Verslag van de G40-leerkring Omgevingswet – 11 januari 2018. Hoe krijg en houd je de gemeenteraad betrokken bij de Omgevingswet? Een logisch antwoord zou kunnen zijn: met stevig politiek debat over nut en noodzaak, kansen en uitdagingen van de wet. De Omgevingswetmanagers van de G40-themagroep verkenden onlangs een totaal tegengestelde aanpak: het apolitieke gesprek met raadsleden over hoe invulling te geven aan omgevingsvisie en omgevingsplan.
Waar programmateams en wethouders al volop bezig zijn met de voorbereidingen op de Omgevingswet is dat voor raadsleden nog lang niet overal vanzelfsprekend. Het uitstel van de inwerkingtreding van de wet tot 2021 en de raadsverkiezingen in maart, maken het urgentiebesef ook niet groter.
Sarah Ros, die als programmamanager van de bestuurlijke G40-themagroep Omgevingswet met veel gemeenten praat, komt rond het onderwerp raad en Omgevingswet opvallend veel angst tegen bij de diverse partijen. Zo is er bij raadsleden zelf de angst om bevoegdheden en grip op de inhoud te verliezen. Ook rond het vraagstuk van participatie. Voor raadsleden is vaak nog onduidelijk wat de Omgevingswet nou precies voor hen betekent. Sarah Ros adviseert programmamanagers om de raad goed te blijven uitleggen wat er verandert, maar vooral ook wat hetzelfde blijft, zoals de Algemene wet Bestuursrecht en de Gemeentewet.
Ook bij ambtenaren zit angst, constateert Ros. Bijvoorbeeld voor raadsleden die aangeven los te willen laten maar toch bang zijn voor willekeur en verlies van rechtszekerheid en daarom alsnog meer (gedetailleerde) regels vaststellen. Ze adviseert ambtenaren om dit dilemma op tafel te leggen en er met de raad over in gesprek te gaan. Wat ook helpt is het schetsen van de verschillende scenarios rond loslaten en welke gevolgen die hebben voor de planning. Schrap regels stapsgewijs, is een andere tip. In Zaanstad gebeurde het schrappen van regels uit verordeningen bijvoorbeeld in nauwe afstemming met de gemeenteraad. Dat kweekte veel vertrouwen bij de raad in de zorgvuldigheid van het proces en maakte het loslaten makkelijker. Een veelgehoorde vraag is wat de rol van de gemeenteraad is bij vergunningaanvragen die afwijken van het omgevingsplan. De
VNG
heeft hierover een handleiding gemaakt.
Benen op tafel
De angst van wethouders zit vooral in de nieuwe samenwerkingsvormen tussen college en raad, merkt Ros. Colleges hebben behoefte om met de benen op tafel te sparren met de raad, non-politiek. De Omgevingswet geeft zoveel keuzemogelijkheden, waar heeft de raad behoefte aan? Het is goed om vroegtijdig met de griffie na te denken over nieuwe vormen van samenwerking. Ook met het oog op de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen. Onder andere in Haarlem vonden met zogeheten
ABC
-sessies benen-op-tafelgesprekken tussen raad en college plaats.
Naast de diverse angsten, zorgt de vormvrije participatieplicht voor discussie: wat wordt de rol van de gemeenteraad? De participatieplicht zit op twee manieren in de Omgevingswet. In de eerste plaats is er de motiveringsplicht om aan te geven of en hoe het participatieproces heeft vorm gekregen. Bij instrumenten (omgevingsvisie, omgevingsplan) is dat een taak van het bevoegd gezag. Bij omgevingsvergunningen ligt die verplichting bij de initiatiefnemer en dat is nieuw. In dit geval is het college verantwoordelijk voor de besluitvorming, danwel de beoordeling van de participatie, maar is de gemeenteraad verantwoordelijk voor het bepalen van wanneer een participatieproces goed wordt bevonden (via het vaststellen omgevingsplan). Raden zullen zich daarom de vraag moeten stellen of ze criteria willen opstellen voor een goed participatieproces en wat ze hierover willen meegeven aan het college en de initiatiefnemer.
Diverse G40-gemeenten zijn hiermee aan de slag. In Zwolle heeft een groep raadsleden een werkgroep gevormd om na te denken over participatie. En in Leiden loopt een proef om te onderzoeken welke kaders de gemeenteraad kan en wil meegeven aan projectontwikkelaars. In Nijmegen onderscheidt de gemeenteraad duidelijk twee rollen: kaderstellend en volksvertegenwoordigend. Om goed te kunnen zien wat er allemaal komt kijken bij participatietrajecten, zaten raadsleden als onafhankelijk voorzitter aan participatietafels met diverse stakeholders. Die zichtbare, actieve, maar niet-politieke rol levert voor iedereen veel inzichten op. Het programma Aan de slag met de Omgevingswet besteedt in de Inspiratiegids aandacht aan participatie. Binnenkort wordt de gids aangevuld met specifieke informatie over het onderwerp participatie door de initiatiefnemer.
Raad op sleeptouw
Om gemeenteraden voor te bereiden op de Omgevingswet geeft Sjors Slaats namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (
VNG
) regelmatig presentaties in raadszalen. Slaats, zelf raadslid in Waalwijk, geeft met een aangepast presentatie voor Omgevingswetmanagers inzicht in hoe zij hun raad op sleeptouw kunnen nemen. Waarom dat nodig is? Gemiddeld vijftig procent van de onderwerpen die op de raadsagenda staan heeft een relatie met de Omgevingswet, zegt Slaats. En dat, terwijl in een
VNG
-enquête in 2016 de helft van de raadsleden nee of weet ik niet antwoordde op de vraag of de nieuwe wet voor de leefomgeving nodig is.
Inmiddels, merkt Slaats, willen praktisch alle raadsleden graag meer weten over de Omgevingswet en is het zaak hen goed te begeleiden naar de invoering. Zijn advies is om regelmatig met raadsleden over de Omgevingswet te praten. Als ze hooguit iedere drie tot zes maanden worden bijgepraat, is het moeilijk voor raadsleden om de materie in de vingers te krijgen. Dat komt ook doordat ze nu al niet altijd de relevante wetgeving scherp op het netvlies hebben. En dat zij van alle betrokken partijen nog het minst bezig zijn met leren van elkaar.
Daar staat een kans tegenover, zegt Slaats. Raadsleden zijn het best in staat om integraal te werken. Zij denken vanuit de opgaven en problemen van inwoners en die zijn per definitie integraal. Op de
website
staat informatie voor raadsleden over de Omgevingswet gebundeld.
Apolitieke raadswerkgroep
Een gemeente die gewoon aan de slag is gegaan, is Sittard-Geleen. Sinds twee jaar buigt een raadswerkgroep zich samen met een ambtelijk team over de Omgevingswet, met in eerste instantie de focus op de omgevingsvisie, die is vastgesteld in december 2016. Apolitiek, benadrukt Omgevingswetmanager John Janssens uit die gemeente. We hebben vanaf het begin helder gemaakt: U zit hier om met ons te sparren en houdt gewoon uw politieke vrijheid om straks in de raad uw standpunt te bepalen.
Doel van de werkgroep is om nu al mee te denken over zaken als de omgevingsvisie, bestuurlijke afwegingsruimte, cultuurverandering en het spanningsveld tussen rechtszekerheid en lokale invulling van eigen keuzes. Zo is gesproken over de welstandscommissie, maar ook over nieuwe ontwikkelingen als horeca in winkels of parkeren in de voortuin. De apolitieke gesprekken werden vaak gevoerd aan de hand van concrete kwesties, legt Janssens uit. Horeca toestaan in detailhandel of niet, omgaan met transformatie van leeg vastgoed, regels voor terrassen en voor zonnepanelen in een beschermd stadsgezicht. We hebben ons voorbereid op diverse ontwikkelingen; keuzes gaan we straks uitwerken in programmas. En in de loop van 2018 maakt de gemeenteraad afspraken over welke concrete regels worden opgenomen in het omgevingsplan.
Meer informatie
presentatie van Sarah Ros, G40 (pdf)
presentatie van Sjors Slaats, VNG (pdf)
presentatie van John Janssens, gemeente Sittard-Geleen (pdf)