Een overzicht van veelgestelde vragen over bouwproducten en CE-markeringen voor bouwproducten samengesteld door de Rijksoverheid:
Een overzicht van veelgestelde vragen over bouwproducten en CE-markeringen voor bouwproducten samengesteld door de Rijksoverheid:
Voor welke bouwproducten is een CE-markering verplicht?
Veel bouwproducten die op de markt verschijnen binnen de Europese Unie (EU), moeten een CE-markering hebben. Dit merkteken geeft aan dat het product is getest volgens Europese testmethoden op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. De CE-markering is te herkennen aan de letters C en E.
Op de site van de Europese Commissie staat een
overzicht van productgroepen
waarvoor een CE-markering verplicht is.
Meer informatie vindt u in de
brochure CE-markering op bouwproducten.
Wie is verantwoordelijk voor het aanbrengen van de CE-markering?
Het is de verantwoordelijkheid van de fabrikant om vast te stellen of een bouwproduct aan de eisen voldoet. Ook is de fabrikant verantwoordelijk voor het aanbrengen van de CE-markering op het product. Vindt de productie buiten de Europese Economische Ruimte (EER) plaats en heeft de fabrikant geen vertegenwoordiger in de EER? Dan moet de importeur van het product controleren of het voldoet aan de eisen. En dus ook of het product de CE-markering moet dragen.
Brengt een importeur bouwproducten onder zijn eigen naam op de markt? Dan neemt hij daarmee de verantwoordelijkheden van de fabrikant over en moet hij zelf de CE-markering aanbrengen en de prestatieverklaring opstellen.
Een distributeur is de schakel die het product op de markt aanbiedt. Hij moet ervoor zorgen dat:
op het product, waar vereist, de CE-markering is aangebracht;
het product de vereiste documenten heeft (prestatieverklaring, gebruiksaanwijzing, handleiding, lijst van gevaarlijke stoffen);
het product voorzien is van instructies en veiligheidsinformatie in de taal van het land, en zo opgesteld dat gebruikers de informatie gemakkelijk kunnen begrijpen.
Zijn producten met CE-markering vrij te verkrijgen?
Alle producten met een CE-markering mogen vrij worden verhandeld binnen de
Europese Economische Ruimte (EER)
. Nationale overheden mogen geen aanvullende eisen stellen.
Wie houdt toezicht op de CE-markering op bouwproducten?
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) van het ministerie van Infrastructuur en Milieu controleert op de aanwezigheid van de CE-markering op bouwproducten en de prestatieverklaring. Ook ziet ze toe op de volledigheid en juistheid van de informatie over de prestaties van de producteigenschappen. De ILT inspecteert aangekondigd en onaangekondigd om vast te stellen of de regelgeving wordt nageleefd. Deze inspecties vinden plaats bij fabrikanten, importeurs en distributeurs.
Wat gebeurt met producten die niet voldoen aan de regels voor CE-markering?
Een bouwproduct dat niet is getest of beoordeeld volgens de Europese regels, krijgt geen CE-markering. Het mag dan ook niet in de handel worden gebracht. Treft de ILT een bouwproduct aan dat ten onrechte een CE-markering draagt? Dan zijn verschillende maatregelen mogelijk. De ILT kan bijvoorbeeld eisen dat de fabrikant het product aanpast of het product van de markt haalt. Zij kan dit afdwingen door een last onder dwangsom op te leggen. Ernstige situaties kunnen zelfs leiden tot een strafvervolging.
Moet ik als opdrachtgever van een werk of afnemer van een bouwproduct, verplicht producten met CE-markering voorschrijven respectievelijk gebruiken?
Nee. Opdrachtgevers en afnemers van producten zijn niet verplicht om producten met CE-markering voor te schrijven of aan te schaffen. De verplichting tot het aanbrengen van CE-markering geldt alleen voor de fabrikant en importeur van een bouwproduct die het product op de markt wil brengen en voor de distributeur die het product op de markt aanbiedt.
Moeten alle bouwproducten voorzien zijn van een CE-markering?
Nee. De Europese Commissie heeft een keuze gemaakt welke producten en productgroepen onder de Europese Verordening bouwproducten vallen en waarvoor een geharmoniseerde norm is of moet worden ontwikkeld. Het gaat om een groot deel van de producten die in de bouw worden toegepast. Alleen voor bouwproducten die vallen onder een geharmoniseerde norm, waarvan de overgangsperiode (co-existentieperiode) is verstreken, geldt de verplichting tot CE-markering.
Mag een opdrachtgever voor een product met CE-markering bij Europese aanbestedingen andere eisen stellen dan hetgeen beschreven is voor de CE-markering (de Annex ZA)?
Bij Europese aanbestedingen mag een opdrachtgever de kwaliteit (prestatieniveau) vragen die hij nodig acht, maar hij moet transparant zijn. Hij dient de eisen in objectieve termen (functionele eisen, prestatie-eisen) te formuleren, zodat alle aanbieders van bouwproducten kunnen meedingen (gelijke concurrentievoorwaarden). Zomaar naar een bepaald merk of een productnaam verwijzen mag dus niet.
Bij Europees aanbesteden geldt voor het conformiteistniveau voor producten, dat het niveau zoals vastgelegd in de Europese beschikkingen, voor die producten voldoende is. Een opdrachtgever kan een hoger conformiteitniveau vragen, maar aanbiedingen die uitgaan van het Europese niveau mogen niet worden geweigerd louter omdat geen hoger niveau dan het Europese is aangeboden.
Mag een private kwaliteitsverklaring alleen gaan over producteigenschappen die niet in de prestatieverklaring staan?
Ja. Alle informatie over de prestaties van het product op de essentiële kenmerken als bedoeld in de Verordening bouwproducten (CPR), moet in de prestatieverklaring zijn vermeld. In andere (private) verklaringen mag wel worden verwezen naar essentiële kenmerken en hun prestaties wanneer ze al in de prestatieverklaring worden genoemd. De overheid mag als markttoezichthouder voor de essentiële kenmerken alleen afgaan op wat er in de prestatieverklaring staat.
Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning kan alleen de prestatieverklaring die is toegesneden op de eisen van het Bouwbesluit, als voldoende bewijs dienen dat het bouwwerk voldoet aan de bouwvoorschriften. Is voor een product nog geen geharmoniseerde norm of testmethode beschikbaar, dan mag de prestatie in de private kwaliteitsverklaring worden vermeld.
De STABU-systematiek verwijst naar beoordelingsrichtlijnen (BRL'en). Gaat dit gevolgen hebben voor bijvoorbeeld de architecten?
Voor de Nederlandse situatie geldt dat de technische grondslagen van private merken, de BRLen, niet strijdig mogen zijn met Europese regelgeving. Het is overigens geen taak van architecten om dat te bewaken, dat doet de toetsingscommissie van de Stichting Bouwkwaliteit.
Voor de essentiële kenmerken zal straks in BRLen alleen nog kunnen worden verwezen naar de prestatieverklaring. Verwacht mag dan ook worden dat de bouw voor de verschillende productgroepen die onder de CE-markering vallen, steeds meer behoefte heeft aan bestekspecificaties van die essentiële kenmerken met inbegrip van hun Europese technische grondslagen.
Door
Rijksoverheid
