Het bouwplan voor een nieuw te bouwen appartementengebouw met twaalf woningen, verdeeld over twee bouwlagen, voorziet op de verdieping in slechts een enkele vluchtroute per appartement. De vluchtroute voert, vanaf twee haaks-op-elkaar-staande woningtoegangsdeuren aan beide uiteinden van de galerij, langs beweegbare constructie-onderdelen naar het vluchttrappenhuis in het midden van het bouwblok. Dit voert vervolgens naar de entreehal op de begane grond.

Beschrijving
Het bouwplan voor een nieuw te bouwen appartementengebouw met twaalf woningen, verdeeld over twee bouwlagen, voorziet op de verdieping in slechts een enkele vluchtroute per appartement. De vluchtroute voert, vanaf twee haaks-op-elkaar-staande woningtoegangsdeuren aan beide uiteinden van de galerij, langs beweegbare constructie-onderdelen naar het vluchttrappenhuis in het midden van het bouwblok. Dit voert vervolgens naar de entreehal op de begane grond.
Als gelijkwaardige oplossing voor het vluchten langs beweegbare constructie-onderdelen en de enkele vluchtroute vanuit een appartement, stelt de aanvrager voor om de woningtoegangsdeuren uit te voeren met vrijloopdeurdrangers die aangestuurd worden door de gekoppelde rookmelders in de woning.
De vluchtroute van de achterste twee appartementen aan beide zijden van de galerij, voert over een galerij waarlangs zich een aantal niet-brandwerend uitgevoerde raamkozijnen met te openen delen bevinden. Tussen de galerij en de raamkozijnen is een vide voorzien van 1,30 m breed die bovendien van de galerij is afgescheiden met een niet-brandwerend uitgevoerd glazen geluidsscherm. De vide-opening is doorgezet tot in het dak boven de galerij.
De aanvrager is van mening dat via de beschikbare vluchtroutes bij brand een veilige plaats kan worden bereikt en dat deze situatie daarmee voldoet aan de functionele eis, zoals gesteld in artikel 2.101 lid 1 van het Bouwbesluit 2012. De gemeente is het hier, als bevoegd gezag, niet mee eens.
Adviesvraag
1. Is artikel 2.104 lid 4 van toepassing op dit bouwplan (portiekartikel)?
2. Indien artikel 2.104 lid 4 niet van toepassing is, is de voorgestelde oplossing met door rookmelders aangestuurde deurdrangers, dan als gelijkwaardige oplossing aan te merken?
Lees
hier
het volledige advies in PDF.
Recente adviezen:
Zijn rookmelders in kinderdagverblijf gelijkwaardig met een brandmeldinstallatie Bouwbesluit?
Adviescommissie brandveiligheid - Advies 1408 - brandwerendheid vluchtroutes woontoren
Adviescommissie brandveiligheid - Advies 1410 - sprinklermeldinstallatie ipv BMI
Volstaat het aanbrengen van gekoppelde rookmelders conform NEN 2555
Is een rooksluis voor het trappenhuis nabij de liftkern verplicht?
Upgrade tweede vluchtmogelijkheid of enkele vluchtroute op galerij ingevolge Bouwbesluit?
Hoe dient de brandwerendheid van een rolscherm OV-busterminal worden beoordeeld?
Wanneer kan een sprinklerinstallatie als gelijkwaardig worden beschouwd?