Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Rapport PBL over betaalbaarheid geeft beperkt beeld

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft onlangs een rapport naar buiten gebracht over de betaalbaarheid van verduurzaming van koopwoningen. De conclusie in dit rapport was duidelijk: in veel huishoudens gaat investeren in verduurzaming niet terugverdiend worden. Maar kan deze conclusie zo stellig voor alle woningen getrokken worden? Niet op basis van dit rapport en dat leggen we graag uit.

31 augustus 2020

Opinie

Opinie

Het PBL rapport kijkt maar naar een deel van alle woningen

De hele wereld beschrijven en analyseren is ondoenlijk, daarom maken onderzoekers altijd keuzes in wat ze wél en niet in de reikwijdte (scope) van het onderzoek meenemen. Dit is ook het geval voor het PBL-rapport. Het rapport kijkt bijvoorbeeld alleen naar woningeigenaren die ook bewoner zijn. Daarnaast wordt er alleen gekeken naar een representatieve tussenwoning van 110 vierkante meter. Dat betekent dus dat appartementen, (half)-vrijstaande woningen en huurders niet mee worden genomen in het onderzoek. Er wordt wél gekeken naar veel verschillende huishoudenstypen, bijvoorbeeld alleenstaand, paren en gezinnen in verschillende leeftijdscategorieën.

Gasloos én energieneutraal is niet het huidige beleid

Ook is er een zeer strenge selectie in de te nemen verduurzamingsmaatregelen: het rapport kijkt alleen naar het gasloze en energieneutrale tussenwoningen op basis van een luchtwarmtepomp. Hierbij worden zonnepanelen toegepast om het gehele jaarlijkse elektriciteitsgebruik af te dekken. Het uitgangspunt van het gasloos en energieneutraal maken van de woningen wordt als een gegeven gepresenteerd, maar dit is het niet. Het klimaatakkoord zegt namelijk niks over het volledig gasloos en energieneutraal maken van woningen, alleen over het aardgasvrij verduurzamen van woningen, wat niet energieneutraal hoeft te zijn. Alle woningen gasloos én energieneutraal is dus geen staand beleid of doel van de overheid.

Mogelijke alternatieve opties worden niet meegenomen

De keuze om alleen te kijken naar gasloze en energieneutrale woningen op basis van een luchtwarmtepomp sluit ook bewust verschillende alternatieve manieren van verduurzaming uit. Bodemwarmtepompen en collectieve oplossingen zoals een warmtenet op basis van restwarmte of aquathermie worden niet bekeken. Ook het aanhouden van de gasaansluiting op basis van duurzame gassen, eventueel in combinatie met een hybride warmtepomp, is geen onderdeel van de berekeningen. Door alleen te kijken naar luchtwarmtepompen is het vrijwel altijd noodzakelijk om de radiatoren te vervangen, wat ook extra kosten met zich meebrengt. Ten slotte is er niet gekeken of minder isoleren of minder zonnepanelen tot een rendabelere investering kunnen leiden.

De uitgangspunten leiden tot de conclusie

Het rapport kijkt dus feitelijk alleen naar het energieneutraal of gasloos maken van tussenwoningen in eigen bezit met verwarming via een luchtwarmtepomp. Dit uitgangspunt bepaalt daarmee in sterke mate de conclusie, want voor energieneutrale woningen is er (zeker voor oudere woningen) flink wat isolatie nodig, veel zonnepanelen, nieuwe radiatoren en een grote warmtepomp. Al deze kosten bij elkaar kunnen inderdaad lastig terugverdiend worden via een besparing op de energierekening.

Maar doordat andere type woningen en andere type verwarmingstechnieken niet worden vergeleken, is deze conclusie niet zomaar te trekken voor alle verduurzaming in de gebouwde omgeving. In sommige gevallen kunnen collectieve oplossingen rendabeler zijn dan individuele oplossingen zoals de warmtepomp. En door alleen te isoleren wanneer bijvoorbeeld dak of kozijn al aan vervanging of onderhoud toe zijn, op zogenaamde “natuurlijke momenten”, kan er op extra investeringen bespaard worden. De rentabiliteit hangt bovendien ook sterk af van de aannames van energieprijzen en belastingen in de toekomst.

Belangrijke lessen uit het rapport

Hoewel de analyse in het rapport dus maar een beperkt beeld geeft van de opgave van het verduurzamen van de gebouwde omgeving, staan er wel degelijk belangrijke en breder bruikbare lessen in het rapport. Zo benoemt het rapport specifiek de diversiteit in energiegebruik van bewoners. Het aantal bewoners, leeftijd en persoonlijke voorkeuren kunnen flink van invloed zijn op het energiegebruik, zelfs in vergelijkbare woningtypen. Ook de financieringskosten worden uitgebreid behandeld in het rapport. Het kan voor de kosten net dat verschil maken of je de investering financiert tegen gangbare markttarieven, via je hypotheek of een 0%-lening.

En het rapport brengt wel een pijnpunt van de warmtetransitie in beeld. Hoewel losse ingrepen (zoals spouwmuurisolatie of dakisolatie) makkelijk en rendabel kunnen zijn, is een totaalpakket aan maatregelen om aardgasvrij te worden dit vaker niet. Als puur wordt gekeken naar de besparing op energiekosten, zijn investeringen om woningen voor te bereiden op aardgasvrij (isolatie, ventilatie en elektrisch koken) vaak al lastig terug te verdienen binnen afzienbare tijd. Laat staan de stap naar volledig aardgasvrij. De schrijvers van het rapport vragen zich dan ook af we deze investeringen niet op een andere manier zouden moeten benaderen.

Woonlastenneutraal een onhaalbare belofte

Een belangrijk onderdeel van deze huidige benadering is het gebruik van de term ‘woonlastenneutraal’: het kunnen betalen van de investeringen in verduurzaming uit de besparing op de energiekosten. Woonkostenneutraliteit is ook opgenomen als uitgangspunt in het Klimaatakkoord. De schrijvers van het rapport vragen zich in de conclusie of dit uitgangspunt van woonlastenneutraliteit constructief is. Jade schreef hier in maart ook al een blog over: “Woonlastenneutraal aardgasvrij is een onhaalbare belofte”. Misschien moeten we niet kijken naar woonlastenneutraal en rendabel. Dat doen we immers ook niet bij rookmelders of een nieuwe keuken. Focus op een betaalbaar aardgasvrij aanbod is mogelijk een realistischere route. Laten we daarbij ook aandacht blijven schenken aan de niet-financiële opbrengsten zoals wooncomfort en toekomstbestendigheid. Zo moeten we samen zoeken naar een haalbare en betaalbare manier voor het verduurzamen van de gebouwde omgeving.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.