Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

APV-verbod ziet niet op online gedragingen die aanzetten tot onrust en wanordelijkheden in de openbare ruimte; wetgever aan zet om toereikende basis te bieden voor handhavend optreden burgemeester

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“Afdeling”) oordeelt in haar uitspraak van 11 juni 2025 (ECLI:NL:RVS:2025:2627) dat de digitale groepschat Telegram niet kan worden aangemerkt als een ‘openbare plaats’ in de zin van de Algemene Plaatselijke Verordening (“APV”), zodat het daarop plaatsen van een oproep om de openbare orde te verstoren niet kwalificeert als een overtreding van de APV waartegen de burgemeester met een last onder dwangsom handhavend kon optreden.

17 June 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

Met het handhavingsbesluit had de burgemeester de betrokkene gelast zich te onthouden van online uitlatingen (op sociale media) die zijn te kwalificeren als het door uitdagend gedrag aanleiding geven tot wanordelijkheden, hetgeen de APV verbiedt. De Afdeling stelt vast dat het APV-verbod om op of aan een openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw, op enigerlei wijze door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden het oog heeft op fysieke plekken, zoals pleinen, parken, of voor publiek toegankelijke stoepen. De Afdeling overweegt dat uit de APV-bepaling en de toelichting daarbij niet blijkt dat ook een digitale ruimte, zoals een groepschat op Telegram, een ‘openbare plaats’ is. De groepschat is weliswaar voor iedereen toegankelijk , maar het is geen fysieke plaats. Evenmin volgt uit het APV-verbod dat slechts relevant is dat de gevreesde wanordelijkheden zich op een openbare plaats moeten afspelen, maar niet het - in dit geval: online - gedrag dat aanleiding geeft tot wanordelijkheden. Volgens de Afdeling moet het APV-verbod zo worden begrepen dat de gedraging die leidt tot de wanordelijkheden moet plaatsvinden op of aan een openbare plaats. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het ophangen van een pamflet op een openbaar plein, waarin wordt opgeroepen tot wanordelijkheden. Voor zover de gedraging niet plaatsvindt op een fysieke plaats in de openbare ruimte, zoals het geval is bij een digitale oproep, valt de gedraging niet onder het verbod. Omdat Telegram geen openbare plaats is in de zin van de APV, is naar het oordeel van de Afdeling in dit geval geen sprake van overtreding van het APV-verbod. De Afdeling overweegt ten overvloede dat het aan de wetgever is om te voorzien in een adequate wettelijke basis voor het beteugelen de gevolgen van online oproepen voor de openbare orde. 

Artikel delen