De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw. In de motie vraagt de Kamer het kabinet om geen nieuw verbod in te stellen, maar bij de toelating van de gewasbeschermingsmiddelen de beoordeling van het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (CTGB) te volgen.
Op deze manier blijven er middelen beschikbaar voor de aanpak van plagen in bomen en planten, zoals de eikenprocessierups.
De waterschappen vinden de zorgen van de Kamer niet terecht. De motie vraagt iets wat al kan. In de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden staat een lijst van situaties en van ziekten en plagen die met chemische gewasbeschermingsmiddelen bestreden mogen worden. De eikenprocessierups en de Japanse Duizendknoop staan op deze uitzonderingslijst. Deze uitzonderingen konden dus ook worden toegepast toen het verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw nog van kracht was.
In november vorig jaar werd het door een uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag weer mogelijk om professioneel gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken op verharde en onverharde terreinen buiten de land- en tuinbouw.
Demissionair staatssecretaris Van Veldhoven wil deze fout op korte termijn herstellen. De waterschappen steunen dat plan. Door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de land- en tuinbouw verslechtert de kwaliteit van het oppervlaktewater.
De Raad van State heeft advies uitgebracht over een wetsvoorstel dat de wettelijke grondslag regelt voor dat verbod. Het verbod geldt niet alleen voor het professioneel gebruik buiten de land- en tuinbouw, maar ook voor het gebruik door particulieren. Ook dat laatste heeft de steun van de waterschappen.
Meer weten? Neem een kijkje in het themadossier: klik op de tabs boven het artikel.