Heeft u paarden aan huis? En wilt u uitbreiden, bijvoorbeeld met een paardenbak, lichtmasten, paddocks, stallen of een stapmolen? Dan kan dat niet zomaar, zelfs als u daar de grond al voor beschikbaar hebt. U moet daarvoor een vergunning aanvragen. Maar welke vergunning? En hoe werkt dat?
Om erachter te komen wat er kan en mag op uw grond kijkt u eerst naar het bestemmingsplan. Dit vindt u via www.ruimtelijkeplannen.nl. Als u het bestemmingsplan hebt aangeklikt ziet u welke bestemming uw perceel heeft en waar het bouwvlak is. Binnen een bouwvlak mag meer dan buiten een bouwvlak en met een bestemming ‘agrarisch’ zijn de mogelijkheden vaak groter dan met een bestemming ‘wonen’. Daarom kan het, afhankelijk van uw plannen, gunstig zijn het bestemmingsplan te laten wijzigen.
Bij het bestemmingsplan zijn planregels opgesteld. Vaak is daarin per bestemming al het een en ander opgenomen over de voorzieningen die horen bij het houden van paarden. Denkt u daarbij aan regels over de maximale grootte van een paardenbak, de hoogte van het hekwerk en op welke tijden de lichtmasten gebruikt mogen worden. Soms heeft de gemeente in de planregels weinig of niets opgenomen over het houden van paarden, maar heeft zij wel beleid dat ziet op paarden. De gemeente Hollands Kroon heeft bijvoorbeeld een speciaal paardenbeleid opgesteld. Het is goed om dat altijd even te controleren.
In beginsel is het verboden om een bouwwerk te bouwen zonder omgevingsvergunning. Een bouwwerk is ‘elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren’.
U begrijpt: voor het aanleggen van veel paardenvoorzieningen is een omgevingsvergunning nodig. Gelet op het voorgaande worden niet alleen de stallen, maar ook de paardenbak gezien als een bouwwerk. Het hekwerk rond de bak valt namelijk binnen deze definitie en omdat dit hekwerk onderdeel is van de paardenbak, wordt de gehele paardenbak gezien als een bouwwerk. Ook andere onderdelen van de paardenbak, zoals drainage of het toevoegen van meerdere lagen zand met een doek daaronder, maken dat de paardenbak een bouwwerk is.
Voor het gebruiken van grond of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan moet u ook een omgevingsvergunning hebben.
U vraagt een omgevingsvergunning online aan via het omgevingsloket. Als u twijfelt of u een vergunning nodig heeft kunt u daar ook een vergunningcheck doen. De gemeente toetst uw aanvraag voor het bouwen van een bouwwerk voornamelijk aan technische voorschriften en aan uiterlijke voorschriften die door de gemeente zijn vastgesteld. Als uw aanvraag (ook) gaat over het afwijken van het bestemmingsplan, dan onderzoekt de gemeente of dit gebruik niet in strijd is met de goede ruimtelijke ordening. Hierbij kijkt zij of het bestemmingsplan afwijkingsmogelijkheden biedt. Als die er niet zijn moet uw aanvraag een goede ruimtelijke motivering bevatten. Het is raadzaam om in die gevallen vooraf advies in te winnen en vervolgens de zaak met de gemeente bespreken en desgewenst een principeverzoek in te dienen.
Naast de omgevingsvergunning voor bouwen en voor het afwijken van het bestemmingsplan, heeft u mogelijk ook een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu nodig. Hiervoor is ook van belang of u bedrijfsmatig paarden houdt. Waar de grens tussen hobbymatig en bedrijfsmatig paarden houden precies ligt, bepaalt de gemeente en is per geval afhankelijk. De gemeente kijkt bijvoorbeeld of u een winstoogmerk heeft, hoeveel dieren u heeft en waar u deze voor gebruikt:
Houdt u bedrijfsmatig minder dan 50 paarden? Dan moet u een melding Activiteitenbesluit doen.
Houdt u meer dan 50 maar minder dan 100 paarden? Dan moet het effect daarvan op de fysieke leefomgeving worden getoetst. Is er geen effect? dan vraagt u een omgevingsvergunning beperkte milieutoets aan. Is er wel effect? Dan moet u een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu aanvragen.
Houdt u bedrijfsmatig 100 of meer paarden? Dan moet u altijd een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu aanvragen.
Ook dient u rekening te houden met de Wet Geurhinder en Veehouderij en afstandseisen die in de gemeentelijke verordening staan opgenomen.
Ten slotte is er de vergunning op grond van de Wet natuurbescherming. Deze moet u aanvragen als uw project invloed heeft op een Natura 2000-gebied.
De Sectorraad Paarden (SRP) heeft in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de Handreiking paardenhouderij in het omgevingsrecht opgesteld. Hierin is veel informatie te vinden over de hiervoor beschreven onderwerpen.