best voor, maar het gaat nog niet snel genoeg.

Een onderdeel van het systeem betreft de opslag. Als alternatief voor aardgas kwamen wij destijds op waterstof uit. Dat was het gouden ei bij ons, ook voor de opslag van energie. Maar er moeten nog veel meer oplossingen worden bedacht. In Groningen worden bijvoorbeeld testen gedaan met zeezoutaccu’s. En TenneT doet nu een pilot met fabrieken die aan en uit worden gezet. Op het moment dat de zon schijnt en de wind waait laten zij bepaalde bedrijven extra draaien. Eigenlijk zijn wij in Groningen bezig met de oplossing voor heel Nederland en dat moet wel opschieten, want als je je stroom niet kwijt kunt wanneer de zon schijnt dan wordt deze minder rendabel. We hebben nu al problemen en in heel Nederland wordt dit natuurlijk een groot probleem. Ik denk dat ‘netcongestie’ in de energiewereld echt het grote onderwerp van de komende jaren wordt.’

Wat wordt de komende jaren de grootste uitdaging voor Groningen?

‘Dat balanceren van het systeem. Dus echt het werken aan slimme netwerken, lokale opslag en grootschalige opslag. Als wij nu al met vijfentwintig procent duurzame energie tegen die problemen aanlopen… Wanneer je niet op de goede momenten energie hebt en op sommige momenten te veel duurzame energie hebt dan is dit echt mijn speerpunt. Het zou volgens mij ook het speerpunt van Nederland moeten zijn.’

‘Je moet het even plat slaan’, zegt mijn collega vaak. Ik maak het graag niet te ingewikkeld.’

Dit jaar won u door uw inzet voor de energietransitie de ‘Reuringprijs 2020’. Wat zijn uw eigen speerpunten voor de rest van het jaar?

‘Ik denk het laten zien wat er allemaal mogelijk is. Dat is volgens mij ook waarom ik die Reuringprijs heb gekregen. Ik probeer het altijd ‘plat te slaan’ - een uitspraak van mijn collega. Zij zegt altijd: ‘Je moet het even plat slaan.’ Ik maak het graag niet te ingewikkeld. Je ziet toch best vaak dat mensen een mening hebben of zelfs bang zijn als ze niet precies weten waar het over gaat. Toen wij begonnen met groene waterstof was het huis te klein. ‘Dat explodeert alleen maar’, zeiden mensen, waarbij ze allemaal dachten aan die zeppelin van honderd jaar geleden. Terwijl we het eigenlijk over iets heel anders hebben. Dat kan helemaal niet of dat bestaat niet? Ik vind het mooi om te laten zien wat allemaal wél kan. Natuurlijk geniet ik ook van het werk. Het ene moment zit je in Brussel met Frans Timmermans aan tafel en het volgende moment ben je bij iemand die heel trots is omdat hij een huis heeft laten bouwen met een waterstofverwarming. Dan weet je ook weer waar je het voor doet. En dat probeer ik altijd te laten zien. Volgende week ga ik bijvoorbeeld langs bij mensen met een groot zonnepark. Zelfs ik vind dat park écht groot. Maar ze hebben er bosjes met bessen voor gezet, er lopen kippen omheen en er is ook heel bewust gekozen voor deze locatie in onze provincie. Niemand ziet het zonnepark dus. Veel inwoners waren oorspronkelijk tegen het park. Een groot deel van hen vindt nu dat het allemaal best mee valt.’

Bosjes met bessen?

‘Ja, omdat zonneparken niet heel hoog zijn kun je er gemakkelijk dingen omheen zetten. ‘Bosjes met bessen’ is inderdaad een voorbeeld dat vaak voorbij komt. Maar ook zijn er leuke voorbeelden met koeien, varkens of kippen eromheen. We hebben nu bijvoorbeeld een heel groot windpark bij de N33 met 35 windmolens. Dat heeft tot veel onrust geleid tot aan bedreigingen aan het adres van bestuurders, waaronder ik, aan toe. Een deel van de mensen die altijd zo boos waren en erg tegen de windmolens op zagen, die realiseren zich nu dat een aantal dingen waar ze bang voor waren niet klopten. Die zeggen nu: ‘Had ik toch maar even gekeken bij dat andere windpark.’ Vandaar dat ik de dingen graag laat zien aan inwoners. Zij kunnen zich er dan een voorstelling bij maken.’

‘Het is belangrijk om dingen tastbaar te maken. Wat spreken we met elkaar af? Wat vinden we belangrijk als voorwaarde? Aan de ene kant is er de vraag welke rol je als provincie en gemeente hebt in het proces en aan de andere kant moet je duidelijk maken hoe het er straks uit gaat zien. Vaak denk je dat je elkaar begrijpt, maar dat blijkt dan niet helemaal te kloppen. Je moet het dus echt goed doorakkeren (grondig doornemen, red.) Wil je als omgeving een zonnepark of wil je drie windmolens? Wil je dat het niet zichtbaar is of ben je er juist trots op? En wil je als gemeente dat het van jezelf is en ga je het zelf ontwikkelen of wil je er geen werk van en laat je het aan coöperaties of ontwikkelaars over? Wat wij hebben gedaan is in elke gemeente het gesprek daarover voeren. Dus echt even de dingen doorakkeren, even er op bezoek gaan. Dat is erg leuk.’

‘Doorakkeren’, leuk begrip.

Lachend: ‘Ja, dat is vast een Gronings woord.’

Nienke Homan (1979) is gedeputeerde (GroenLinks) van de provincie Groningen. In haar portefeuille heeft zij de onderwerpen Energietransitie, de Regionale Energiestrategie (RES), Klimaat, Water en Nationaal Programma Groningen. Homan was initiatiefnemer van de Noordelijke Klimaattop 2017 en 2019.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.