Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Overzichtsuitspraak woningsluiting na drugsvondst

Burgemeesters zijn onder omstandigheden bevoegd een woning met een last onder bestuursdwang te sluiten als blijkt dat in of vanuit die woning in drugs wordt gehandeld dan wel daartoe aanwezig is. Dit volgt uit artikel 13b van de Opiumwet. Doorgaans houdt de last in dat de woning voor een bepaalde periode wordt gesloten.

11 August 2025

Over de toepassing van artikel 13b Opiumwet is al veel jurisprudentie verschenen. Ook de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) heeft haar rechtspraak over de toepassing van dit artikel eerder uiteengezet, in uitspraken van 28 augustus 2019, 2 februari 2022 en 6 juli 2022.[1] Op 16 juli 2025 heeft de Afdeling haar jurisprudentie als het ware gebundeld en aangescherpt in een overzichtsuitspraak.[2] In deze uitspraak geeft de Afdeling duidelijk weer in welke gevallen de bevoegdheid bestaat om een woning te sluiten na de vondst van drugs én wanneer van deze bevoegdheid gebruik mag worden gemaakt. In navolging van de zogenoemde Harderwijk-uitspraak van 2 februari 2022, over de toetsing aan het evenredigheidsbeginsel, gaat de Afdeling ook in op het karakter van deze bevoegdheid en de intensiteit waarmee de bestuursrechter dergelijke besluiten toetst.

Bevoegdheid burgemeester

De burgemeester is bevoegd om artikel 13b Opiumwet toe te passen als er in of vanuit een woning in drugs wordt gehandeld (verkopen, afleveren, verstrekken) of als drugs daartoe aanwezig is. Daarbij wordt als uitgangspunt gehanteerd dat de aangetroffen hoeveelheid drugs in beginsel (mede) bestemd wordt geacht voor de verkoop, aflevering of verstrekking bij aanwezigheid van meer dan 0,5 g harddrugs, 5,0 g softdrugs of vijf (hennep)planten.

Als de rechthebbende, bij een geringe overschrijding van de grens voor eigen gebruik, feiten en omstandigheden noemt die erop duiden dat het om een hoeveelheid voor eigen gebruik gaat, is er in beginsel geen overtreding en dus geen bevoegdheid om handhavend op te treden. Deze situatie doet zich voor als de rechthebbende een helder, consistent en overtuigend betoog heeft waarom hier sprake is van eigen gebruik en er geen andere voorwerpen in de woning zijn aangetroffen die wijzen op drugshandel en niet is gebleken van andere relevante feiten en omstandigheden die daarop wijzen. Als de burgemeester in een dergelijke situatie tóch toepassing geeft aan artikel 13b Opiumwet, moet hij nader motiveren waarom hij van oordeel is dat de aangetroffen hoeveelheid drugs bestemd is voor verkoop, aflevering of verstrekking. De feiten en omstandigheden die hij daarvoor van belang acht, moet hij ook aannemelijk maken.

Gebruikmaken van de bevoegdheid

Als de burgemeester, gelet op de geconstateerde feiten, bevoegd is om een last onder bestuursdwang op te leggen en hij overweegt om een woning te sluiten, moet hij beoordelen of dat in de omstandigheden van het geval gerechtvaardigd is, en zo ja, voor hoe lang. Wanneer hij daarvoor beleid heeft geformuleerd, moet hij dat beleid in de regel toepassen en ook bezien of er grond bestaat om daarvan af te wijken. Steeds zal de burgemeester daarbij moeten beoordelen of zijn optreden in een concreet geval evenredig is. Hij zal zich ervan moeten vergewissen dat de sluiting van een woning en de duur ervan met het oog op de hiervoor genoemde doelen geschikt, noodzakelijk en evenwichtig is.

Geschiktheid

Wat betreft de beoordeling van de geschiktheid van het besluit besteedt de Afdeling nadrukkelijk aandacht aan het tijdsverloop tussen het constateren van de overtreding en het tijdstip waarop de burgemeester tot sluiting overgaat. Tijdsverloop kan er volgens de Afdeling toe leiden dat sluiting van een woning redelijkerwijs niet meer zal bijdragen aan het bereiken van de doelen die met een dergelijke sluiting worden gediend. Door tijdsverloop kan zich immers de situatie voordoen dat de onrechtmatige situatie al is hersteld en beëindiging van de overtreding en de negatieve effecten daarvan en het voorkomen van herhaling niet meer aan de orde zijn of niet meer in die mate dat de woning moet worden gesloten.

De Afdeling geeft geen richtlijnen over bij welk tijdsverloop redelijkerwijs niet meer van een geschikte sluiting kan worden gesproken. De burgemeester moet steeds ten tijde van de besluitvorming bezien of sluiting, gelet op het tijdsverloop in samenhang bezien met de overige omstandigheden van het geval, een geschikt middel is en zo ja, of sluiting noodzakelijk is. Indien de burgemeester de beoogde doelen niet meer kan bereiken omdat de situatie al is hersteld, is sluiting ongeschikt. Als de burgemeester zijn doelen nog wel kan bereiken, dient hij de noodzaak van de sluiting te beoordelen.

Noodzaak

Bij de beoordeling van de noodzaak van een sluiting is de vraag aan de orde of de burgemeester met een minder ingrijpend middel had kunnen en moeten volstaan omdat het beoogde doel ook daarmee kan worden bereikt. Daarbij noemt de Afdeling als minder ingrijpend middel het opleggen van een last onder dwangsom of het geven van een waarschuwing.

De Afdeling overweegt dat bij de beoordeling of het noodzakelijk is om tot sluiting van een woning over te gaan en zo ja, voor hoe lang, verschillende omstandigheden van belang zijn. Zo noemt de Afdeling als voorbeeld:

  • de aard en de hoeveelheid aangetroffen drugs en daarmee mogelijk gepaard gaande risico’s op verdere criminaliteit;

  • of de drugs feitelijk in of vanuit de woning worden verhandeld;

  • of de woning feitelijke bekendheid heeft als drugspand;

  • of op grond van concrete feiten en omstandigheden aannemelijk is dat de woning een rol vervult binnen de keten van drugshandel als professionele teeltlocatie, handslocatie, opslaglocatie voor handel elders of omdat toegang tot de woning wordt verschaft aan derden om er te gebruiken; en

  • of de woning eerder betrokken is geweest bij overtreding van artikel 13b Opiumwet.

Ook bij het voorgaande dient de burgemeester rekening te houden met het tijdsverloop tussen enerzijds het constateren van de overtreding en anderzijds het tijdstip waarop hij ingevolge zijn besluitvorming tot sluiting overgaat. Als het samenstel van omstandigheden meebrengt dat sluiting niet noodzakelijk is, dient de burgemeester hiervan af te zien.

Evenwichtigheid

De burgemeester moet zich er tot slot van vergewissen dat de sluiting in de gegeven omstandigheden ook evenwichtig is: de voor bewoners nadelige gevolgen van de sluiting moeten worden afgewogen tegen de doelen die de burgemeester met de sluiting wil bereiken.

Ook bij de beoordeling van de evenwichtigheid kunnen verschillende omstandigheden van belang zijn.  Als relevante omstandigheden wijst de Afdeling bijvoorbeeld op:

  • de mate van verwijtbaarheid van degenen die door de sluiting worden getroffen;

  • of de bewoners een bijzondere binding hebben met de woning en wat de gevolgen voor hen zijn van het voor de duur van de sluiting elders moeten verblijven;

  • de aanwezigheid van minderjarige kinderen en de impact van de sluiting op hun welzijn; en

  • de duur van de sluiting en of de bewoners na de sluiting weer van de woning gebruik kunnen maken.

De burgemeester dient af te zien van sluiting als hij concludeert dat de nadelige gevolgen van de sluiting onevenredig groot zijn. Wél kan dan – afhankelijk van de situatie – nog worden gekozen voor een last onder dwangsom of een waarschuwing.

Evenwichtigheid niet vanzelfsprekend

Hoewel de evenwichtigheid in feite de laatste ‘hobbel’ is die genomen moet worden, is dat bepaald geen sinecure. In de praktijk blijkt dat diverse besluiten uiteindelijk de eindstreep niet halen. Dit omdat de rechter de nadelige gevolgen van de sluiting voor de bewoner(s) niet vindt opwegen tegen het doel van de sluiting. De hier besproken overzichtsuitspraak geeft daarvan een treffend voorbeeld. De Afdeling oordeelt daarin dat de burgemeester in dit geval had moeten afzien van het sluiten van de woning. Kortgezegd omdat niet was aangetoond dat de bewoonster van de woning betrokken was bij de verboden activiteiten. En omdat zij ten tijde van de sluiting hoogzwanger was en een verhoogd stressniveau een negatief effect kan hebben op de zwangerschap.

Relevantie voor de praktijk

Deze overzichtsuitspraak geeft goed inzicht in de manier waarop de bevoegdheid tot het sluiten van een woning op grond van artikel 13b Opiumwet kan worden toegepast en hoe de bestuursrechter dergelijke besluiten toetst. Voor burgemeesters is van belang om de genoemde uitgangspunten helder voor ogen te hebben. Tegelijkertijd vergt het sluiten van een woning maatwerk. Bij de verschillende facetten van de (voorgenomen) besluitvorming moet rekening worden gehouden met alle relevante omstandigheden van het geval. Het is en blijft daarom van groot belang dat de burgemeester zich, ondanks de vaak grote tijdsdruk waaronder dergelijke besluiten tot stand moeten komen, vergewist van alle relevante omstandigheden van het geval en die (zichtbaar) in de beoordeling betrekt.

[1]  ABRvS 28 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2912; ABRvS 2 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:285 en ABRvS 6 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1910.

[2]  ABRvS 16 juli 2025, ECLI:NL:RVS:2025:2922.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.

KENNISPARTNER

Thomas Sanders

Thomas Sanders