Isolatie is effectief om de energierekening betaalbaar te houden. Daarbij moet wel rekening worden gehouden met beschermde diersoorten. Om hiervoor plannen te maken, hebben gemeenten voldoende middelen, duidelijke standaarden, eenduidigheid tussen provincies, voldoende ecologen en landelijke regie nodig.
Dat schrijven we in onze inbreng voor het debat klimaatakkoord gebouwde omgeving (pdf, 141 kB) van de vaste Kamercommissie Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening op 3 oktober. Daarin geeft de VNG de commissie namens gemeenten 3 punten mee:
De oude methode voor isoleren hield onvoldoende rekening met beschermde diersoorten zoals vleermuizen die in de spouw verblijven, oordeelde de Raad van State. Daarom is isoleren op grote schaal en het hele jaar door, niet meer mogelijk. Een van de oplossingen is dat gemeenten met een soortenmanagementplan (SMP) isoleren gemeentebreed mogelijk maken.
Tijdens de ALV in juni heeft 97% van de gemeenten ingestemd met de motie Gulpen-Wittem (pdf, 238 kB), die oproept de randvoorwaarden beter in te vullen zodat gemeenten SMP’s kunnen opstellen en monitoren. Een van de randvoorwaarden is voldoende geld. De door het rijk beschikbaar gestelde middelen dekken maar een deel van de daadwerkelijke kosten en voor de monitoring zijn helemaal geen middelen voorzien.
We benadrukken dat het voor een betaalbare warmtetransitie essentieel is dat de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie geen verdere vertraging oploopt. En we zijn benieuwd welke mitigerende instrumenten de minister inzet om te voorkomen dat de overstap van aardgas naar een alternatief minder aantrekkelijk wordt. In het regeerprogramma staat immers dat de belasting op aardgas omlaaggaat.
Gemeenten gaan het komende jaar hun warmteprogramma’s opstellen. Hierin geven ze aan welke gebieden op welke termijn van het aardgas af gaan en welke mogelijke warmtealternatieven er zijn. Er is daarom snel duidelijkheid nodig over de beschikbaarheid en verdeling van groen gas.