Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Bij wijziging omgevingsplan mogen tot 10 jaar na inpassingsplan geen regels worden opgenomen die strijdig zijn met het inpassingsplan (art. 4.105 Iw Ow)

Dat volgt uit een uitspraak van de ABRvS van 18 juni 2025, ECLI:NL:RVS:2025:2734.

18 June 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

De raad beoogt met het bestemmingsplan dat hij bij besluit van 13 november 2023 heeft vastgesteld, de planologische situatie voor de transformatie van het gebied Fort de Pol - een voormalige stortplaats - naar een energiepark te regelen. Het plangebied valt voor een aanzienlijk deel samen met het plangebied van het bij besluit van 16 november 2022 door provinciale staten van Gelderland vastgestelde inpassingsplan "Windpark IJsselwind Zutphen" (hierna: het inpassingsplan), voor zover het betrekking heeft op de bij windturbine 3 bijbehorende vrijwaringszone en veiligheidszone.

Ter voorlichting van partijen wijst de Afdeling nog op het volgende. In artikel 4.105, eerste lid, van de Invoeringswet Ow is bepaald dat in een omgevingsplan door de raad geen regels worden gesteld die in strijd zijn met een inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.26 van de Wro. Verder is in artikel 4.105, derde lid, van de Iw Ow bepaald dat dit eerste lid van toepassing is tot tien jaar na de vaststelling van het inpassingsplan, of korter, als in het inpassingsplan een termijn is gesteld als bedoeld in artikel 3.26, vijfde lid, van de Wro. In de uitspraak van vandaag in zaak nr. 202300108/1/R4 (ECLI:NL:RVS:2025:2677) is onder 99.3 overwogen dat gelet op het derde lid van artikel 9e van de Elektriciteitswet 1998 artikel 3.26, vijfde lid, van de Wro niet van toepassing is op het inpassingsplan dat op grond van artikel 9e van de Elektriciteitswet 1998 is vastgesteld. Dat betekent dat in dit geval door de raad tot tien jaar na vaststelling van het inpassingsplan in het omgevingsplan van de gemeente Zutphen geen regels mogen worden gesteld die in strijd zijn met dat inpassingsplan.

Artikel delen