Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Welstand mag kleurgebruik niet uitsluiten wanneer dit niet nadrukkelijk in welstansnota staat vermeld

Een welstandscommissie heeft een positief advies uitgebracht voor het bouwen van een extra bouwlaag op een woning. De achtergevel wordt afgewerkt met witte trespaplaten. In het advies van de Welstandscommissie is het volgende opgenomen:

OmgevingsWeb 8 February 2013

Een welstandscommissie heeft een positief advies uitgebracht voor het bouwen van een extra bouwlaag op een woning. De achtergevel wordt afgewerkt met witte trespaplaten. In het advies van de Welstandscommissie is het volgende opgenomen:

De commissie kan aan de hand van de criteria verbonden aan het beleidsniveau Open geen argumentatie aanvoeren om over onderhavige aanvraag negatief te adviseren. Zij adviseert node positief onder voorwaarde dat (..). Aangezien op de locatie het welstandsniveau Open van toepassing is, betekent dit dat de materialisatie aan de achterzijde geen deel kan uitmaken van de welstandsbeoordeling. Voor de beleving van het binnengebied beveelt zij niettemin aan en geeft zij in overweging om voor materiaal- en kleurgebruik een oplossing te zoeken die past bij het karakter van dit binnengebied. De impact van de voorgestelde volumeuitbreiding op het binnengebied wordt vergroot door de voorgestelde materialisering en tevens zal het geheel leiden tot een armoedige uitstraling.

Volgens de rechtbank heeft de welstand echter het materiaal- en kleurgebruik ten onrechte niet meegenomen in de beoordelen om de volgende reden:

Verweerder stelt zich op het standpunt, zo begrijpt de rechtbank uit het bestreden besluit en de ter zitting gegeven toelichting, dat uit de systematiek van de Welstandsnota van de gemeente Utrecht en de daarin opgenomen verschillende criteria voor de beleidsniveaus A. (Open), B. (Respect) en C. (Behoud) volgt, dat een toets aan materiaalgebruik in het hier toepasselijke beleidsniveau Open is uitgesloten. Redengevend voor dit standpunt is dat voor de beleidsniveaus B. en C. onder 8 het criterium is opgenomen dat de architectuur van het bouwwerk is afgestemd op de aan- en omliggende gebouwen naar vorm, kleur en materiaalgebruik. Uit het gegeven dat dit criterium voor beleidsniveau A. niet is opgenomen dient volgens verweerder à contrario te worden afgeleid dat materiaalkeuze dus voor dat beleidsniveau geen relevant beoordelingspunt is.

9.  De rechtbank volgt deze redenering niet. In de eerste plaats geldt daartoe dat het betreffende criterium 8 niet toeziet op een toetsing aan materiaalgebruik op zich zelf, maar een mede daarop gerichte afstemming verlangt van de architectuur van het bouwwerk op zijn omgeving. Criterium 8 van beleidsniveaus B. en C. regelt dus de architectonische afstemming op de omgeving, zoals ook blijkt uit het feit dat het element afstemming vetgedrukt is in de tekst. Ook indien een à contrario redenering aan de orde zou zijn, kan daaruit niet worden afgeleid dat materiaalkeuze in beleidsniveau A. geen element van de welstandstoetsing kan zijn, maar hooguit dat de architectonische afstemming op de omgeving niet is vereist.

Daarbij komt dat niet valt in te zien hoe een betekenisvolle invulling kan worden gegeven aan de toetsing van de criteria voor beleidsniveau A. wanneer materiaalkeuze daarvan hoegenaamd geen element kan zijn. In deze criteria zijn immers in meer of mindere mate open (beleids)normen neergelegd, die uiteindelijk dienen ter invulling van de wettelijke bepaling die beoogt de esthetische kwaliteiten van het uiterlijk van een bouwwerk te reguleren. De rechtbank verwijst in dit verband bijvoorbeeld naar criterium 3 van beleidsniveau A. (een bouwwerk is niet in strijd met redelijke eisen van welstand indien het de kwaliteit van de omgeving en de openbare ruimte versterkt) en criterium 8 (er moet sprake zijn van een naar zijn verschijningsvorm oogstrelend bouwwerk).

Dat materiaalkeuze bij de welstandstoetsing niet is uitgesloten volgt verder uit de volgende passage uit de inleiding van de Welstandsnota:

In deel A van de welstandsnota wordt aangeduid op grond van welke criteria de welstandscommissie haar oordeel baseert. De beoordelingscriteria worden gebiedsgericht toegepast op basis van de in deze nota per gebied aangegeven analyses en ambitieniveaus. (..) De Welstandscommissie beoordeelt of bouwplannen niet strijdig zijn met redelijke eisen van welstand. Het gaat er daarbij in het algemeen om of een bouwwerk in zijn omgeving past, of er sprake is [van] een goede vormgeving van het bouwwerk en of het materiaal- en kleurgebruik evenwichtig is.

De rechtbank acht op zichzelf niet onaannemelijk dat de materiaalkeuze bij de beoordeling van het welstandsaspect een minder prominente rol speelt binnen het beleidsniveau Open dan binnen de beide andere beleidsniveaus. Hierbij wordt mede in aanmerking genomen dat in de Welstandsnota is aangegeven dat naarmate het aantal beoordelingscriteria afneemt het daarvoor geldende beleidsniveau meer ruimte biedt, waarbij dient te worden opgemerkt dat beleidsniveau Open 9 criteria, beleidsniveau Respect 13 criteria en beleidsniveau Behoud17 criteria kent. Echter, op grond van de Welstandsnota kan niet worden volgehouden dat aan de materiaalkeuze binnen beleidsniveau Open helemaal geen betekenis toekomt.

Dat toetsing aan de excessenregeling (artikel 12 van de Woningwet), waarin materiaalkeuze een benoemd element is, de Welstandscommissie niet tot het oordeel heeft gebracht dat sprake is van ernstige strijd met redelijke eisen van welstand, kan bij dit alles buiten beschouwing blijven. Het relevante criterium bij de beoordeling van bouwaanvragen als de onderhavige is immers neergelegd in artikel 2.10 van de Wabo. De excessenregeling is het toetsingskader voor repressief optreden, dat wil zeggen handhavend optreden achteraf, hetgeen hier niet aan de orde is.

10.    Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat genoemde adviezen van de Welstandscommissie gebaseerd zijn op een onjuiste interpretatie van de Welstandsnota en op het dientengevolge onjuiste uitgangspunt dat materiaalgebruik in het geheel geen element van de welstandstoetsing mag uitmaken. Verweerder heeft deze adviezen dan ook niet zonder nadere motivering ten grondslag mogen leggen aan het bestreden besluit. Het bestreden besluit is daarmee genomen in strijd met artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en komt om deze reden voor vernietiging in aanmerking.

Lees hier de volledige uitspraak

 

 

Artikel delen