Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Stand van zaken BOPA-omgevingsvergunning en ETFAL

Waar vroeger bij de afwijking van het bestemmingsplan sprake moest zijn van een "goede ruimtelijke ordening", wordt nu bij de buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) gesproken van de "evenredige toedeling van functies aan locaties" (ETFAL). Een BOPA-omgevingsvergunning kan alleen verleend worden, als sprake is van een ETFAL.

1 juni 2024

Blog

Blog

Aangezien het begrip ETFAL abstract is, moet de invulling ervan verder blijken uit de rechtspraak. Dit heeft de wetgever bewust gedaan, vanwege de brede strekking van de fysieke leefomgeving waarop omgevingsvergunningen zien. ETFAL is, door te zien op de fysieke leefomgeving, breder dan het begrip goede ruimtelijke ordening, dat alleen zag op de ruimtelijk relevante aspecten.

Sinds het ingaan van de Omgevingswet op 1 januari 2024 heeft de bestuursrechter in een drietal uitspraken richting gegeven aan de uitleg van het begrip ETFAL.

Drie uitspraken over ETFAL

De eerste uitspraak (Voorzieningenrechter Rechtbank Gelderland, 29 maart 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:1822) werd gedaan in een zaak waarin een BOPA-omgevingsvergunning was verleend voor het huisvesten van maximaal 80 oorlogsvluchtelingen uit Oekraïne en maximaal 10 statushouders in een hotel in Epe voor de duur van 3 jaar.

De rechter bekeek in deze zaak of het college had voldaan aan een ETFAL. Uit de ruimtelijke onderbouwing volgde dat er geen onevenredige gevolgen te verwachten zijn voor het woon- en leefklimaat van verzoekers. Het was hiervoor namelijk ook mogelijk dat recreanten in het hotel verbleven en dat het helemaal vol zat. Dat er meer plaatsen worden ontwikkeld en dat deze mensen langer zullen verblijven, zorgt voor beperkt verschil voor omwonenden, des te meer omdat de opvang voor de duur van drie jaar is vergund. Specifiek keek de rechter naar de elementen: verkeersveiligheid, sociale veiligheid, overlast, vermindering van toerisme en de aantasting van een Natura-2000 gebied. Over deze uitspraak verscheen eerder een uitgebreider artikel op onze website.

Op 11 april 2024 (Voorzieningenrechter Rechtbank Gelderland, ECLI:NL:RBGEL:2024:2126) oordeelde de bestuursrechter wederom in een zaak over een BOPA-omgevingsvergunning voor de vestiging van asielzoekers in een hotel. Het college van B&W moest hierbij de ETFAL betrekken. De specifieke aspecten die moesten worden meegenomen in de beoordeling waren de sociale veiligheid en de te verwachten overlast aspecten.

Omdat de gemeente een veiligheidsplan heeft opgesteld ter bescherming van zowel de asielzoekers als de omwonenden, is hieraan voldaan. De specifiek genoemde aspecten waarover de rechter oordeelt, zijn in deze zaak de impact van het toenemend aantal verblijvers, de geluidsbelasting op de omliggende woningen en de parkeergelegenheid. Daarnaast is in dit geval participatie verplicht. Dat betekent dat de initiatiefnemer de samenleving moet betrekken bij de aanvraag.

Wat voldoende participatie is, is niet duidelijk, maar zij moet in ieder geval enige betekenis hebben. Er is geen wettelijke regel dat sprake moet zijn van voldoende draagvlak onder omwonenden om de ontwikkeling door te laten gaan. Deze uitspraak is eerder in een artikel op onze website uitgebreider besproken. 

De meest recente uitspraak dateert van 8 mei 2024 (Voorzieningenrechter Rechtbank Gelderland, ECLI:NL:RBGEL:2024:2827) en ging over een BOPA-omgevingsvergunning die is verleend in verband met tijdelijke grondopslag. Omwonenden zijn hier tegenop gekomen omdat ze vrezen voor de verkeersveiligheid rondom het perceel in verband met af- en aanrijdend vrachtverkeer.

De voorzieningenrechter beoordeelde in deze uitspraak of het college tot een ETFAL heeft kunnen komen. Aangezien verzoekers in dit kader vreesden voor de verkeersveiligheid, keek de voorzieningenrechter specifiek naar dit aspect. In de omgevingsvergunning waren omtrent dit onderwerp voorschriften opgenomen. De rechter beoordeelt om deze reden dat het college oog heeft gehad voor dit aspect.

Daarnaast had de verkeersdeskundige van de gemeente een memo opgesteld waaruit duidelijk wordt dat de (lage hoeveelheid) extra verkeersbewegingen geen nadelige gevolgen hebben voor de verkeersveiligheid. Ook dit onderbouwt de ETFAL.

Terughoudende bestuursrechter

Wat in elk geval opvalt, is dat de rechter zich over het algemeen terughoudend opstelt door alleen te toetsen of het bevoegd gezag in redelijkheid heeft kunnen oordelen of sprake was van een ETFAL. Alleen in de meest recente uitspraak beoordeelt de rechter de verkeersveiligheid uitgebreid.

De belangenafweging blijft een centraal element, net als bij de goede ruimtelijke ordening, maar terughoudend, door te beoordelen of het bevoegd gezag de belangen goed heeft afgewogen. Toch blijft de ETFAL, en daarmee de beoordeling van de BOPA-omgevingsvergunning, abstract en zal meer invulling uit de rechtspraak moeten blijken. 

De drie uitspraken zijn overigens alle gedaan door een voorzieningenrechter. Voorzieningenrechters toetsen doorgaans sowieso terughoudend, gelet op het voorlopige oordeel dat zij geven. Het is dus nog even afwachten of bestuursrechters in bodemzaken het begrip ETFAL op dezelfde wijze zullen benaderen.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.

KENNISPARTNER

Shanna Derksen