In het Brabantse Bakel verzocht brouwerij Holevoort de raad van de gemeente Gemert-Bakel om een herziening van het bestemmingsplan voor haar perceel. Kort samengevat moet de wijziging een brouwerij, proeflokaal en detailhandel mogelijk maken op gronden waar een intensieve veehouderij met vleesstieren is toegestaan. Op 18 maart 2021 werd het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd, waarna de raad bij besluit van 17 februari 2022 besloot de herziening van het bestemmingsplan niet vast te stellen.
Volgens de raad was de voorziene horeca-activiteit te grootschalig. Daarnaast is het plan in strijd met het VAB-beleid, omdat hieruit volgt dat horeca in het centrum en niet in het buitengebied gewenst is. Ook zou volgens de raad onvoldoende inzichtelijk zijn in hoeverre er hinder door brouwerij op de omgeving zou plaatsvinden. Tot slot was op het moment van besluitvorming nog niet duidelijk in hoeverre mogelijke geluidsoverlast door de bij de brouwerij behorende dorsmachine kon worden beperkt.
De brouwerij betoogt dat de ontwikkeling past binnen het beleid van de gemeente. Er is een onderbouwd verzoek om planologische medewerking gedaan met onderzoeken naar milieuaspecten en er is een dialoog met de omgeving gehouden. Daarnaast is het plan bij amendement aangepast, waardoor de niet ondergeschikte horeca en de terrassen werden geschrapt. De raad heeft dit amendement echter niet in overweging genomen. Tot slot is de dorsmachine volgens de brouwerij akoestisch niet relevant omdat deze machine geen onderdeel uitmaakt van inrichting.
De Afdeling stelt dat de raad niet gehouden is om met een amendement in te stemmen. Om deze reden moet de Afdeling het niet vaststellen van het bestemmingsplan, overeenkomstig het ontwerpplan beoordelen. De raad heeft volgens de afdeling de mogelijkheid om af te wijken van door hem gevoerd beleid. De uitleg van de raad dat horeca niet passend is buiten de kernen en het plan niet innovatief is, is volgens de Afdeling voldoende om geen gebruik te hoeven maken van de afwijkingsbevoegdheid om af te wijken van het VAB-beleid. De Afdeling oordeelt daarnaast dat de raad een zwaarder wegend belang mocht toekennen aan de belangen van omwonenden dan aan de belangen van de brouwerij. De vrees voor overlast van de horecafunctie en de verwachtte bezoekersaantallen spelen hierbij een grote rol. De betogen van de brouwerij slagen niet.
Tot slot stond in deze procedure ook de vraag centraal of het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gemert-Bakel het wijzigingsplan – welke voorziet in een positieve bestemming voor de bierbrouwerij – in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening had vastgesteld. Appellant betoogde namelijk dat door de verleende vergunning ook dagrecreatieve nevenactiviteiten kunnen plaatsvinden, waaronder horeca. Het college stelde op zitting voor om het deel wat deze nevenactiviteiten mogelijk maakt uit de planregels te halen. Doordat hierdoor het besluit niet met de vereiste zorgvuldigheid was genomen is het beroep van appellant gegrond. De Afdeling vernietig het besluit van het college voor zover het genoemd deel van de planregels betreft.
