In de uitspraak van de AbRvS van 26 maart 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1300 wordt beoordeeld of een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een aanbouw al dan niet terecht buiten behandeling is gesteld door het college. Het college is van mening dat de aanbouw vergunningvrij is. De aanbouw is in overeenstemming met het bestemmingsplan en voldoet aan de eisen die zijn gesteld in art. 3 bijlage II Bor. Op dit geschil is dus het oude recht van toepassing, maar de beoordeling blijft relevant onder de Omgevingswet.
De Afdeling is van mening dat de aanbouw ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. De aanbouw heeft één bouwlaag en het hoofdgebouw, de woning op het perceel, twee bouwlagen en een kap. Verder heeft de aanbouw een plat dak en het hoofdgebouw een schuine dakhelling.
Op grond van de planregels dienen de aanbouw en het hoofdgebouw op hetzelfde bouwperceel te liggen. De Afdeling overweegt daarover dat bij de vaststelling van de omvang van een bouwperceel de actuele situatie bepalend is. Daarbij wordt in beginsel uitgegaan van kadastrale percelen. Voor het antwoord op de vraag of het om één bouwperceel gaat, is ook van belang of het om bij elkaar behorende bebouwing gaat. Het bestaan van zo’n situatie leidt ertoe dat meerdere kadastrale percelen in ruimtelijke zin als een geheel worden aangemerkt. De Afdeling overweegt dat ondanks dat er 2 kadastrale percelen zijn, er in dit geval sprake is van 1 bouwperceel. De kadastrale percelen vormen namelijk samen een aaneengesloten stuk grond en de aanbouw hoort bij het hoofdgebouw.
Verder vreest appellant dat de aanbouw zal worden gebruikt als zelfstandige woning. Bij toetsing van een bouwplan aan een bestemmingsplan moet niet alleen worden beoordeeld of het bouwwerk overeenkomstig de bestemming kan worden gebruikt, maar ook of het bouwwerk daadwerkelijk met het oog op het toegestane gebruik wordt gebouwd. Dit houdt in dat een bouwwerk in strijd is met de bestemming als redelijkerwijs valt aan te nemen dat het bouwwerk uitsluitend of ook zal worden gebruikt voor andere doeleinden dan de doeleinden die de bestemming toestaat. Volgens de Afdeling zijn er geen concrete aanwijzingen dat de aanbouw zal worden gebruikt als zelfstandige wooneenheid. De gewijzigde bouwtekeningen die onderdeel zijn van het besluit van 4 oktober 2022 geven hiervoor geen aanleiding.