Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) moet samen met de provincies een landelijke uitvoeringsagenda opstellen voor samenleven met wolven. Dat is het advies van de Raad voor Dierenaangelegenheden aan minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof. Dit houdt in een landelijke lange termijnvisie over de ruimte voor wolven in Nederland, betere bescherming van vee, en het instellen van een Landelijk Informatiepunt Wolf. Dit schrijft minister Van der Wal in een brief aan de Tweede Kamer. De minister had de Raad voor Dierenaangelegenheden gevraagd om een maatschappelijke dialoog te organiseren over samenleven met wolven en hier vervolgens een advies over uit te brengen.
Het ministerie van LNV gaat in gesprek met de provincies (die als bevoegd gezag verantwoordelijk zijn voor natuurbeheer) over regie in het landelijk gebied om hier een landelijke lange termijnvisie over op te stellen. Uitgangspunt is een inrichting van de ruimte waarbij er zowel voldoende natuurlijke ruimte is voor de wolf als een veilige plek voor gehouden dieren zoals schapen.
Minister Van der Wal is blij met het advies van de Raad voor Dierenaangelegenheden: “De terugkeer van de wolf naar Nederland is goed voor de biodiversiteit, maar leidt ook tot zorgen en angst. Het is een goed en gebalanceerd advies dat rekening houdt met alle gevoelens, meningen en visies in onze samenleving rond de wolf. Het ministerie en de provincies kunnen hiermee aan de slag zodat er een beheersbare situatie ontstaat. Als we alle mogelijkheden slim benutten, kunnen we makkelijker samenleven met wolven. Dat is goed voor de wolf als beschermde diersoort en doet recht aan de angst en zorgen van burgers en boeren.”
Het ministerie van LNV zal ook met de provincies in gesprek gaan over het verder ondersteunen van dierhouders bij de bescherming van hun vee tegen wolvenaanvallen, vanwege de belangrijke rol die de provincies hierin spelen. De Vlaamse situatie, waar het aantal dieren dat door wolven wordt doodgebeten al 2 jaar daalt, laat zien dat het laagdrempelig aanbieden en stimuleren van het gebruik van wolfwerende rasters nodig is voor een betere bescherming van gehouden dieren.
Door het goed beschermen van gehouden dieren kan schade worden voorkomen. Preventiemaatregelen die dierhouders kunnen treffen staan beschreven in het interprovinciaal wolvenplan. Om duidelijkheid te geven over de minimale maatregelen die dierhouders moeten nemen, werkt het ministerie samen met de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA), provincies en stakeholders aan het nader invullen van de wettelijke norm uit artikel 1.6 Besluit houders van dieren.
De aanwezigheid van wolven roept angst op bij burgers en dierhouders. Minister Van der Wal neemt die angst heel serieus en wil helpen om deze te verminderen. Daarom onderzoekt zij samen met de provincies en stakeholders de mogelijkheden van het Landelijk Informatiepunt Wolf voor het verbeteren van de informatie over samenleven met wolven en het omgaan met angsten. Zij kijkt ook of het Landelijk Informatiepunt Wolf kan worden uitgebreid met een meldpunt en/of kenniscentrum.
Het is aan het volgende kabinet om concreet invulling te geven aan het advies van de Raad van Dierenaangelegenheden, zowel inhoudelijk als financieel. De landelijke uitvoeringsagenda voor samenleven met wolven zal ook zo goed mogelijk moeten aansluiten op het interprovinciale wolvenplan van de provincies.
Ondertussen heeft de Europese Commissie het voorstel gedaan om de beschermde status van de wolf onder het Verdrag van Bern te verlagen van ‘strikt beschermd’ naar ‘beschermd’. Minister Van der Wal is voornemens om voor dit voorstel te stemmen. Het verlagen van de beschermde status kan Nederland op termijn de mogelijkheid bieden om zelf te bepalen in hoeverre wolven beschermd worden in ons land. Op die manier is meer maatwerk mogelijk. Indien gewenst kan alsnog een verdergaande bescherming worden vastgelegd in nationale wetgeving. Door voor het voorstel te stemmen houdt de minister rekening met de beleving van diegenen die het hardst worden getroffen door wolvenaanvallen.
Ook bij het eventueel aanpassen van de beschermde status van de wolf moet Nederland blijven werken aan een gunstige staat van instandhouding van de wolf. Het steunen van het voorstel van verandert hier niets aan. Een eventuele verandering van de beschermde status onder het verdrag van Bern heeft niet meteen gevolgen voor de juridische bescherming van de wolf in Nederland. Daarvoor is eerst nog aanpassing van de Europese Habitatrichtlijn en nationale wetgeving nodig. Tot die tijd blijft de wolf strikt beschermd volgens de huidige regels.