De ontwikkelingen op het gebied van CO2-reducerende technieken staan niet stil. Daarom gaat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een advies aan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) over de nieuwe SDE++ subsidieregeling uitgebreid in op aardwarmte, zonwarmte, aquathermie en conversie van biomassa. Ook is de kostprijs berekend van waterstof door elektrolyse.

In 2020 wordt de Stimuleringsregeling Duurzame Energietransitie ++ (SDE++) voor het eerst opengesteld. De SDE++ is een voortzetting, maar ook een verbreding van de SDE+-regeling. Het doel is niet langer alleen het stimuleren van grootschalige productie van hernieuwbare energie, maar ook het kosteneffectief realiseren van andere CO2-uitstootreducerende maatregelen.
Het ministerie van EZK heeft aan het PBL gevraagd om advies uit te brengen over de verbreding van de subsidieregeling. Ons advies is tot stand gekomen na consultatie van belanghebbenden op basis van een online gepubliceerde conceptversie. In totaal zijn ongeveer 170 reacties binnengekomen, waarvan 80 voor hernieuwbare energie en 90 voor de zogeheten verbredingsopties. Het PBL is bij het opstellen van het advies ondersteund door TNO, DNV GL en Guidehouse (voormalig Navigant).
De invulling van de SDE++ kent vele beleidsmatige keuzes, zoals welke technieken wel of niet voor subsidiëring in aanmerking komen. Het PBL laat zich in dit advies niet uit over de wenselijkheid van technieken. Wel toetst het PBL of opname van een techniek in de SDE++-regeling leidt tot een adequate en kostenefficiënte ondersteuning van die techniek. Het advies is geschreven binnen beleidsmatige kaders die door het ministerie van EZK zijn opgesteld.
In lijn met het algemene karakter van de SDE++-regeling, bevat het advies van het PBL generiek advies dat betrekking heeft op soorten projecten. Het bevat geen subsidieadvies voor specifieke projecten. Dit betekent ook dat de werkelijke kosten van een specifiek project niet kunnen worden afgeleid uit deze publicatie.
Het PBL adviseert om voor 2020 voldoende eenvoud in de regeling na te streven. Twee voorbeelden. Bij restwarmte is in de consultatie de suggestie naar voren gekomen om te differentiëren naar lengte van de warmteleiding. Het PBL meent echter dat veel projecten gerealiseerd kunnen worden zonder differentiatie. Het aantal categorieën kan beperkt blijven, mits reeds rendabele projecten uitgesloten worden. Een ander voorbeeld vormt de opslag van CO2, ook wel genoemd Carbon Capture and Storage (CCS). Hier kwamen belanghebbende partijen met de suggestie om de subsidiehoogtes te differentiëren naar CO2-concentratie in het afgevangen gas. Hoewel het PBL de achterliggende gedachte begrijpt, is de beschikbare kosteninformatie onvoldoende robuust om hier dit jaar al positief over te adviseren. Mocht in de komende jaren robuustere informatie beschikbaar komen – wat bij verdergaande voornemens van bedrijven voor de hand ligt – dan kan het advies in de toekomst nog meer verfijnd worden.
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft aan het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gevraagd advies uit brengen over de Stimuleringsregeling Duurzame Energietransitie (SDE++) 2020. Het advies behandelt de eerste openstelling van de verbrede SDE++ in 2020.
In het rapport wordt advies gegeven over subsidies voor maatregelen die CO2-uitstoot reduceren. Dat kunnen hernieuwbare energieprojecten zijn, maar ook andere maatregelen in bijvoorbeeld de industrie worden behandeld. Het advies bevat de benodigde subsidiehoogte zoals bepaald door basisbedragen en correctiebedragen, alsmede enkele flankerende vragen. In het onderzoeksproces dat voorafging aan het advies, heeft het PBL ondersteuning gekregen van TNO, DNV GL en Guidehouse (Navigant).
Het PBL geeft advies over de benodigde subsidies voor nieuwe projecten. Welke projecten via de SDE++ ondersteund worden en welke categorieën worden opgesteld, zijn keuzes die door het ministerie van EZK zijn voorbereid. Het advies wordt gegeven binnen door EZK bepaalde uitgangspunten. De adviesvraag en de uitgangspunten staan integraal weergegeven in het rapport.
Binnen dit proces is een marktconsultatie uitgevoerd in mei 2019 voor hernieuwbare energie en in september 2019 voor overige CO2-uitstootreducerende opties. De verwerking van de ingekomen reacties is verantwoord in een bijlage bij het rapport. Deze marktconsultatiebijlage heeft ook betrekking op het in december 2019 uitgebrachte advies voor de voorjaarsronde SDE+ 2020.
Downloads en links
download het rapport (PDF, 7 MB)