Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

ABRvS: geen concreet zicht op legalisering bij incomplete aanvraag omgevingsplanactiviteit bij overtreding art. 5.1, lid 1, onder a Omgevingswet

De ABRvS heeft op 23 april 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1748 een uitspraak gedaan over concreet zicht op legalisering i.v.m. een overtreding die gelegaliseerd moet worden met een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit.

23 April 2025

Samenvatting

Samenvatting



In het besluit van 6 mei 2024 zijn [verzoekers] gelast om de strijdigheden met artikel 5.1, lid 1, onder a Omgevingswet te beëindigen en beëindigd te houden. Dit kunnen zij volgens het besluit onder andere realiseren door de niet toegestane bedrijvigheid op het perceel te beëindigen en beëindigd te houden en de paardrijbak met drie lichtmasten te verwijderen en verwijderd te houden.

[verzoekers] hebben aan hun verzoek om verlenging van de begunstigingstermijn ten grondslag gelegd dat er zicht bestaat op legalisatie van de activiteiten, zodat het volgens hen in niemands belang is om de activiteiten te staken. Volgens hen heeft het college namelijk nooit aangegeven dat de activiteiten niet vergund zouden kunnen worden, en ligt er inmiddels een ontvankelijke vergunningaanvraag. Ook hebben zij de informatie waar het college om had gevraagd, inmiddels aangeleverd.

De voorzieningenrechter ziet in wat [verzoekers] in hun verzoek naar voren hebben gebracht over de legalisatie van de activiteiten, geen reden voor een verlenging van de begunstigingstermijn. Weliswaar hebben zij er belang bij om, in afwachting van hun aanvraag om een omgevingsvergunning, niet aan de last te voldoen zonder dat de dwangsom verbeurt, maar dit belang weegt naar het oordeel van de voorzieningenrechter in dit geval minder zwaar dan het algemeen belang dat is gediend met handhaving. Daarvoor is van belang dat de benodigde stukken voor de vergunningaanvraag pas kort geleden door [verzoekers] bij het college zijn aangeleverd, terwijl zij al op 18 maart 2024 op de hoogte zijn gebracht over de met het bestemmingsplan strijdige situatie op het perceel. Ook betrekt de voorzieningenrechter bij dit oordeel dat het college op de zitting naar voren heeft gebracht dat ook met de recent aangeleverde stukken, de aanvraag nog niet volledig is en de stukken inconsistente informatie bevatten. Zo is het volgens het college onduidelijk op welke activiteiten de aanvraag precies ziet, omdat hierin afwisselend over (pension)stalling en fokkerij wordt gesproken, en is ook inconsequente informatie gegeven over de hoeveelheid dieren die zij op het perceel willen houden. Gelet hierop is nog onzeker of de gevraagde omgevingsvergunning kan en zal worden verleend, en daarmee samenhangend of alle activiteiten waarop de last ziet, zullen worden gelegaliseerd. Daar komt bij dat een begunstigingstermijn is bedoeld om een overtreder de gelegenheid te geven om aan de overtreding een einde te maken, en niet om de periode tot de eventuele vergunningverlening te overbruggen.

Artikel delen