Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Staat Nederland aan het begin van een houtbouwrevolutie?

Volgens minister Hugo De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) staat Nederland aan de vooravond van een grote verbouwing. Tot 2030 moeten er 900.000 woningen gerealiseerd worden. Dit moet betaalbaar en snel, met grote uitdagingen op het gebied van klimaat, energie en stikstof. Houtbouw lijkt op veel van deze vraagstukken een antwoord te kunnen bieden. Wij bezochten de hoogste houten woontoren van Nederland. Althans, voorlopig nog, want houtbouwprojecten schieten als paddenstoelen uit de grond. Kunnen we al van een houtbouwrevolutie spreken?

13 september 2022

Woontoren HAUT, Foto: Jannes Linders

De hoogste houten woontoren van Nederland

Begin 2022 werd HAUT, de hoogste houten woontoren van Nederland, in Amsterdam opgeleverd. Het gebouw is 73 meter hoog en telt 21 verdiepingen. Door de gemeente Amsterdam werd er in de aanbestedingsfase hoog ingezet op duurzaamheid. Projectontwikkelaar Lingotto wilde een toonaangevend gebouw realiseren dat de duurzaamheidskaders in Nederland zou verleggen. Vanuit Team V Architectuur kwam het idee om met hout te gaan bouwen; ook werd ingenieursbureau Arup ingeschakeld vanwege hun ervaring met houtconstructies.

De woontoren bevat 2.800 kubieke meter hout, als vervanging voor 2.800 kubieke meter beton. Deze constructie zal daarmee CO2 opslaan in plaats van CO2-uitstoten tijdens de bouw. De CO2-uitstoot van beton, van productie tot en met montage op de bouwplaats, is meer dan twintig keer groter dan die van hout. Als HAUT in beton gebouwd zou zijn, dan was de CO2-uitstoot 45% hoger.

Toen het project begon, werd houten hoogbouw nog weinig toegepast in Europa. Het hoogste houten gebouw in de wereld telde toen 14 verdiepingen, een derde lager dan HAUT. ‘’Houten hoogbouw was iets nieuws, vooral houten hoogbouw met appartementen.’’ zegt Gerard Comello, van projectontwikkelaar Lingotto. Hoogbouw in hout werd voorheen vooral toegepast voor kantoren en hotels, zoals hotel Jakarta in Amsterdam. ‘’Kantoren zijn simpeler te realiseren omdat er minder specifieke eisen zijn voor akoestiek en trillingen. In appartementen worden trillingen door bewoners eerder als oncomfortabel ervaren.’’

Door onder meer de uitdagingen met akoestiek en trillingen werd HAUT uiteindelijk een hybride gebouw met hout waar mogelijk en met andere materialen waar nodig. Dat betekent dat de constructie deels uit beton bestaat, de betonnen liftkern neemt de trekkrachten op en zorgt voor stabiliteit. De wanden en vloeren daaromheen zijn van CLT (Cross Laminated Timber), kruislaags verlijmd hout.

Hybride houtconstructie, Bron: Lingotto

Wonen in hout

Leven in een houten appartement geeft een ander gevoel dan in beton. ‘’Het leeft iets meer.’’ Zegt Carel Bal, bewoner van HAUT. ‘’De akoestiek is anders, het geluid klinkt prettiger en het voelt ook prettiger.’’ Bij binnenkomst valt ook de dikte van de muren meteen op. Die zijn bijna een halve meter breed. De CLT-panelen van de dragende wandconstructie zijn met 30 centimeter even dik als een betonwand, maar zijn niet te zien omdat er nog een aantal centimeter voorzetwand op regelwerk omheen zit, voor geluidsisolatie en brandbescherming.

Ook zijn er over het hele appartement sprinklers geplaats. Volgens Comello was brandveiligheid als aspect niet bijzonder complex om op te lossen. ‘’Zonder sprinklers voldoet het gebouw qua brandveiligheid al aan de wettelijke eisen, maar dit is een extra veiligheidsgarantie.’’ Een geruststellend idee voor bewoners, maar ook voor de verzekeraar. Zo rees aan het begin van het project de vraag of een houten gebouw wel te verzekeren was en of bewoners voor houtbouw van deze omvang een hypotheek voor konden aanvragen. Dat werd afgedekt door al in een vroeg stadium hier afspraken over te maken met ABN AMRO. Bal geeft wel aan dat de VvE voor de verzekering van het pand een hogere premie betaalt. ‘’Ik geloof niet dat er voor dit pand hogere risico’s zijn, maar doordat het een nieuw project is heeft de verzekeraar geen referentiekader.’’

Vergunningverlening en toetsen

Omdat er nog weinig ervaring is met hoge houtbouw waren er verschillende uitdagingen rondom vergunningverlening en het toetsen constructies en details in CLT, iets waar de ontwikkelaar extra tijd, geld en mankracht voor moest inzetten. ‘’Na de tender beseften we dat er nog best veel onderzoek gedaan moest worden naar de constructie en dat er verschillende proeven gedaan moesten worden om constructieonderdelen gecertificeerd te krijgen. Dit was allemaal nodig voordat we het voor vergunningverlening konden aanbieden”, zegt Comello.

Kennis bij overheden over houtbouw is er nog weinig. Zo kwam er voor de ontwikkelaar veel kijken bij het verkrijgen van de constructieve deelvergunningen. De toetsing liep via de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. ‘’Voor de Omgevingsdienst was het toetsen een uitdaging omdat er voor houtbouw geen Europese en Nederlandse normen zijn.’’ zegt Comello. ‘’Omdat de normering miste, is in dit geval door de Omgevingsdienst besloten om het hele plan te toetsen. Ze wilden de berekeningen op houttechniek zelf nalopen. Hier hebben ze TU Delft bij betrokken omdat ze de kennis niet in huis hadden.’’

Tests met certificering zijn nodig voor het verkrijgen van vergunningen, deze waren in sommige gevallen, door de nieuwe toepassingen, nog niet voorhanden. In het ontwikkeltraject is daarom door de ontwikkelaar veel onderzoek gedaan naar de constructie en het materiaal. Zo is er onderzoek gedaan naar externe trillingen vanuit het naastgelegen trein- en metrospoor in de CLT-constructie en is er een brandtoets uitgevoerd in Wenen op de CLT-plafonds en de te gebruiken lijmsoort. Ook is er door TNO onderzoek gedaan naar de juiste samenstelling van de gecombineerde hout en betonvloer in verband met interne geluidsoverdracht tussen de appartementen. Comello: ‘’Dat zijn tijdrovende zaken waarvan je hoopt dat dat meer en meer door de productindustrie gaat gebeuren, wij hebben dit nu als ontwikkelaar moeten doen. We verwachten dat de houtindustrie hierop verdergaat en de onderdelen gaan certificeren die je nodig hebt in de bouw. Omdat wij hierop vooruitliepen, moesten we die toetsen zelf doen.’’

Bouwen met hout

HAUT is gemaakt van hout dat in Oostenrijkse bossen is aangegroeid. Het wordt daar in elkaar gezet tot Cross Laminated Timber (CLT). CLT is kruislaags verlijmd hout, dit zorgt niet alleen voor versteviging maar voorkomt ook ‘werking’, het kromtrekken of vervormen onder invloed van vocht. Met de juiste lijm heeft CLT ook een brandvertragende werking. Bij brand zal de eerste laag vlam vatten, maar vervolgens snel verkolen en daarmee de zuurstoftoevoer naar de volgende laag afsluiten. Frank Michielen, Adviseur bouwkosten en techniek bij AT Osborne: ‘’Hout brandt alleen aan de buitenkant, de eerste paar centimeter brandt in en daarna blijft de constructie goed. Bij brand zal een stalen constructie nog eerder instorten dan een constructie met dikke houten balken.’’

Voor het volgende project in hoogbouw zal Comello niet meteen alleen aan hout denken. ‘’Bij hoogbouw heb je altijd beton of staal(verbindingen) nodig om de constructie stabiel en stijf te maken. Hout kan immers maar beperkt trekkrachten opnemen. Bij laagbouw van vijf of zes woonlagen kan je eenvoudiger pure houten CLT-elementen stapelen. Zo kan je optimaal profiteren van de kwaliteiten die hout heeft.’’ Ook kost hout vooralsnog meer dan beton of staal, vooral bij hogere gebouwen. Volgens Michielen is hout iets duurder, ‘’De dagprijs varieert veel, die is van een aantal factoren afhankelijk. Daarnaast zijn de houtprijzen momenteel aan het dalen en stijgen betonprijzen door energiekosten, hierdoor zouden de prijzen gelijk kunnen trekken.’’ Ook kunnen de prijzen voor hout nog dalen als het materiaal meer wordt gebruikt en de industrie zich daarop gaat richten. ‘’Het is ook een kwestie van pionierswerk, als er routine in het productieproces komt dan kan het zich op de markt ontwikkelen. Bij hout is vaak nog veel staal nodig voor verbindingen, dat is niet goedkoop, als daar iets anders op wordt verzonnen dan kan de prijs ook dalen.’’

Prefab

Door middel van prefabricage kan CLT in de fabriek in elementen in elkaar gezet worden voordat het getransporteerd wordt. ‘’CLT is in de maatvoering een heel zuiver product, als je dat in een fabriek voorbereidt, kan je dat als elementen klaarmaken, op de vrachtwagen stapelen, naar de bouwplaats brengen en als een puzzel in elkaar zetten,” zegt Comello. Prefab CLT is niet alleen maatvast en snel, maar ook licht. ‘’Bij betonnen elementen is een vrachtwagen snel vol door het gewicht, bij hout kun je doorstapelen tot het volume van de vrachtwagen vol is. Hierdoor kunnen er meer elementen op een vrachtwagen en zijn er veel minder ritten nodig.’’ Zo draagt houtbouw bij aan minder CO2- en stikstofuitstoot.

Foto: Jannes Linders

Houtbouw(r)evolutie

Volgens Comello is veel kennis over houtbouw in de afgelopen decennia verdwenen. ‘’De opleidingen voor architect of constructeur hebben zich de laatste decennia vooral gericht op staal en beton, we zijn de kennis over houtbouw een beetje kwijtgeraakt. Nu zie je dat de houtbouwkennis langzaam weer aan het opbouwen is.’’ Mede door het gebrek aan kennis bij verschillende (overheids)instanties was het lastig om het gebouw daar getoetst en goedgekeurd te krijgen. ‘’Het is belangrijk dat er op die verschillende deelgebieden voldoende experts zijn, op diverse niveaus in de productie en bij de ingenieurs.’’

Als we kunnen zorgen dat de kennis op de juiste plek terecht komt, staan we dan aan het begin van een houtbouwrevolutie? Michielen: ‘’Een revolutie is een snelle omslag. Ik denk dat het eerder een evolutie gaat zijn. Het gaat gebeuren maar niet overal. In 2025 gaan we niet alleen maar houtbouw zien, bij sommige gebouwen is het gewoon niet zo efficiënt. Wat je denk ik veel gaat zien zijn hybride gebouwen met hout waar het kan en andere materialen waar het noodzakelijk is, zoals bij de fundering als er kans is op houtrot.’’

De Metropoolregio Amsterdam (MRA) heeft de weg van deze evolutie al ingeslagen. Er is een convenant ondertekend waarin de MRA samen met ontwikkelaars, beleggers en bouwers heeft aangeven vanaf 2025 te streven naar jaarlijks minimaal 20% van de gehele woningproductie in de metropoolregio in houtbouw uit te voeren. Nu is het wachten tot meer gemeenten en regio’s volgen.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.