Het college van Leeuwarden had aan RTR Exploitatie B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van een bestaand winkelpand tot appartementen. Appellanten hadden onder meer beroepsgronden aangevoerd tegen de hoogte van de balkons. Uit de uitspraak blijkt dat de rechtbank had geoordeeld dat de balkons moesten worden aangemerkt als bouwwerken, geen gebouw zijnde. Daarom zouden op de balkons regels van toepassing zijn die op dat soort bouwwerken van toepassing waren.
De Afdeling ziet dat echter anders. Onder verwijzing naar een uitspraak uit 2004 overweegt de Afdeling dat balkons moeten worden aangemerkt als onderdelen van het hoofdgebouw. Voor de balkons gelden daarom de bepalingen van het bestemmingsplan die betrekking hebben op hoofdgebouwen, aldus de Afdeling.
Uit deze uitspraak blijkt dat het bevoegd gezag goed in de gaten moet houden wanneer een onderdeel van een bouwwerk onderdeel uitmaakt van het hoofdgebouw of een op zichzelf staand bouwwerk, geen gebouw zijnde is. Het maakt immers nogal wat uit voor de toepasselijke regels op het betreffende onderdeel, dan wel bouwwerk.
.