Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Afwijzing herziening bestemmingsplannen; windturbinebepalingen

De raad van de gemeente Noord-Beveland heeft het verzoek van de vereniging en anderen om de bestemmingsplannen "Windturbinepark Noord-Beveland" en "Bestemmingsplan Windpark Jacobahaven" in te trekken of gewijzigd vast te stellen, afgewezen.

2 May 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

Bij het vaststellen van de bestemmingsplannen is er voor de beoordeling van de ruimtelijke aanvaardbaarheid van uitgegaan dat moet worden voldaan aan de toenmalige algemene regels voor windturbines uit de paragrafen 3.2.3 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer voor het in werking hebben van een windturbine of een combinatie van windturbines (hierna: de windturbinebepalingen). Over deze windturbinebepalingen is in de Delfzijl-tussenuitspraak (ECLI:NL:RVS:2021:1395) geoordeeld dat daarvoor ten onrechte geen voorafgaande milieubeoordeling als bedoeld in de SMB-richtlijn is verricht.

De Afdeling is van oordeel dat er een Unierechtelijk gebrek kleeft aan de bestemmingsplannen, omdat het Unierechtelijk gebrek aan de windturbinebepalingen in dit geval doorwerkt in de bestemmingsplannen. De Afdeling overweegt dat uit door de raad ingediende stukken en het verhandelde op de zitting niet is gebleken dat de raad alsnog heeft onderzocht en gemotiveerd of hij uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening kon afzien van herziening van de bestemmingsplannen door het alsnog opnemen van normstelling ten aanzien van de milieuaspecten waarop de windturbinebepalingen betrekking hadden. Dat het college wel zulke onderzoeken heeft laten verrichten in het kader van de hoger-beroepsprocedures naar aanleiding van de verzoeken van de vereniging en anderen tot intrekking van de omgevingsvergunningen voor het windturbinepark Noord-Beveland en het windpark Jacobahaven, maakt dat niet anders. Omdat de raad niet op basis van die onderzoeken een eigen gemotiveerd standpunt heeft ingenomen over het al dan niet opnemen van normstelling in de bestemmingsplannen, ziet de Afdeling geen aanleiding om de rechtsgevolgen van het afwijzingsbesluit in stand te laten. Zie voor de details AbRvS 30 april 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1953.

Artikel delen