Omgevingsdienst NL onderschrijft een deel van de constateringen uit het rapport van de Algemene Rekenkamer over toezicht op de energiebesparingsplicht van bedrijven en instellingen. Zo onderkent Omgevingsdienst NL het belang van effectief toezicht en doelgericht handhaven op de energiebesparingsplicht zoals de Rekenkamer aansnijdt in het rapport Energiebesparingsplicht 2008-2023. Het gaat de 28 omgevingsdiensten om het realiseren van beoogde maatschappelijke doelen en het toezicht op de energiebesparingsplicht draagt daaraan bij. Het rapport van de Algemene Rekenkamer is voor de omgevingsdiensten waardevolle input om het toezicht en de handhaving op de energiebesparingsplicht, in samenwerking met de ministeries van KGG, VRO en IenW, gemeenten (VNG) en provincies (IPO) verder te professionaliseren.
Omgevingsdienst NL ondersteunt de aanbevelingen van de Rekenkamer over vereenvoudiging van wet- en regelgeving, inzicht in de doelgroep en landelijke samenwerking.
Verdere vereenvoudiging van wet- en regelgeving (en de overlap hierbinnen) is, voor met name het midden- en kleinbedrijf en instellingen, hard nodig. Overigens kan vereenvoudiging ook ontstaan door optimaliseren van een E-loket en het slimmer combineren van bepaalde plichten en rapportages.
Ook verbeteren van inzicht in de doelgroep, bedrijven en instellingen, is nodig. Bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van de energieverbruiksgegevens door netwerkbeheerders. Omgevingsdienst NL is, in lijn met de aanbevelingen van de Rekenkamer, content met de wetswijzing die dit regelt.
Verder is landelijke samenwerking in het programma energiebesparing van Omgevingsdienst NL van belang voor professionaliseren en uniformeren van data. Goede en bruikbare data is de basis om effectiever en risicogericht te kunnen programmeren en zijn de basis onder de methode om de effecten van het uitgevoerde toezicht op de energiebesparingsplicht uit te drukken in CO2-besparing. Omgevingsdienst NL verwacht begin 2025 de volgende stappen te zetten in het ontwikkelen en implementeren van deze methode.
Op een aantal onderdelen verdient het rapport van de Algemene Rekenkamer meer nuance, vindt Omgevingsdienst NL. Het gaat om omgevingsdiensten als professionele partners in de uitvoering en het efficiënt en doelmatig toezicht.
De Rekenkamer hanteerde in de analyses een bredere scope (2008 – 2023). De veranderingen van 2023 kregen daardoor minder aandacht. Kritiek op de periode voor 2023 is daarom te begrijpen, constateert Omgevingsdienst NL. Door een gezamenlijke inspanning van het ministerie van KGG, VNG en IPO is de kwaliteit en effectiviteit van toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht zichtbaar verbeterd. De periode van voor 2023 is niet te vergelijken met de jaren 2023 en 2024, stelt Omgevingsdienst NL. Omgevingsdiensten waren voor 2023 onvoldoende toegerust om toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht adequaat te kunnen invullen. Het ontbrak hen bijvoorbeeld aan financiële middelen. Door een subsidie van het ministerie van Klimaat en Groene Groei (SPUK THE) hebben omgevingsdiensten een wezenlijke omslag bewerkstelligd. Sinds 2023 hebben omgevingsdiensten aan uitvoeringskracht en kwaliteit gewonnen. Toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht is voor de omgevingsdiensten nu een basistaak. Alle diensten hebben een professioneel en robuust energiebesparingsteam. De teams werken landelijk intensief samen met elkaar, maar ook met het ministerie KGG, de gemeenten (VNG) en provincies (IPO).
De Algemene Rekenkamer maakt een onderscheid in de effectiviteit van handhaving bij ETS bedrijven (die in CO2 kunnen handelen) en overige bedrijven. De Rekenkamer neemt als vertrekpunt dat toezicht op ETS-bedrijven meer CO2-reductie oplevert tegen lagere kosten dan toezicht bij een grote hoeveelheid kleinere bedrijven. Omgevingsdienst NL ziet dat anders en mist een gedegen onderbouwing. Toezicht op een groot aantal kleinere bedrijven levert ook veel CO2-reductie op. Omgevingsdiensten zien de waarde en de relatief lage kosten voor de kleinere bedrijven en instellingen van de energiebesparingsplicht. Het is een goed instrument om de nationale klimaatdoelen van 2050. Energie efficiëntie is belangrijke pijler onder de nationale doelstelling CO2 neutraal te zijn in 2050. Alle energiebesparingsplichtige bedrijven en instellingen moeten daaraan bijdragen. Niet alleen bij ETS bedrijven. Zeker ook omdat omgevingsdiensten zien dat het naleefpercentage bij niet-ETS bedrijven en instellingen relatief laag is. Dat maakt dat de energiebesparingsteams extra gemotiveerd zijn om ook bij de klein en midden verbruikers blijvend in te zetten op toezicht en handhaving.
Omgevingsdienst NL ziet het belang van meer risico en informatie-gestuurd toezicht. Dat is bij de omgevingsdiensten inmiddels praktijk. Meer en beter toegankelijke data verbetert de effectiviteit in toezicht. Het wordt voor omgevingsdiensten makkelijker om te prioriteren en naleving van de energiebesparingsplicht te bevorderen. Als de netbeheerdersdata in 2025 verbruik gegevens beschikbaar stellen, zal dat het risico en informatie-gestuurd toezicht opnieuw een impuls geven.