Veel supermarkten willen groter én moderner. Kwaliteit is daarbij steeds belangrijker. Zoals de meerwaarde die een uitbreiding heeft voor de consument of voor centrumgebieden. Steeds vaker is er weinig of geen uitbreidingsruimte. Dit kan leiden tot onzekerheid bij gemeenten. Maar is dit terecht? En betekent dit dat de markt op slot zit? Het antwoord is nee. Ook als ruimte voor uitbreiding ontbreekt, is een ontwikkeling mogelijk.
De omzet per m2 bepaalt het economisch functioneren van winkels. Hoeveel uitbreidingsruimte er is, hangt daarvan af. Kwalitatieve behoefte is de behoefte vanuit de consument, de consumentenverzorging. Dit betreft kwaliteit, variëteit en nabijheid van aanbod. Dit draagt bij aan de leefbaarheid. Ook wordt gekeken naar het functioneren van winkel- en centrumgebieden, de structuur.
Economisch functioneren, consumentenverzorging en structuur zijn doelen op zich. De zoektocht is naar de juiste balans. Daarbij is het eerste een individueel belang van ondernemers. De laatste twee zijn algemene belangen, waar iedereen voordeel van heeft.
De overheid is verantwoordelijk voor het algemeen belang, daarom ligt de prioriteit voor gemeenten bij de consument en de structuur. Zonder het economisch functioneren uit het oog te verliezen. Dat is de balans.
Onvoldoende uitbreidingsruimte betekent niet dat een uitbreiding niet mogelijk is. Voor de consument kan een nieuwe ontwikkeling toch meerwaarde hebben. Uitbreiding draagt bijvoorbeeld bij aan een uitgebreider assortiment en een aangenamere winkel. Kortom, aantrekkelijker aanbod. Bovendien kan een ontwikkeling plaatsvinden op een gewenste plek. Bijvoorbeeld in een centrum. Dan is het een goede ontwikkeling die de structuur versterkt.
Een ontwikkeling kan leiden tot leegstand. Dit is in principe geen probleem. Leegstand draagt bij aan de dynamiek in de winkelmarkt. Het maakt bijvoorbeeld vernieuwing mogelijk. Leegstand wordt pas relevant als deze ‘onaanvaardbaar’ is. Bijvoorbeeld doordat leegstand op een belangrijke plek in de structuur ligt. Of als er weinig andere invullingen mogelijk zijn.
Een recente uitspraak van de Raad van State onderstreept dat kwalitatieve behoefte zwaarder weegt dan kwantitatieve uitbreidingsruimte. Sterker nog, de uitspraak maakt duidelijk dat kwantitatieve uitbreidingsruimte géén vereiste is.
In de uitspraak, over verplaatsing en uitbreiding van een supermarkt in Heeze, staat dat: “bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van een behoefte aan detailhandel, het er niet om gaat of daarvoor marktruimte bestaat”. Van kwalitatieve behoefte is wel sprake. Onaanvaardbare effecten worden niet verwacht. Kortom, kwaliteit boven kwantiteit.