De Eerste Kamer heeft op 8 december 2015 de Erfgoedwet aangenomen. De wet bundelt zes bestaande wetten op het terrein van Monumentenzorg en historische (museale) collecties. De regels worden op 1 juli van kracht, tenzij er binnen zes weken een referendum over de erfgoedwet wordt aangevraagd.
Voor de bescherming van rijksmonumenten is de nieuwe instandhoudingsplicht van belang. Voortaan moet een monument zodanig onderhouden worden, dat instandhouding gewaarborgd is. Een eigenaar is dus niet in overtreding als een monument verveloos is, maar wel als door achterstallig onderhoud de monumentale waarden niet langer overind blijven.
Nieuw in de Erfgoedwet is ook dat niet alleen het gebouw, met alles wat er nagelvast bijhoort, monumentale bescherming kan genieten, maar voortaan kunnen ook ensembles beschermd worden: het gebouw plus het interieur. In verband met de privacy hoeft de beschrijving van het monumentale interieur niet openbaar gemaakt te worden.
Het nationale monumentenregister is voortaan alleen maar bedoeld om te registreren dat een bepaald object een monumentenstatus heeft, maar is niet bedoeld om de monumentale waarden te beschrijven of onderbouwen. Er wordt dus een scherp onderscheid gemaakt tussen de gegevens in het register en de redengevende beschrijving, waarin duidelijk gemaakt wordt welke monumentale waarden met de monumentenstatus worden beschermd.
Archeologie
De Erfgoedwet wijzigt op onderdelen de wetgeving op het gebied van archeologie. Voortaan kunnen archeologische bureaus geen opgravingsvergunning meer aanvragen (die hen toestemming geeft om archeologische opgravingen te verrichten). Daarvoor in de plaats komt een systeem van certificering, waarbij de markt er zelf voor verantwoordelijk is dat het certificaat garandeert dat een archeologische bureau professionele opgravingen kan verrichten. Er zijn uitzonderingen mogelijk voor amateurverenigingen voor archeologie.
Ook wordt een vergunning om op een bepaalde plek archeologisch onderzoek te verrichten niet langer afgegeven door de rijksoverheid, maar door het college van b&w.