Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

APV en relativiteit

In deze handhavingskwestie komt relativiteit in relatie tot de APV aan de orde. Meer in het bijzonder gaat het hier om het in artikel 5:16 APV 's-Hertogenbosch 2016 opgenomen verbod om een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen. Op deze bepaling wordt een beroep gedaan (in een handhavingsverzoek) door een natuurlijke persoon die aan het openbare water woont.

26 februari 2025

Samenvatting

Samenvatting


 
De Afdeling overweegt dat uit de toelichting volgt dat genoemde bepaling is bedoeld om de openbare wateren te vrijwaren van activiteiten die het gebruik op enigerlei wijze nadelig zouden kunnen beïnvloeden. Artikel 5:16 APV beoogt dus te voorkomen dat het openbare water onjuist wordt gebruikt. Appellant doet een beroep op deze bepaling, omdat hij vreest dat onjuist gebruik zijn leefomgeving aantast. Aangezien appellant aan het openbare water woont, is het gebruik daarvan onderdeel van zijn leefomgeving. De Afdeling is daarom van oordeel dat deze belangen zo verweven zijn met het belang dat artikel 5:16 APV beoogt te beschermen, dat niet kan worden geoordeeld dat de betrokken norm kennelijk niet mede strekt tot bescherming van het belang van appellant. Zie AbRvS 26 februari 2025, ECLI:NL:RVS:2025:767.

Artikel delen