In de Nationale klimaatadaptatiestrategie (NAS) staat hoe Nederland zich aanpast aan het veranderende klimaat. In 2026 verschijnt de nieuwe NAS. Hoe komt deze strategie tot stand en waarom is de nieuwe NAS urgenter dan ooit? Chantal Oudkerk Pool, projectleider namens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, vertelt er alles over
"De eerste NAS (de NAS'16) is acht jaar oud, sindsdien is er veel veranderd. Het KNMI heeft bijvoorbeeld nieuwe klimaatscenario’s vrijgegeven waaruit blijkt dat het klimaat sneller verandert dan we dachten. Uit de van de evaluatie van de NAS bleek dat we als Rijksoverheid in onvoldoende mate werken aan de klimaatbestendigheid van Nederland. Werk aan de winkel dus."
"Voor we zijn gaan werken aan de nieuwe NAS, hebben we eerst onderzocht aan wat voor strategie behoefte was. In 2023 hebben we een Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUPKA) gemaakt dat als brug dient tussen de oude en de nieuwe NAS. Daarin hebben we de vijftien belangrijkste thema's en prioriteiten benoemd. Vervolgens heb ik aan zo'n vijftig betrokkenen gevraagd hoe de NAS de meeste meerwaarde kan creëren. Uit die rondvraag bleek dat er grote behoefte is aan duidelijkheid over wat er nodig is op de korte, middellange en lange termijn. Een andere belangrijke vraag die leeft is: er zijn verschillende deelstrategieën voor klimaatadaptatie, hoe hangen die onderling samen?"
"Het idee ontstond om per opgave een kaart met 'adaptatiepaden' te maken. In de NAS'26 komen vijftien 'metrokaarten' die verschillende routes laten zien om zo goed mogelijk om te gaan met het huidige én het toekomstige klimaat. Je kunt bijvoorbeeld zwaar inzetten op technische maatregelen, of juist kiezen voor maatregelen waarbij je de natuur als middel inzet. Ook zijn er routes denkbaar waarbij de overheid sterk de regie voert, maar wat ook kan is dat de markt zich aanpast. Waarschijnlijk worden het combinaties van maatregelen, maar de kaarten helpen om tot goede gesprekken te komen over de keuzes die we moeten maken en wanneer om Nederland klimaatbestendig te houden."
"Om ervoor te zorgen dat Nederland bestand is tegen de gevolgen van klimaatverandering, moeten we drie dingen op orde hebben. Ten eerste preventie: het voorkomen van schade en slachtoffers, bijvoorbeeld met onze dijken. In de tweede plaats: goede crisisbeheersing in het geval van calamiteiten. En ten derde: het versterken van de acceptatie van risico’s die niet weggenomen kunnen worden. Daarbij zullen we steeds een vooruitziende blik moeten hebben om te voorkomen dat we onszelf klemzetten voor toekomstige maatregelen. We moeten ons voortdurend afvragen: waar hebben we later misschien ruimte nodig voor waterberging of de verbreding van dijken?"
"Je kunt niet alles tegelijk, dus we zijn begonnen met vijf van de vijftien opgaven. De eerste kaarten met adaptiepaden zijn door wetenschappers uitgetekend, in overleg met een selecte groep ambtenaren en experts. Die leggen we voor aan twee klankbordgroepen: een maatschappelijke, waarin mensen zitten met verschillende achtergronden, en een sociaalwetenschappelijke, met onder anderen gedragspsychologen en sociologen. Ik zie ze een beetje als tegenhanger van de technische experts die al betrokken zijn bij dit onderwerp."
"Op 11 december van dit jaar presenteren we de eerste vijf kaarten aan gemeenten, provincies, maatschappelijke organisaties en bedrijven. Uit de reacties leren we wat wel en niet goed werkt: welke maatregelen missen we? Zijn er maatregelen waar duidelijk een voorkeur voor is of waar juist een afkeur tegen is? Welke overwegingen zijn relevant bij het maken van keuzes? We hopen dat de kaarten vooral leiden tot goede gesprekken over wat we als Rijk nu al kunnen doen, wat we verder moeten uitzoeken en wat we van andere partijen mogen verwachten. Nederland blijft alleen klimaatbestendig als we er met z'n allen voor gaan.”
"In het komende halfjaar werken we verder aan de NAS'26, op basis van feedback vanuit bijeenkomsten, maar ook met behulp van adviezen, onder andere van de Wetenschappelijke Klimaatraad. We doen ook een zogeheten ‘sociale impactanalyse’, om erachter te komen welke groepen in de samenleving profijt kunnen hebben van maatregelen die we nemen en welke groepen mogelijk niet mee kunnen komen. Op verschillende momenten gaan we in gesprek met jongeren, omdat de keuzes die we de komende jaren maken veel impact hebben op de toekomstige leefbaarheid van ons land. In de tweede helft van 2025 gaan we verder met het op papier zetten van de NAS, die dan eind 2025 kan worden ingezien door iedere Nederlander die dat wil. Iedereen kan commentaar geven en na aanpassingen wordt de nieuwe NAS voor de zomer van 2026 vastgesteld."
"Een van de dingen die ik bijzonder vind aan de NAS, is dat er in totaal tien ministeries aan meewerken. Uit het regeerprogramma blijkt dat ook het nieuwe kabinet het belangrijk vindt dat er in 2026 een nieuwe adaptatiestrategie komt. De urgentie wordt dus breed gevoeld. Een van de uitdagingen is dat de vijftien opgaven heel verschillend zijn, maar soms ook als spaghetti door elkaar heen lopen. Hoe en hoe zwaar we inzetten op zoetwaterbeschikbaarheid heeft bijvoorbeeld direct invloed op onze natuur en landbouw. We zullen heel goed kijken waar maatregelen elkaar versterken en waar we keuzes moeten maken. Dat moet, want uiteindelijk is een strategie niet meer dan een startpunt. Het gaat erom wat je ermee doet: acties die zorgen dat we zo goed mogelijk zijn voorbereid op de gevolgen van klimaatverandering. Dat dat nodig is, is duidelijk. Nederland heeft nu al last van weersextremen en die zullen alleen maar vaker voorkomen én heviger worden."