Met ingang van 15 januari 2013 geldt er op grond van de Wet verbod pelsdierhouderij een verbod op het houden, doden of doen doden van pelsdieren. Het verbod is ingevoerd vanwege ethische en maatschappelijke weerstand tegen de bontproductie.
Met ingang van 15 januari 2013 geldt er op grond van de Wet verbod pelsdierhouderij een verbod op het houden, doden of doen doden van pelsdieren. Het verbod is ingevoerd vanwege ethische en maatschappelijke weerstand tegen de bontproductie.
De uitvoering van de controle hierop ligt bij de Nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA).
Wanneer een aanvraag omgevingsvergunning bij het Wabo-bevoegd gezag wordt ingediend, is er geen grond mbt deze wet om deze te weigeren. Een omgevingsvergunning voor milieu kan op grond van artikel 2.14, derde lid, Wabo slechts in het belang van het milieu worden geweigerd. Het verbieden van het houden van nertsen is niet gebaseerd op overwegingen van milieu, maar op de ethische overwegingen dat het houden van pelsdieren met als doel het verkrijgen van hun pels niet aanvaardbaar is. Deze overwegingen kunnen niet bij het verlenen van de omgevingsvergunning voor milieu worden betrokken. Hetzelfde geldt voor de omgevingsvergunning voor het bouwen. Die kent ook een eigen, limitatief, toetsingskader. Op grond van de Wabo is er dus geen mogelijkheid om een vergunning te weigeren met het oog op de Wet verbod pelsdierhouderij.
De Wet verbod pelsdierhouderij zorgt er voor dat de nertsenhouderij toch niet kan starten. Voor bestaande nertsenhourders geldt, ondervoorwaarde, een overgangstermijn tot 1 januari 2024.
Voor vragen over de Wet verbod pelsdierhouderij en de overgangstermijn hierin kunt u terecht bij Dienst Regelingen, via
www.drloket.nl
.
Door InfoMil
