In de aanloop naar de invoering van de Omgevingswet op 1 juli 2022, informeren wij u in deze blogreeks alvast over de gevolgen daarvan. Deze keer is het Besluit bouwwerken leefomgeving aan de beurt.
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is een van de vier algemene maatregelen van bestuur onder de Omgevingswet en is te zien als de ‘vervanger’ van het Bouwbesluit 2012. In het Bbl staan de algemene rijksregels over veiligheid, gezondheid, duurzaamheid en bruikbaarheid van bouwwerken. Het Bbl bevat bijvoorbeeld regels over de staat en het gebruik van een bouwwerk en over het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden. Ook stelt het Bbl regels voor een verschillende bouw-gerelateerde activiteiten: de (technische) bouwactiviteit, de omgevingsplanactiviteit, brandveilig gebruik van bouwwerken, de sloopactiviteit en het mobiel breken van bouw- en sloopafval.
Het Bbl bevat algemene regels. Dit betekent dat de regels gelden voor eenieder die een activiteit verricht of wil gaan verrichten in de fysieke leefomgeving. Per activiteit is in de Omgevingswet en de onderliggende AMvB’s bepaald wanneer er een meldingsplicht of een vergunningplicht geldt. Het Bbl beschrijft vervolgens welke inhoudelijke regels gelden en of er ruimte is voor maatwerk of gelijkwaardige maatregelen. Dat geldt doorgaans ook voor activiteiten die niet meldings- of vergunningplichtig zijn.
De regels uit het Bbl zijn voor het grootste gedeelte afkomstig uit de Woningwet en het Bouwbesluit 2012. Daarnaast bevat het regels die uit het Besluit energieprestatie gebouwen en het Besluit Omgevingsrecht komen en enkele voorschriften uit het Activiteitenbesluit milieubeheer.
In deze publicatie ga ik verder in op de vergunningplicht, vergunningvrij bouwen en deregulering.
Mijn collega Robin Evens heeft in een eerder blog uiteengezet hoe de vergunningverlening van bouwactiviteiten zal wijzigen. De toets voor bouwwerkzaamheden zal uiteenvallen in twee verschillende juridische activiteiten. De ‘(technische) bouwactiviteit’ en de ‘omgevingsplanactiviteit’. Toetsing van de technische bouwactiviteit vindt plaats aan de hand van Bbl. In het Bbl worden de technische bouwactiviteiten aangewezen waarvoor, met het oog op een preventieve toets aan technische bouwregels, een omgevingsvergunning nodig is.
De meeste van de regels in het besluit zijn uitgewerkt in doel- en middelvoorschriften. Aan het doelvoorschrift moet altijd voldaan worden. Het middelvoorschrift biedt een werkwijze om aan het doelvoorschrift te voldoen. De regels zijn uitputtend bedoeld. Gemeenten kunnen alleen eigen regels stellen voor zover maatwerk mogelijk is gemaakt in de maatwerkartikelen uit het Bbl.
Een voorbeeld. In hoofdstuk 3 (bestaande bouw) zijn in paragraaf 3.3.6. regels opgenomen over daglicht. In het aansturingsartikel staat opgenomen dat er voldoende daglicht in een bouwwerk moet kunnen toetreden. Vervolgens staan in de bijbehorende tabel voor verschillende functies regels uit het artikel over daglichtoppervlakte aangewezen. Als die regels worden nageleefd wordt aan het aansturingsartikel voldaan.
Artikel 4.7 van de Omgevingswet bevat een regeling voor gelijkwaardigheid. Hiermee worden innovatieve oplossingen die nog niet in regelgeving zijn vastgelegd mogelijk gemaakt. Artikel 2.4 van het Bbl bevat hierover nadere regels. De regeling voor gelijkwaardigheid geeft de mogelijkheid een andere maatregel toe te passen die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke maatregel in het Bbl, bijvoorbeeld bij bescherming tegen brand. Een initiatiefnemer kan verschillende bouwkundige maatregelen treffen om aan de bouweisen ter beperking van de gevolgen van brand uit het Bbl te voldoen.
De mogelijkheid om vergunningvrij te bouwen blijft bestaan. De landelijk uniforme categorie van vergunningvrije omgevingsplanactiviteiten wordt aangewezen in hoofdstuk 2 het Bbl. Er wordt een voortzetting beoogd van artikel 2 bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. Het gaat om zowel vergunningvrije binnenplanse en buitenplanse omgevingsplanactiviteiten.
De insteek van het Bbl was om de inhoud van het Bouwbesluit 2012 zoveel mogelijk ongewijzigd over te zetten. In een aantal gevallen is echter besloten tot verdere deregulering. Dit geldt bijvoorbeeld voor bepaalde regels die niet worden overgenomen maar nu onder specifieke zorgplichten gaan vallen. Daarnaast worden de bruikbaarheidseisen uit het Bouwbesluit 2012 voor niet-woonfuncties gedereguleerd. Projectontwikkelaars kunnen nu bijvoorbeeld met meer vrijheid inspelen op wat er gewenst is bij de ontwikkeling van utiliteitsgebouwen (bijvoorbeeld kantoren en winkels).
Concluderend zijn de regels uit het Bbl vooral een voortzetting van de regels uit het Bouwbesluit. De vergunningplicht voor de technische bouwactiviteit wordt in het Besluit geregeld en ook de categorieën voor vergunningvrij bouwen worden in het Bbl aangewezen. Verder is er sprake van een deregulering ten opzichte van het huidige recht, wat resulteert in meer vrijheid voor de markt. Deregulering en open normen leiden echter ook tot een zekere mate van rechtsonzekerheid, die vervolgens weer tot (al dan niet lokaal versnipperde) regulering kan leiden. We zullen dus moeten zien in hoeverre de dereguleringsambitie feitelijk standhoudt.